samenstelling Mik Schots Jan Luitzen
wist over te brengen. Met dezelfde zelfbewustheid
en overtuigingskracht is Van Gaal veertien jaar
later als trainer bij AZ aan de slag gegaan, voorals
nog opnieuw met succes.
Een trainer die qua gedrevenheid, opstelling en
prestaties vergelijkbaar is met Van Gaal, is basket-
balcoach Ton Boot. Boot is in twintig seizoenen
met verschillende, vóór zijn komst meestal weinig
succesvolle clubs veertien keer landskampioen ge
worden, heeft diverse keren de Nederlandse beker
gewonnen en is ook herhaaldelijk ver gekomen in
de Europa Cup. In 2004 is hij voor zijn sportieve
'oeuvre' door de NOC*NSF onderscheiden met de
titel 'sportcoach van het jaar'. Hij heeft trouwens
ook soortgelijke ervaringen als Van Gaal met
de pers, maar ondervindt daar geen hinder van.
Hij leest geen interviews en wedstrijdverslagen.
Sinds september 1999 schrijft Boot columns voor
Metropool, de maandagbij lage voor de regio
Amsterdam van De Telegraaf. In Overwinnen
is een selectie columns uit de jaren 2002 tot en
met 2005 gebundeld, afgewisseld met enkele in
terviews.
Ongezouten meningen
In de interviews - achtereenvolgens met basket
baller Joe Spinks, Ronald Koeman (als trainer
van Ajax), Co Adriaanse (als trainer van AZ), ex-
volleybalcoach Toon Gerbrands en zichzelf - gaat
Boot op zoek naar de beleving, doelstellingen en
inzichten van zijn gesprekspartners. Het zijn dia
logen tussen gelijken, waarbij Boot uitleg vraagt
en commentaar geeft. 'Bij Ajax was je doelstelling
in je eerste seizoen ten minste bij de eerste vijf te
eindigen. Dat was naar mijn idee veel te laag,' legt
hij Adriaanse voor. 'Ik denk er inderdaad anders
over. Goed is goed en slecht is slecht,' reageert
hij op Adiaanses motivatie om halverwege het
seizoen bij AZ te beginnen uit angst dat het zijn
laatste kans zou zijn.
In de columns komen tal van onderwerpen aan
bod, van Boots visie op coaching en mentale
begeleiding tot het gemeenschappelijke belang van
sport en de pers, de laakbare houding van de poli
tiek, de onbenutte mogelijkheden van sport als
marketingmiddel, de buitensporige zelfverrijking
van topmanagers, de omgang met relschoppers en
de versnelde naturalisatie van Salomon Kalou. Hij
geeft daarin ongezouten zijn mening en schroomt
niet mensen te schofferen. Zijn grootste verwijten
treffen minister Verdonk en staatssecretaris Ross-
Van Dorp. 'Deze zou eigenlijk de belangen van de
sport moeten verdedigen. Uit haar gedrag blijkt
alleen maar minachting en desinteresse voor de
sport. Het enige wat Clémence interesseert is haar
eigen politieke ambitie.'
Ajax Magazine
Ton Boot
Overwinnen
Pharos Uitgevers, ISBN 90-77075-21-6
159 pagina's, 11,-
Talent als handicap
Het meest interessant zijn Boots op
merkingen over de voorwaarden vooi
topprestaties en de invulling van
coaching. Om te beginnen bestaan
er 'nogal wat misverstanden over het
begrip talent. Simpel gezegd: een
talent is nog lang niet goed, maar
zou het in de toekomst wel kun
nen worden. De valkuil voor de
meeste talenten is dat ze hun huidige
situatie te rooskleurig inschatten. Dit
feit wordt vooral gevoed door hun
omgeving (ouders, begeleiders, zaak
waarnemers, coaches, publiek, pers).
Ze voelen zich al een ster en vinden
dat ze ook niet meer zo hard hoeven
te trainen. Ze leven in dromenland.
Ze worden vaak arrogant, gemak
zuchtig en onbescheiden. Die zullen
de top dan ook nooit halen. Talent
is vaker een handicap dan een voor
deel.' Als voorbeeld noemt hij Robin
van Persie in zijn tijd bij Feyenoord.
Als 'fundament van het spel' ziet
Boot 'de gave om nooit op te geven
en er op moeilijke momenten te
staan'. Op deze mentale kracht, die
'aanleerbaar' is, zou training voor
een groot deel gericht moeten zijn.
'Een training is eigenlijk niets anders
dan keer op keer (vooral mentale)
hindernissen voor de sporters op
te werpen die zij dan maar moeten
overwinnen. Het is een moeizaam proces dat het
uiterste vergt van coach en atleet.'
Daarbij zijn duidelijkheid en consequent han
delen, al in de tijd van trainer Rinus Michels - 'als
coach een visionair, vernieuwer en pragmaticus,
met stip de coach van de eeuw!' - ten onrechte
verward met botheid en gebrek aan flexibiliteit,
van het allergrootste belang. Flexibel en creatief
toont een coach zich in het voorafgaande proces.
Daarin worden de doelstellingen vastgesteld, die
hoog maar haalbaar moeten zijn. Maar de daar
uit voortvloeiende regels moeten strikt nageleefd
worden.
Dergelijk consequent handelen van coach én
sporter is alleen mogelijk als zij intrinsiek gemo
tiveerd zijn en hun motivatie dus niet afhankelijk
is van bonussen. Sterker nog, 'veel logischer zou
zijn dat topcoaches, topsporters en topmanagers
een boete moeten betalen als ze niet presteren.'
Boot prijst in dit opzicht bondscoach Marco van
Basten, die met zijn selectiebeleid kiest voor een
hecht team met gretige spelers. Vermakelijk is de
wijze waarop Boot zijn eigen onderhandelingen
met een Belgische clubeigenaar beschrijft, waarbij
hij wanhopig probeert om geen bonus te hoeven
ontvangen bij een eventueel kampioenschap.
Met het nodige cynisme ten opzichte van de bui
tenwereld - ook 'het instituut Ajax' krijgt een veeg
uit de pan naar aanleiding van de handelwijze van
het bestuur bij het vertrek van technisch directeur
Van Gaal en trainer Koeman en de aanstelling van
trainer Blind - geeft Boot een ontwapenend eerlijk
beeld van de beleving van topcoaches, die hijzelf
een 'dwangmatige persoonlijkheidsstoornis' toe
dicht. Hij toont zich, net als Van Gaal, rechtvaar
dig en consequent in zijn opvattingen.