Laetitia Griffith
De buitenstaander
Wethouder haalt haar
drive uit voetbaljeugd
Laetitia Griffith (40) maakte in de zomer van 2005 de overstap van Den Haag
naar Amsterdam en verruilde daarmee de landelijke politiek voor de lokale
politiek. Griffith werd wethouder van financiën en economische zaken, maar
ook lijsttrekker voor de VVD. Griffith, die zichzelf beschrijft als iemand die
'keihard werkt', heeft haar drive en winnaarsmentaliteit misschien wel van
haar vader Edmund, die zijn vier dochters in Suriname op jonge leeftijd met
verschillende sporten in aanraking bracht. 'Hij liet ons niet alleen voetballen,
maar ook basketballen en dammen. Ik weet niet beter dan dat sport erbij
hoort in het leven.'
hem meegekregen. Mijn zussen en ik
voetbalden regelmatig tegen de jongens
uit de buurt, maar basketbal deden we
net zo lief. Mijn vader voetbalde bij Leo
Victor, dat voor een belangrijk gedeelte
werd gefinancierd door de Joodse
gemeenschap uit Suriname. Mijn vader
is onderdeel van dat netwerk gewor
den en werd door de sport een bekende
Surinamer. Waar ik met hem ook kwam,
ze kenden hem. De club heeft hem toen
geholpen aan een baan als postbode,
die hij kon combineren met het voetbal.
Zo kon ons gezin overleven, terwijl hij
daarnaast met zijn grote passie bezig
kon zijn.'
tekst Jeroen van den Berg
fotografie Sander Nieuwenhuys
Griffith ontvangt ons in haar
riante hoekkamer op de
vijfde verdieping van het
stadhuis. Aan één kant is er
het prachtige uitzicht over
de Munt en de directe omgeving van het
Rembrandtplein, aan de andere kant
zien we het gedeelte van de Amstel met
de Magere brug en de Amsterdamse
'Twin towers'. Het is op deze koude
januaridag zonnig weer, wat het uitzicht
alleen maar ten goede komt. De wet
houder heeft het druk. Druk met haar
gewone werk, maar feitelijk nog druk
ker met het campagne voeren. Immers,
als lijsttrekker van de WD hoopt zij op
7 maart een goede uitslag neer te zetten.
Omdat deze editie van Ajax Magazine
pas enkele dagen na de gemeenteraads
verkiezingen bij de lezers zal aankomen,
wordt er in dit verhaal vooral over voet
bal gesproken. Een mooi voetbalver-
haal, want Griffith neemt ons mee terug
naar haar jeugd, waarin voetbal een zeer
belangrijke plaats in haar leven innam.
Aan de hand van het Groot sportfoto-
boek Suriname van Guno Hoen - dat zij
enkele jaren geleden in Suriname kocht
- vertelt zij met veel liefde over haar
eerste voetbalervaringen in Suriname.
Griffith: 'Als kind wist ik niet anders
dan dat het leven uit niets anders dan
voetbal bestaat. Mijn vader is altijd een
fanatieke voetballer geweest. Overal in
de buurt van ons huis werd gevoetbald.
Mijn vader heeft voor het nationale
elftal van Suriname gespeeld en werd
geselecteerd voor de olympische ploeg
van 1964. Suriname won van Amerika
en Panama, maar verloor van Mexico
en daardoor liepen ze plaatsing mis.
Desondanks waren die prestaties knap.'
Niet zonder trots laat ze de elftalfoto uit
1964 zien, met rechtsonder in gehurkte
houding Edmund Griffith. Ze vervolgt:
'Mijn vader reisde veel, vooral in het
Caraïbisch gebied. Uit alle landen waar
hij kwam nam hij muntjes mee. Mijn
drie zussen ik verzamelden deze. Zo
konden we precies zien en bijhouden
waar hij allemaal was geweest. Sport
stond sowieso bij ons centraal. Mijn
vader is ook dol op boksen, dammen
en sjoelen, dat hebben we eveneens van
Jongens
'Halverwege de jaren zeventig stopte
mijn vader. Wij verhuisden naar het
district Nickerie, waar hij verder is
gegaan als trainer. Die tijd heb ik eigen
lijk veel bewuster meegemaakt dan zijn
periode als voetballer. Hij werd trainer
van Santos en nodigde de jongens bij
ons thuis uit voor de tactische voorbe
sprekingen. Dat was natuurlijk wel wat!
Wij waren thuis helemaal niet gewend
om jongens te ontvangen en nu kwam
er iedere week een grote groep binnen,
waarbij wij - meiden van tien jaar en
ouder-altijd aanwezig waren. (Lacht)
Er was daarbij iedere keer sprake van
een soort spanningsveld, dat was voel
baar. Wij meiden keken en genoten
ervan. Ik vond het ook prachtig om
die besprekingen te volgen, maar naar
mate ik ouder werd, voelde ik heus dat
ik eigenlijk meer interesse had in de
heren zelf dan in al die besprekingen.
maart 2006 49