Tygo Gernandt De buitenstaander Tygo Gernandt is acteur. Een gepassioneerd acteur, die graag van half zes 's ochtends tot half twaalf 's avonds werkt. Een gedreven persoonlijkheid, die niet voor niets zo vaak dito persoonlijkheden in films of op het toneel vertolkt. Voor zijn hoofdrol in Van God los (2003), waarin hij de hyperactieve psychopaat Maikel prachtig neerzet, ontving hij een Gouden Kalf. Ook speelde hij in succesvolle series als Goede Tijden Slechte Tijden en Van Speijk. Tygo's gedrevenheid op het voetbalveld was terug te vinden in zijn specialiteiten, snelheid en scorend vermogen. Totdat een enkelblessure hem op 17-jarige leeftijd dwong te stoppen. 'HEERLIJK MOMENT: IN DE RUST VAN EEN WEDSTRIJD, HET OPSNUIVEN VAN DIE GEUR, EEN KOPJE THEE ERBIJ EN LEKKER LUISTEREN NAAR HET GELUL VAN DE COACH' 'Wat ik het meeste mis, is de geur van gescheurd gras en natte aarde' tekst Jeroen van den Berg fotografie Sander Nieuwenhuys Onze eerste afspraak kan geen doorgang vinden, want Gernandt is ziek. Hij heeft last van benauwdheid en voelt zich slecht. Dag-in-dag-uit naakt op het toneel liggen in het stuk Peanuts, waarin hij ook iedere keer door een brandweer slang wordt nat gespoten, eist ten slotte zijn tol. Gelukkig herstelt hij snel, zodat we een week later toch tegenover elkaar zitten. Precies op tijd wandelt hij vrolijk het Amsterdamse Lloyd Hotel binnen. Hij is blij dat het hem weer beter gaat en hij ziet uit naar zijn reis naar Thailand, waar hij binnenkort drie weken volledige rust neemt. 'Heerlijk man, wat heb ik daar een zin in!' Voor het interview nemen we plaats in de biblio theek op de vierde verdieping. Ook in het gesprek is er die gedrevenheid: regelmatig slaat hij met zijn hand, gesierd met vele ringen, op tafel om een verhaal of mening kracht bij te zetten. Soms staat hij op om met gebaren iets te verduidelijken. Dit alles met een hartverwarmende Amsterdamse tongval. Gernandt: 'Ik ben in de Jordaan geboren, op de Elandsgracht, boven de zaak van Henny Cruijff. Mijn vader was een groot voetbalfan en vond het natuurlijk prachtig dat we Johan beneden ook weieens tegenkwamen. Toen ik een jaar of drie, vier was verhuisden we naar de Rivierenbuurt in Zuid. Ik groeide op tegenover het Martin Luther Kingpark. Daar is het voetbal voor mij echt begonnen. Mijn broer is drie jaar ouder en voetbalde daar dagelijks, aan hem heb ik mij altijd opgetrokken. Hij heeft me meegeno men naar Sporting Zuid. Ik voetbalde overal: op de club, in het park en op straat. Eigenlijk heb ik jarenlang alleen maar gevoetbald, gevoetbald en nog eens gevoetbald. 'Maar ik ben ook al op jonge leeftijd met toneel begonnen, ik ging al snel naar De Krakeling, om daar toneelstukken te repeteren en op te voeren. Op 12-jarige leeftijd had ik mijn eerste echte voor stelling, een jeugdopera van Annie M.G. Schmidt, De Naam van de Maan. In die tijd combineerde ik toneelspelen met sport. Naast voetbal deed ik ook aan tennis, squash en straathockey; eigenlijk van alles. Mijn enkelbanden vormden uiteindelijk een beletsel. Ik had vaak last, maar was aan de andere kant ook zo fanatiek dat ik zelfs met een poot in het gips heb staan keepen. 'Mijn broer is heel belangrijk voor me geweest. Het competitieve in iedere tak van sport speelt een grote rol in de jeugd van veel jonge jongens. Zo ook bij ons. Ik wilde altijd alles doen wat mijn oudere broer deed. Kon hij een bal dertig keer hoog houden, dan wilde ik een bal ook dertig keer hoog kunnen houden. Hij was een betere voetballer dan ik, zeker. Ik ging altijd mee als hij moest voetballen. Het kwam weieens voor dat zijn team niet voldoende mensen had. Dan zeiden de andere jongens: "Tygo kan toch meedoen? Die is hartstikke snel en rent iedereen eruit." Maar mijn broer vond het nooit zo leuk als zijn kleine broertje meedeed in zijn team, zo gaan die dingen nu eenmaal. Ik heb een blauwe maandag psycho logie gestudeerd en daar heb ik geleerd dat in veel gezinnen het tweede kind vaak het meest succes volle is. Door mijn jeugd en het opzien tegen mijn grote broer ben ik geworden wie ik ben, denk ik. Wellicht is op die manier die enorme drive van mij ontstaan. Die drive is later ook in mijn leven en in mijn werk gekomen. Ik kan 24 uur non-stop wer ken zonder te eten. Als ik niet werk, word ik gek. 'Toen ik zeventien was, ging het voetbal niet meer. Mijn enkels deden altijd pijn en bovendien vond ik jointjes roken, meisjes en dansen ineens ook erg leuk. Ik stopte dus met voetbal. Bovendien kon ik toen al heel veel van mijn energie kwijt in acteren. Dat kan ook de hele dag, je hebt er geen bal en veld voor nodig. Nadat ik bij Sporting Zuid was gestopt, heb ik nog wel met vrienden gevoetbald. Dat blijft. Wat ik het meeste mis, is de geur van ge scheurd gras en natte aarde. Heerlijk moment: maart ?007

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2007 | | pagina 43