'Ik voelde het
aan mijn
lichaam. Het
lukte niet meer.
Het lichaam
deed niet meer
wat het moest
doen. Ik zat er
steeds eerder
doorheen'
niet het idee dat ik er te vaak naast
werd gehouden. Dat was meer een idee
dat van buitenaf kwam. Mensen wilden
mij graag zien spelen. Kennelijk was ik
een soort belangrijke speler geworden.
Maar ik was het helemaal met de trainer
eens. Het was goed doorgesproken.
De afspraken waren bedoeld om nieuwe
overbelasting te voorkomen. 'Wat ook
meespeelde was dat er in het begin
niemand achter mij stond om mijn posi
tie in te kunnen vullen. Ik was de enige
voor de linksbackpositie. De alternatie
ven Lindenbergh en Vermaelen kwamen
op hun eigen plek veel beter tot hun
recht. Dat maakte het niet gemakke
lijker. Juanfran werd dan wel gehaald,
maar die moest nog een paar maanden
aan zijn conditie werken. Ik moest. Het
waren zware tijden. Zo had ik het me
ook nooit voorgesteld. Het was te veel
tegelijk. Toen ik hoorde dat Juanfran
gehaald was, gaf dat enige rust. Ik was
blij dat er een alternatief kwam. Ik zag
het in eerste instantie niet als concur
rentie, maar als hulp. Ik wist dat als
het echt niet meer ging, er vervanging
klaar stond. Later werd dat anders.
Dan begrijp je dat je het met zijn tweeën
moet uitvechten. Maar daar is ook niets
mis mee.'
Suurbier overleven
Urby Emanuelson komt uit een gezin
waarin het heel belangrijk was om je
goed te gedragen. Zijn broer en zus
zijn ook heel rustig, geheel volgens de
opvoeding. Zijn broer Julian speelde
ook bij Ajax in de jeugd, maar verder
dan de Al kwam hij niet. Het voetbal
talent is genetisch bepaald. Vader Errol
was een begenadigde aanvaller. Zijn
bijnamen zijn veelzeggend: The Rumba
Man of het Gummimannetje. Over hem
gaat het onwaarschijnlijke verhaal dat
hij in juli 1976 met zijn club Robin
Hood in de Meer speelde tegen Ajax en
Wim Suurbier keer op keer dolde. En
het overleefde.
'Ik heb er inderdaad heel veel verhalen
over gehoord,' zegt de zoon van het
Gummimannetje met een trotse grijns.
'Echt heel veel. Iedereen die me vertelt
over die wedstrijd, vertelt hoe mijn
vader Wim Suurbier gek maakte. Hij
wist geloof ik niet hoe gevaarlijk dat
was. Het ging goed totdat Suurbier
vond dat het mooi geweest was. Toen
schopte hij mijn vader de wedstrijd uit.
Eindeloos zijn de verhalen erover. Zeker
als ik op straat oudere Surinaamse
mannen tegenkom, beginnen ze altijd
daarover. Het verhaal wordt steeds
mooier. Inmiddels is het niet meer dui
delijk hoeveel keer mijn vader Suurbier
door zijn benen speelde, maar niemand
herinnert het zich als minder dan drie
keer. Als ik de mensen mag geloven
die de voetballer Suurbier weer goed
hebben gekend, is het een wonder dat
mijn vader het er levend vanaf heeft
gebracht. Mijn vader heeft het er nooit
veel over gehad. Hij is bescheiden.
'Hij wilde ook profvoetballer worden.
Hij heeft genoeg stages gelopen. Bij
Haarlem, Heracles, Feyenoord en Ajax.
Maar hij haalde het niet. Toen is hij
naar België gegaan om bij Sint Niklaas
te gaan spelen. Maar doordat mijn
broer en zus er toen al waren, vond
hij het op een gegeven moment wel
mooi geweest en wilde hij terug naar
Nederland. En wat ook meespeelde
was dat het er in België erg racistisch
aan toe ging. Daar kon hij niet meer
goed tegen. Hij vond het goed opvoe
den van zijn kinderen belangrijker dan
het succes in het voetbal. Hij wilde een
echte vader zijn.
'Maar in Suriname was en is mijn
vader volgens mij echt een soort held.
Daar was ik vier jaar geleden, toen ik
er voor het laatst was, nog alleen het
zoontje van... Dat zal nu ook nog wel
zo zijn, hoewel natuurlijk ook daar wel
is doorgedrongen dat ik het redelijk
heb gedaan. Misschien is mijn vader nu
wel "de vader van"... Maar als "zoon
tje van" ben ik ook gelukkig.'
Jij hebt inmiddels ook al een paar keer racis
tische uitwassen meegemaakt op de tribunes.
Emanuelson: 'Bij Brondby uit was het
erg. Met Trabelsi en Babel die allerlei
racistische dingen te verwerken kregen.
En ADO-uit was echt extreem. Daar
was Jeffrey Sarpong het mikpunt. Dat
doet wel wat met je. Het ging niet om
mij, maar het raakte mij ook. En toch
maakte het mij sterker. Als je dan met
een overwinning van het veld kan stap
pen, is dat een heel goed gevoel. Maar
ook dat moet je niet uitbundig vieren. Je
wilt ook de stad nog uit komen, en als
je je laat provoceren, kan dat ook nog
weieens moeilijk worden. Je moet jezelf
beheersen. Gelukkig lukte ons dat. Het
publiek lukte het wat minder, helaas.
'Ik vind het heel goed dat er vanuit de
FIFA strenge regels gaan worden toe
gepast die dit soort gedrag moeten
stoppen. Waarschijnlijk is het de enige
manier, maar of het echt gaat werken
moeten we eerst nog zien. Bij clubs als
Lazio Roma lijkt het me ook op deze
april 2006 23