De eerste! week krijgen we weer een kans, zo redeneerde ik. Dat kon niet iedereen. Men bleef er maar over doorzeuren. Tegenwoordig, met al die media-aan dacht, is dat al helemaal het geval. Zwaar overdreven, vind ik. Voetbal is maar een simpel spel, hoor. Sport is heel simpel. Het wordt veel te ingewikkeld gemaakt. Dat opgeklopte zette ik altijd van me af. Ik was al via het basket bal gewend dat er druk heerste. Zeker bij basketbal werd van me verwacht dat ik punten zou scoren. Dat deed ik dan meestal ook. Maar aan heldenver ering deed ik niet. Ik kon toevallig goed sporten, dat was een gave.' Eén seizoen was Ouderland uit de roulatie. 'In het begin van het seizoen 1959-1960 kreeg ik geelzucht. Ik was inmiddels aanvoerder van Ajax. Heb ik het hele seizoen niet meer gespeeld. Ik ben er slecht aan toe geweest, het was op een gegeven moment levens bedreigend. Ik heb zes weken plat gelegen, Ik kreeg heel dunne beentjes, was een dweil, kon nog niet eens een biefstukje van anderhalf ons optillen. Uiteindelijk is het toch via medicijnen verholpen. Maar voor het nieuwe sei zoen liet Buckingham me weten dat er eigenlijk geen contract meer voor me was. Het was afgelopen, vond hij. "Dan ken je me nog niet, Vic," antwoordde ik. We maakten de afspraak dat als ik wel terug zou komen, ik mijn contract terugkreeg. En dat lukte. In het begin van het seizoen verloor Ajax met 9-5 van Feyenoord. De wedstrijd erop stond ik er weer in. Inmiddels was ik omge turnd, tot linksback. En toen heb ik het Nederlands elftal gehaald, op relatief late leeftijd; ik was negenentwintig. Dat was me als aanvaller niet gelukt, nee. Ik was een vechter, een knokker, maar had ook een goede techniek. Ik kon in dienst van het elftal spelen.' Piet Ouderland met Ajax in de Kuip, 2 september 1962. Staand vanaf links: Bennie Muller, Bertus Hoogerman, Henk Tijm, Piet Ouderland, Ton Pronk, Piet Keizer; gehurkt: Co Prins, Sjaak Swart, Henk Groot, Werner Schaaphok, Cees Groot. Eén klont 'De sfeer in het elftal was heel goed. Het was één klont. De meesten waren Amsterdammers, dat klikte goed. We zitten nog steeds bij elkaar op de tribune van de ArenA. Hebben een prachtige tijd met Lucky Ajax. Jongens die van buiten kwamen, hadden het overigens niet altijd gemakkelijk. Behalve als ze heel goed konden voetballen, zo als de broers Cees en Henk Groot. Ook met veel Feyenoord-spelers kon ik goed opschieten. En nog. We waren rivalen in het veld, we knokten ons suf, maar buiten het veld waren we gabbers. Ik hield niet van gezeur in het veld, gewoon lekker voetballen. 'In 1964 moest ik van het Ajax-bestuur maart 2006

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2006 | | pagina 31