Boegbeeld
s van een
team
Zijn historie in Amsterdam is kort, maar Jaap
Stam is nu al het boegbeeld van een team in
opbouw. In gesprek met een gedreven mens.
'Natuurlijk ben ik Ajacied.'
tekst Egbert Jan Riethof
fotografie Tessa Posthuma de Boer
Hij legt een feestelijk ingepakte chocola
deletter op tafel, de man die bij topclubs
in drie van de mooiste voetballanden
van Europa - Nederland, Engeland en
Italië - waardering en respect oogstte.
Jaap Stam (34) is immers ook gewoon een werkne
mer, al is het dan toevallig van Ajax, en dan krijg je
weieens een extraatje.
Precies negen jaar geleden ontmoette ik hem voor
het eerst. Hij speelde nog bij de concurrent, PSV, en
er gingen al geruchten dat hij een half jaar later bij
Manchester United zou tekenen, maar daar liet hij
zich niet over uit. Wat hij ook niet zei, toen op de
Herdgang, was dat hij korte tijd later zijn op dat
moment al schaarse hoofdhaar af zou scheren. Het
zou hem in Engeland tedere bijnamen als The Bold
Slayer (De Kale Slachter) en The Beast opleveren.
En wat me toen opviel, was dat de in het veld zo
geduchte Jaap Stam een bijzonder prettige en vrien
delijke man was, met een gezond respect voor de
gesprekspartner met wie hij aan tafel zat.
En er is in 2006 niets veranderd. Jaap Stam praat
- met licht Overijssels accent - zoals hij speelt: ge
concentreerd, gedreven, daadkrachtig, met snelle
wendingen, stevig maar eerlijk tacklend, soms een
onstuimige rush naar voren en dat alles zonder
enige vorm van vuil spel.
Het Ajax-publiek heeft hem opvallend snel in
de armen gesloten, de man uit het Kampen. In
Amsterdam maakt het immers niet uit dat je ooit
het boegbeeld was van een andere clubcultuur, als
je in de tegenwoordige tijd het rood en wit maar
met hart en ziel draagt.
Voel je je Ajacied?
'Ja zeker, dat voel ik me. Absoluut. Ik vind het een
eer om hier te mogen voetballen.'
Je wilde dit voorjaar terug naar Nederland. Het werd Ajax,
schreven de kranten, omdat die club 'slagvaardiger' was.
'Dat was het niet alleen. Ik wilde in Nederland bij
een mooie club spelen, als er nog interesse zou zijn
en als mijn fysieke gesteldheid het toe zou laten. Ik
vond het fantastisch dat Ajax zich via mijn zaak
waarnemer meldde. Zo snel ook. Toen ik klein was
en op straat voetbalde, was ik altijd "van Ajax".
Geen club heeft zoveel aanhang in Nederland, vol
gens mij. De historie is mooi en wat ze hier willen,
waar ze naar streven, spreekt me aan. Ik vernam
dat PSV ook belangstelling had, maar ik vond het
mooi zoals het liep.'
Negen jaar geleden mocht ik niet opschrijven dat je als
jongen voor Ajax voelde.
'Ja, dat herinner ik me wel. Je weet hoe supporters
op zulke dingen reageren en ik begrijp ze. Maar
toen ik bij PSV speelde voelde ik me daar ook heel
goed thuis. Zo ben ik. En ik had de supporters in
Eindhoven ook hoog zitten.'
Is er een groot verschil tussen de twee clubs?
'Buitenstaanders hebben het over Ajax vaak als
kil en arrogant. Ik ken deze club nu vijf maanden
van binnen en heb gemerkt dat dat beeld helemaal
niet klopt. De omgangsvormen zijn goed en warm
en familiair. Bij PSV ook, dus ik vind dat er weinig
verschil is. Wel willen ze hier met een bepaalde flair
en durf spelen, misschien dat het onjuiste beeld
daaruit voortkomt.'
Zogenaamde kenners
Spreek hem niet van onjuiste beeldvorming, daar
van heeft Jaap Stam het een en ander meegemaakt.
In het buitenland, maar ook in Nederland met zijn
tv-praatcultuur van deskundigen. 'Zogenaamde
kenners, analisten, roepen dat iets zo en zo is.
Zogenaamde leken nemen dat al gauw over en zeg
gen dat ook allemaal tegen elkaar, ook al weten ze
niet waarover ze praten. Zo blijft bijvoorbeeld het
beeld van de "arrogantie" van Ajax maar voortbe
staan. Dit verschijnsel is ook inherent aan de voet
ballerij. Ik haat dat, zoals mensen elkaar napraten.
En wat die analisten betreft, volgens mij roepen die
vooral dingen voor de kijkcijfers.'
Er zijn meer misverstanden die hardnekkig de
ronde blijven doen. Zoals het idee dat hij lang gele
den zijn hoofd kaal schoor om er als verdediger af
schrikwekkender uit te zien. 'Klopt ook niet. Ik las
zelfs kort geleden ergens dat ik door die kaalheid
en de tatoeages m'n imago had aangepast en me
onbereikbaar had gemaakt voor gewone mensen.
Wat een onzin, nooit aan de orde geweest. Ik kreeg
gewoon steeds meer van die inhammen. Alles eraf,
dat stond niet eens zo slecht en was voor mij ook
het gemakkelijkst. Die tatoeages? Vond ik gewoon
mooi. Ik heb me niet kaalgeschoren en tatoeages
laten zetten om anderen te intimideren.'
In veertien jaar betaald voetbal heeft hij ook
een ander verschijnsel leren kennen: mensen
die hem confronteren met uitspraken van vroeger.
'Zo schijn ik gezegd te hebben dat ik nooit
januari 2007