Breed uitwaaierende voetbalreportages
over mondialisering
81
samenstelling Mik Schots Jan Luitzen
In het recent verschenen De wereld draait om de bal geeft Franklin Foer zijn
scherpzinnige visie op de manier waarop 'een prachtige tak van sport en haar
fanatieke volgelingen tegen wil en dank de rotte plekken in de samenleving bloot
leggen, of het nu gaat om armoede, antisemitisme, doorgeschoten kapitalisme of
religieus fanatisme.'
De Amerikaanse journalist Franklin
Foer begint zijn boek De wereld draait
om de bal met de mededeling 'Ik
ben een waardeloze voetballer. Toen
ik klein was, draaiden mijn ouders
hun hoofd weg van het veld om me
maar niet te hoeven zien spelen.' Toch
ontwikkelde hij een gepassioneerde
liefde voor het voetbal, en dat was
voor een Amerikaan echt niet gemak
kelijk: 'In mijn jeugd werden op de
televisie slechts af en toe wedstrijden
uit Duitsland en Italië uitgezonden
op evangelische tijdstippen op de
zondagochtend. Verder was er
niets.' Maar dankzij schotelantennes
en het internet kwamen de interes
sante Europese competities ook voor
Amerikanen binnen handbereik.
Prachtig vond Foer dat, want voor
hem was voetbal meer dan een spel;
het bood zicht op de zakelijke en emo
tionele dwarsverbanden binnen de
hedendaagse wereld. De voetbalclubs
vertegenwoordigden eerder sociale
klassen en politieke bewegingen dan
geografische gebieden en anders dan
wielrennen, tennis of honkbal was
voetbal belast met soms eeuwenoude
lokale vetes. Op het veld zelf kon
je de mondialisering pas écht proe
ven: 'In de jaren negentig hamsterden
Baskische teams onder leiding van
coaches uit Wales Nederlandse en
Turkse spelers; Moldavische ploegen
importeerden Nigerianen. Waar je
ook keek leken nationale grenzen
en identiteiten van de ene op de
andere dag in de vuilnisbak van de
voetbalgeschiedenis te zijn geveegd.'
Foer vond dat de mondialisering van
het voetbal politiek, sociologisch en
cultureel onderzocht diende te wor
den, dus nam hij acht maanden ver
lof van zijn baan bij het tijdschrift
The New Republic en ondernam een
wereldreis om gesprekken te voeren
met voetbalhelden en -supporters
in onder andere Brazilië, Servië en
Oekraïne. Het resulteerde in De we
reld draait om de baldat vol staat met
heftige en spannende verhalen over
Glasgow, Barcelona en AC Milan. En
ontroerende, zoals dat over de Iraanse
vrouwen voor wie het sinds de islami
tische revolutie in 1979 verboden is
om voetbalwedstrijden te bezoeken.
'Dit verbod is van kracht in grote
delen van de moslimwereld en wordt
daar ook zonder veel protesten ge
handhaafd.' Maar in november 1997
pikten duizenden vrouwen bij het
Azadi Stadion in Teheran het niet lan
ger en baanden ze zich een weg naar
binnen, schreeuwend: 'Horen wij er
niet bij Wij willen ook meefeesten.'
Er staan ook ernstige verhalen in
Foers boek, bijvoorbeeld over de
Europese joden. In de 'heftige hooli
gansectie' vertelt Foer de merkwaar
dige geschiedenis van Alan Garrison,
een extreem gewelddadige hooligan
van Chelsea met een joodse moeder
en een nazivader en verklaart hij
wat het Muskeljudentum (spierballen-
jodendom) te maken heeft met de
spelers van Hakoah, het legendari
sche joods-Oostenrijkse voetbalteam
uit de jaren twintig, die hun joodse
cultuur niet naar de achtergrond scho
ven: 'Het team had een Hebreeuwse
naam en toonde zijn joodse identiteit
op de shirtjes.'
Interessant zijn de passages die Foer
in dit deel wijdt aan de vraag waarom
Ajax 'het jodendom tot een onderdeel
van zijn ethos heeft gemaakt'. Hij
constateert dat zelfs als supporters van
Ajax zich met de joden identificeren,
zij tóch bevestigen dat joden vreem
delingen zijn, anders dan zijzelf. 'Ze
behandelen joden nog steeds als bi
zarre curiositeiten door ze te reduceren
tot uitheemse symbolen - keppeltjes,
bakkebaarden, davidsterren.' Toch
is het bestaan van een 'zogenaamde
joodse voetbalclub' als Ajax een grote
stap voorwaarts in vergelijking met
de vroegere jodenvervolging: 'In plaats
van de joden uit te maken voor be-
vuilers van het land, hebben groepen
uit de werkende klasse zichzelf tot
jood gebombardeerd, ook al is het op
spottende toon.' Waarna Foer fijn
tjes afsluit met: 'Overigens blijven
er natuurlijk nog genoeg plaatsen in
Europa over waar veel minder ruimte
is voor ironie.'
Uit Franklin Foers scherpzinnige
reportages kun je een paar even
eenvoudige, maar toch verrassende
conclusies trekken: plaatselijke
gebruiken en tradities zijn door de
mondialisering niet verdwenen, maar
juist nieuw leven ingeblazen en de
mondialisering heeft niet geleid tot
de triomf van het kapitalisme, maar
tot een nóg stevigere verankering van
de corruptie.
Dat is geen vrolijke gedachtegang,
en toch schemert er optimisme in
door. Toch?
Franklin Foer De wereld draait om de bal Het Sporthuis, ISBN 90-295-6360-5,262 pagina's, 18,95