Het
Ajax
Museum
Museumstukken
De tweede Deense golf
Jesper Olsen in zijn debuutwedstrijd, op 16 augustus 1981uit bij Willem II (1 -7).
vooravond van de grote internationale
doorbraak, die Sondergaard niet zou
meemaken. Na tien wedstrijden verruil
de hij Amsterdam voor het Franse Metz,
ook een leuke stad.
Arnesen en Lerby maakten hun vroege
faam wél waar en hoe! Temidden
van grootheden als Ruud Krol, Barry
Hulshoff, Ruud Geels en Tscheu-la Ling
draaiden ze met Ajax voortdurend mee
in de top van de Nederlandse competi
tie, en drie maal droegen ze de kampi-
oensschaal. Dat Deens inmiddels naar
meer was gaan smaken, bleek uit de
komst van achtereenvolgens Henning
Jensen, die in 1979 van Real Madrid
werd gekocht, Sten Ziegler, in 1980
overgenomen van Roda JC, Jesper
Olsen, in 1981 gehaald van Nasstved en
Jan Molby, die in 1982 van Kolding IF
kwam. Toch bleken niet alle Denen van
het kaliber van de 'voetbalbroertjes' te
zijn. Jensen was een heel grote naam, die
bij Borussia Mönchengladbach en ver
volgens Real Madrid veel geld had ver
diend. In Madrid kwam hij echter al niet
goed uit de verf en ook in Amsterdam
liet hij geen verpletterende indruk na. Na
twee seizoenen en maar acht competi-
tiedoelpunten, destijds erg weinig voor
een spits, hield men het voor gezien en
mocht hij naar Denemarken. Misschien
kwam zijn tegenvallende prestatie wel
door het feit dat hij veel op het midden
veld moest opereren omdat in de spits
inmiddels ene Willem Kieft was gaan
spelen. En die kon wél scoren!
Ook Sten Ziegler redde het niet bij
Ajax, maar Olsen en Molby maakten
wel indruk. Olsen schitterde regelmatig
als linksbuiten en Jan Molby speelde,
iets minder overtuigend, in de verde
diging. Het was geen wonder dat zij in
1984 werden gekocht door Engelse top
clubs, respectievelijk Manchester United
en Liverpool. Een jaar eerder had Lerby
Ajax ook verlaten (Arnesen was al in
1981 vertrokken) en daarmee ving voor
Ajax 'de eerste Denenloze periode' aan.
Eind jaren tachtig begon Ajax weer veel
Denen te kopen. Als eerste kwam Jan
Sorensen, die al een tijdje in Nederland
vertoefde en achtereenvolgens bij FC
Twente, Excelsior en Feyenoord speel
de. Waarom Ajax hem wilde zal altijd
een raadsel blijven, waarschijnlijk had
hij een handige makelaar. In elk geval
mocht hij van trainer Johan Cruijff
al na twee maanden zijn biezen pak
ken. Onfortuinlijk waren ook Johnnie
Hansen en Dan Petersen, die in 1991
kwamen. Hansen speelde maar zeven
wedstrijden, Petersen deed het met 55
duels in drie seizoenen beter. En toen
kwamen de Laudrupjes het Deense
blazoen oppoetsen. Eerst de grote
Michael, die na Lazio Roma, Juventus,
Barcelona en Real Madrid een stapje
terug had gedaan door bij het Japanse
Vissel Kobe te gaan spelen. Zijn vriend
Michael Laudrup, hier in duel met Jaap Stam, nam op 17 mei 1998 in stijl afscheid van Ajax.
Zijn laatste wedstrijd was de Amstel Cupfinale tegen PSV in de Kuip, die Ajax met 5-0 won.
Morten Olsen trainde Ajax inmiddels
en haalde hem over naar de ArenA te
komen. Het werd een voor beide par
tijen succesvolle verbintenis: Laudrup
acteerde op een niveau dat bij hem paste
en Ajax werd weer eens landskampi
oen. Olsen kende vanzelfsprekend meer
Denen en zo werden ook Ole Tobiasen
en Jesper Gronkjaer gehaald. Tobiasen
was al geen onbekende in Nederland; hij
speelde bij FC Heerenveen. Bij Ajax was
hij uiterst ongelukkig: al in het begin
van het seizoen kreeg hij een kniebles
sure, die het einde van zijn carrière
bij Ajax inluidde. De van Groenland
afkomstige Gronkjaer kreeg wél de gele
genheid zijn kunnen te tonen, al lagen
zijn kwaliteiten voornamelijk op het
veld en niet 'in de persoonlijke sfeer'.
Met trainer Jan Wouters, die Olsen had
opgevolgd, lag hij zo veel overhoop dat
het de Ajax-leiding eind 1999 beter leek
dat hij vertrok.
De laatste grote Deen bij Ajax was
de contractenvreter Brian Laudrup.
Zijn imposante carrière voerde hem
langs Brondby IF, Bayer Uerdingen,
Bayern München, AC Fiorentina, AC
Milan, Glasgow Rangers, Chelsea en
FC Kopenhagen voordat hij op 1 juli
1999 de ArenA binnenstapte. Net als
zijn broer bleef hij maar één seizoen; hij
moest stoppen vanwege een chronische
blessure aan de achillespees. Sinds zijn
vertrek is het veel te rustig in de ArenA.
Eigenlijk wordt het gewoon weer tijd
voor wat Danish dynamite
Een bezoek aan het Ajax Museum
maakt deel uit van de World of
Ajax Tour. U krijgt eerst iets te
drinken aangeboden en ziet
daarna een korte film. Dan volgt
een rondleiding door de ArenA
en een bezoek aan het museum.
Voor kinderen zijn er speciale
kinderrondleidingen, met spelle
tjes, een quiz en een cadeautje.
De prijs van de twee uur durende
World of Ajax Tour bedraagt
€9,50 p.p. Kinderen t/m 12 jaar
en 65+-pashouders betalen
€8,00 p.p. De starter-tour (1 uur,
reserveren niet nodig) kost €8,00
p.p. en €7,00 voor kinderen t/m
12 jaar en 65+-pashouders. Voor
grote groepen gelden speciale
tarieven. Voor groepen kan ook
een speurtocht door stadion en
museum georganiseerd worden.
Voor inlichtingen en reserverin
gen: 020-3111336. U kunt ook
alleen het museum bezoeken.
Toegang en kaartverkoop lopen
via de supportersbalie in de
Official Ajax Fanshop. De entree
bedraagt €3,50. Openingstijden:
1 apr-30 sep ma t/m vr 9.30-
18.00, za en zo 10.00-17.00 (niet
tijdens wedstrijden op zondag);
1 okt-31 mrt ma t/m za 10.00-
17.00, zo alleen op koopzonda
gen (niet tijdens wedstrijden op
zondag). Openingstijden ArenA-
tours: dagelijks 10.00-17.00 (op
wedstrijddagen geldt een aange
past programma).
maart 2006 43