'TEN CATE GEEFT ME VEEL VERTROUWEN,
DOOR ME RECHTSTREEKS TE ZEGGEN DAT HIJ ME
EEN GOEDE VOETBALLER VINDT'
Nou ja, krijgen... Ik denk dat hij zelf gewoon meer
vrijheid nam. Zo heeft hij ook heel veel goals
kunnen maken, door naar binnen te komen. Voor,
naast of achter Klaas Jan, ruimte makend voor
Urby die dan zelfs op hem kon voorgeven. Uit te
gen Feyenoord scoorde hij zo, met een kopbal uit
een voorzet van Urby. Ik zag het vanaf de bank en
dacht: zie je nou wel, het is wel mogelijk.
'Na mijn eerste interland kwam ik weer bij Jong
Oranje. Met Foppe de Haan heb ik heerlijk ge
werkt. Een andere groep, een andere sfeer. Daar
kon ik weer een beetje mijn ding doen. Met Foppe
heb ik toen een goed gesprek gehad. Vooral over
Klaas. De trainer zei dat het natuurlijk niet leuk
was dat ik hem voor me had, maar hij drukte me
op het hart vooral van hem te leren. En daar was
ik het heel erg mee eens. Ik ben, ook nu nog, alleen
maar blij dat ik met Klaas Jan kan werken. Die
keer bij Jong Oranje was de ommekeer. Ik vond
mijn motivatie terug om hard te gaan werken.
Stapje voor stapje ging ik vooruit. Heel voorzich
tig viel ik soms weer in. Vijf minuutjes, tien, een
kwartiertje. Toen was het zo dat ik in die korte tijd
dat ik meedeed toch wel weer wat had. Een actie,
of een schot. Ik hoorde steeds na afloop dat ik
goed was ingevallen. Daar putte ik mijn vertrou
wen uit. Zo ging het verder.'
En hield je je bij die invalbeurten nog keurig aan de op
drachten?
Babel: 'Nee, toen had ik besloten er maling aan
te hebben. Als ik klaarstond om in te vallen werd
ik bedolven onder de opdrachten. Ik moest de
buitenkant houden en vanaf de achterlijn voor
zetten geven. En ik moest mee met mijn man als
hij opkwam. Totdat je van achteruit zou horen:
"Oké Ryan, laat hem maar lopen, wij nemen
over." Maar het grappige was dat er van achteruit
bijna nooit geroepen werd dat je hem kon laten
lopen, met als gevolg dat je linksback stond en
later voorin kracht tekortkwam. Ik besloot dat ik
weer mijn eigen ding zou proberen te doen. Wat
kon het voor kwaad? Ik vond dat het tijd werd
dat ik de vrijheid nam, net als ik Rosenberg had
zien doen. Tegen het einde van het seizoen kreeg
ik zelfs weer een basisplek. Tegen RKC startte ik.
En met hetzelfde idee: ik zou me nergens wat van
aantrekken. Het gevolg was dat ik voor iedereen
de ruimtes aan het verzieken was. Voor Wesley,
voor Klaas Jan, voor Boukhari. De trainer riep:
"Ryan, breed, brééd!" Ik negeerde hem. In de rust
kreeg ik de volle laag. Als ik niet anders zou gaan
spelen, en me niet aan de opdrachten zou houden,
zou ik worden vervangen. Ik gehoorzaamde, en
bleef keurig breed. Maar de tweede helft zat ik
totaal niet meer in de wedstrijd. Ik had heel weinig
balcontact. Iedereen liep me voorbij. Ik stond daar
maar aan de lijn. We wonnen dik, maar ik was
niet tevreden. De volgende dag had ik een gesprek
met de trainer. Daarin heb ik toen wel aangegeven
dat ik het idee had dat Rosenberg op die plek
veel meer vrijheid kreeg dan ik. De trainer was
het er niet mee eens. Hij vond dat Rosenberg zijn
momenten veel beter koos. Het was een positief
gesprek, vonden we allebei. Maar misschien had
het eerder moeten plaatsvinden. Ik moet eerlijk
zijn: op momenten dat ik mijn mond open had
moeten doen, deed ik dat niet.
'Het is een leerzame tijd geweest. En een rare tijd.
Ik had het WK helemaal uit mijn hoofd gezet. Ik
had geen enkele reden om nog te verwachten dat
ik van de partij zou zijn. Totdat de bondscoach
me belde en zei dat ik de hoop juist niet moest
opgeven. Hij zei dat ik nog steeds kans maakte.
Zijn opdracht was: als je speelt, laat zien wat je
kunt. Dat gaf me wel een heel fijn gevoel. Vanaf
dat moment kwam ik er weer aardig bovenop.'
Respect en krediet
Ben je niet gewoon veel te rustig en bescheiden ge
weest?
'Ik ben bang van wel,' knikt Babel. 'Nog steeds ben
ik te bescheiden. Ik moet wat brutaler worden. Op
het veld en daarbuiten. Ik wek kennelijk de indruk
dat spelers over me heen kunnen lopen en vergeet
me te laten gelden. Bij het Nederlands elftal ook.
Dan zitten we in de bus en maakt er iemand een
grap over mij. Iedereen lacht. Dan ga ik een beetje
zitten meelachen, terwijl je natuurlijk meteen van
je af moet bijten. Je moet laten merken dat ze dat
met jou niet moeten flikken, maar dat komt er bij
mij dan niet van. Denk maar niet dat Wesley zoiets
overkomt. Die gaat er meteen tegenin, zodat ieder
een weet dat er met hem niet te spotten valt. Het
heeft met persoonlijkheid te maken. Daar moet ik
dus aan werken.'
Ook al zou Wesley er moeite voor doen, hij zou niet eens
over zich heen kunnen laten lopen. Persoonlijkheid is toch
een gegeven?
'Voor een groot deel wel,' beaamt Babel. 'En
Wesley zou dat inderdaad waarschijnlijk niet voor
elkaar krijgen. Hij zou het ook nooit voor elkaar
willen krijgen, denk ik. Maar ik wil er wel aan
werken. Bovendien is het volgens mij gemakkelij
ker om brutaler te worden dan bescheidener. En
hoe medespelers tegen je doen, ligt niet alleen aan
je persoonlijkheid. Het heeft ook te maken met de
waardering die ze voor je hebben als voetballer.
Ajax Magazine