De Nederlandse verdedigers en keepers wisten
al snel dat wanneer Jan Molby's lichaamstaal
vertelde dat hij op doel ging schieten, de
noodklok geluid moest worden
'Een nieuwe viking in de Ajax-selectie.
De blonde Molby stond al enige tijd in
de belangstelling van de Ajax-scouts. De
sterke Deen speelde zowel bij zijn oude
club Kolding als in Jong Denemarken
als vrije verdediger terwijl hij ook op
het middenveld uit de voeten kan. Een
speler waarvan Ajax in de toekomst nog
veel plezier zal hebben.
Bovenstaande tekst stond onder het
fotootje van Jan Molby in de presen-
tatiegids van Ajax voor aanvang van
het seizoen 1982-1983. Veelbelovende
woorden voor een jongeman die met
stille trom naar Amsterdam was geko
men. Een volslagen onbekende voor het
Nederlandse voetbalpubliek; misschien
dat een enkele insider zijn naam en
ontbolsterende kwaliteiten kende. Maar
een voetballer uit Denemarken, dat kon
moeilijk misgaan. Frankie Arnesen en
Soren Lerby waren de jeugdige weg
bereiders geweest en een jaar voor de
komst van Jan Molby had Jesper Olsen
de harten van het Ajax-publiek stormen
derhand veroverd. De geringe aandacht
die de entree van de 19-jarige Molby
genereerde, was dan ook meer een
kenmerk van een minder overspannen
voetbaltijd dan van geringschatting.
Het fotootje in de presentatiegids toont
een stevige torso met boven een hals als
een forse zuil een vriendelijk, niet van
persoonlijkheid gespeend uiterlijk. Het
gezicht is ietwat opzij gebogen, wat zou
kunnen duiden op een lichte verlegen
heid. Het shirt maakt hem krachtig. Tja,
de eerste foto in het shirt van je nieuwe,
beroemde club waar ook je jeugdidool
Johan Cruijff speelt. Maar verlegen,
nou nee, dat was Janne Molby in geen
geval! Razendsnel paste hij zich aan
de sterk Mokums getinte kleedkamer
sfeer aan. Natuurlijk, wegwijs gemaakt
door Lerby en zeker door Olsen, bij wie
ook al niets van oorspronkelijk provin
ciale Deense afkomst te merken was.
Je kon niet om deze jongeman heen.
Fysiek al zeker niet, want Molby was
er eentje van het zwaargebouwde soort.
Een Deense dragonder die talent had
voor overgewicht en die in de massieve
benen een daverend schot had. Fraai
ook was de passing, lang of kort, steeds
accuraat. Hij had het vermogen de bal,
zoals dat in jargon heet, 'ergens neer te
leggen'. Wanneer hij in de laatste lijn
speelde, voedde hij de aanval graag met
een als langs een lineaal getrapte verre
bal en de Nederlandse verdedigers en
keepers wisten al snel dat wanneer
Molby's lichaamstaal vertelde dat hij op
doel ging schieten de noodklok geluid
moest worden.
De robuustheid zorgde voor een wat
kleiner draaivermogen en minder pure
snelheid, maar het was aangenaam
opmerkelijk dat de jongeman over een
natuurlijk inzicht beschikte waarmee hij
zijn kwetsbaarheid maskeerde.
Aan het eind van het debuutseizoen
stond er klip en klaar een totaal van
39 wedstrijden op zijn conduitestaat.
Weliswaar slechts een enkele keer op
zijn lievelingsplaats achterin en meestal
zwervend als een invaller op het mid
denveld, maar toch een aanduiding
dat het met de aanpassing vlot verliep.
Inmiddels had Jan, aan de hand van
Jespertje, zijn weg in Amsterdam ook
gevonden. Wanneer het kon (en soms
wanneer het niet kon) stapte het tweetal
als een Deense Asterix en Obelix over de
nachtelijke straten rond het Leidseplein.
Wanneer er een feestje gevierd kon wor
den, zoals een landskampioenschap,
zegde het duo nooit af. En wanneer
in de Blue Bayou in de Leidsekruisstraat
het lamplicht aanzwelde ten teken
dat het nu echt sluitingstijd was, was
Jan nog aanwezig om af te sluiten. Dat
er op de vroege trainingsochtend danig
moest worden afgezien, werd op de
koop toe genomen. Dat het massieve lijf
de nachtelijke invloeden kon verwerken,
was een klein wonder van kracht en
karakter!
'Kracht en onmiskenbare klasse ken
merken het spel van Jan Molby die in
navolging van vele Denen vóór hem snel
slaagde bij Ajax. Ook de Deense bonds
coach kon niet om Molby heen. Een
zekerheid voor de toekomst derhalve,
zowel voor Ajax als voor Denemarken.
Verse beschouwing in de presentatie-
gids van het tweede Molby-seizoen als
Ajacied. Opnieuw bevestigde Molby
zijn kunde, en zijn persoonlijkheid was
gegroeid. De status van vaste eerste elf
talspeler en Deens international maakte
hem 'gebekter'. Hij liet zich niet alles
aanleunen. Wanneer er in zijn ogen
onrecht geschiedde, dan zei hij er wat
van. Mogelijk dat er groeiende onvrede
was, gevoed door het gevoel dat de trai
ner het toch niet volledig in hem zag
zitten op de wat Molby betrof ideale
plaats van libero. En speelde het groei
ende besef van eenzaamheid een rol? De
Amsterdamse nachten werden niet alleen
maar gezocht om iets te vieren maar ook
als vervangmiddel voor het warmte-arme
thuiskomen op zijn Diemense flatje. Het
gemis van een thuisfront uitte zich in een
groter wordende weerbarstigheid. Het
kwam tot matig uit de wereld geholpen
confrontaties met de trainer. Waar ande
re spelers zich verscholen, daar deed Jan
met een fel weerwoord zijn mond open.
Al boterde het niet tussen hem en trainer
De Mos, de cijfermatige slotsom van het
seizoen zag er glanzend uit: 34 wedstrij
den en tien goals!
'Net voor het ter perse gaan van deze
presentatiegids kwam het bericht van
de transfer van Jan Molby naar FC
Liverpool.'
Tekst onder een fotootje van Jan Molby.
Voor het laatst in een Ajax-shirt, dat
hem uitstekend staat. Dit keer maakt
niet het shirt de voetballer, maar de
voetballer het shirt krachtiger.
Het is discutabel of je als 21-jarige al
rijp genoeg bent om de stap naar het
buitenland te maken. Maar toen Jan
Molby in augustus 1984 van Ajax naar
Liverpool vertrok, had hij natuurlijk al
de stap gemaakt, van Denemarken naar
Nederland! Jesper Olsen was hem een
paar maanden eerder al voorgegaan,
naar Manchester United. Zijn vertrek
was voor Ajax ongetwijfeld financieel
gunstig en voor Jan was het waarschijn
lijk een ontsnappingsmogelijkheid aan
de trainer met wie hij te veel overhoop
lag. Ajax was ontDeend. Voor Liverpool
was de 224.000 pond die de club neer
telde een koopje. Jan, die veel langer
in Amsterdam had kunnen voetballen
en met veel te stille trom verscheepte
naar Engeland, groeide in Liverpool in
licht en schaduw uit tot een cultfiguur,
met inbegrip van een onvervalst Scouse-
accent. De eerste Liverpool-buitenlander
die voor tien jaar trouwe dienst met een
testimonial werd geëerd.
34 Ajax Magazine