Een annonce in het clubblad
Van het Secretariaat
Johan Cruijff wordt lid van Ajax
Aangenomen als jun. B.:
P. v. Alphen, L*. A. Admiraal, R. Bachra, E. Kóghee, R. Rein,-
P. Voogt.
Aangenomen als welp:
J. P. Bos, H. X Cruyff, B. Gerritsen, L>. Happé, H. v. d. Metj-
den, Fr. Nieuwhof, A. J. Overdiek, D. Perrier, Th. Roos, T.' Stro-
ker, P. Theunisse.
In de rubriek Museumstukken wordt aandacht besteed aan de voorwerpen die geëxposeerd zijn in het Ajax Museum. In deze
aflevering is dat een kleine advertentie uit het clubblad, die te zien is in de vitrine die gewijd is aan Johan Cruijff. Want het is
op 25 april 1957 vijftig jaar geleden dat Cruijff officieel lid werd van Ajax.
tekst Carel Berenschot
m.m.v. David Endt
In april zal het gaan losbarsten,
de herdenking van de historische
datum van 25 april 1947, de ge
boorte van Johan Cruijff. Veel
belangrijker voor de geschie
denis van Ajax en het Nederlandse
voetbal is echter de datum van 25
april 1957, tien jaar later. Toen na
melijk werd Cruijff door Ajax in
geschreven als welp, iets waarvan
een kleine annonce in het clubblad
destijds melding heeft gemaakt.
In het geval van Johan Cruijff was de
officiële aanmelding inderdaad een
wassen neus, een papieren kwestie,
want Cruijff zat allang bij Ajax. Wie
je ook hoort uit die tijd, vrijwel ie
dereen heeft het over 'dat mannetje'
dat altijd op en rond de velden liep.
Cruijff zelf vertelt daarover in het
interview dat David Endt hem afnam
voor het officiële gedenkboek Ajax
1900-2000: het Ajax-stadion
was mijn speelterrein. Ik was daar
elke dag te vinden en kende werke
lijk elke plek. Ik wist precies hoe je
binnendoor via een trap naar het dak
moest komen en ook het kleedka-
mergebied had geen geheimen voor
mij. Het was een gigantische tijd.
Het stadion was volledig onderdeel
van mijn jeugd, van mijn leven. In de
zomer hielp ik mee het speelveld op
nieuw inzaaien, wanneer het had ge
regend hielp ik mee zand te strooien
en na de wedstrijden haalde ik de
cornervlaggen weg. Nog voor de eer-
ste-elftalspelers voor hun avondtrai
ning de kleedkamer binnenkwamen,
was ik er al geweest, om de schoenen
of de shirtjes of de handdoeken klaar
te leggen. Dat deed ik al vanaf mijn
zevende jaar. Vandaar dat ik iedereen
kende en dat iedereen wist wie dat
kleine mannetje was.'
Tien jaar en twee turven hoog
Omdat in die tijd kinderen pas op
hun tiende lid mochten worden van
een voetbalclub, moest de kleine
I Johan lang wachten voordat hij echt
mocht meedoen. Maar toen hij een
maal lid was, was het ook meteen
menens. Ger van Mourik beschrijft
dit elders in het gedenkboek: 'Ik
weet nog precies dat de Oostenrijkse
trainer Karl Humenberger mij een
keer wees op een pupilletje. "Kijk,"
zei Humenberger, "daar gaat Ajax
nog heel veel plezier aan beleven,
die hoef je amper nog iets te leren."
Dat pupilletje was Johan Cruijff, tien
jaar oud. In die tijd hielp ik mee met
het trainen van de jeugd, daar had ik
lol in. En daar liep die kleine dan te
voetballen. Tien jaar was-ie en twee
turven hoog. Hij had splinters, van
benen maar goals maken, man, man.
Ik heb nog nooit een betere gezien
en het maakte niet uit of je hem
een honkbalknuppel gaf of en bal,
hij kon er even goed mee overweg.
Johan zou in elke sport hebben uitge
blonken. De hele dag was hij met dat
balletje bezig, bij de trainingen van
het eerste elftal stond hij achter het
doel en met de doorgeschoten ballen
jongleerde hij eventjes voordat hij ze
weer terug het veld inschoot."
In het Ajax Museum zijn een paar
unieke beelden te zien, foto's én be
wegende beelden, uit het familiebezit
De aan Cruijff gewijde vitrine in het Ajax Museum. FOTO: ROOS BLOM
Ajax Maaazine