'Ik ben meer met kansen bezig dan met scoren' stap naar Ajax. Ik speel nu voor een topclub in Nederland. Andere doelen heb ik al bereikt. Ik werd topscorer van de eerste divisie en beste eerste divisie speler van het jaar bij het WCS-gala. Vorig jaar werd mijn club vijfde. Met Heerenveen heb ik twee keer na elkaar Europees overwinterd. Alles op het goede moment. Tot nu toe heb ik het maximale eruit gehaald. Mijn ouders zijn er het meest trots op dat ik het naar mijn zin heb. En dat ik iets doe wat ik leuk vind. Ik weet niet of mijn vader nu trots op me is, omdat ik bij de club speel die hij aanhangt. Hij praat er niet zoveel over. Je ziet wel dat hij trots is, maar hij zal het niet snel zeggen. Ik zie het wel. Aan zijn manier van doen, aan zijn houding, aan gezichtsuitdrukkingen. Ik weet dat hij trots is. Dat is in zekere zin ook wel belangrijk. Of beter: het is een lekker gevoel. Maar mijn ouders zijn op al hun kinderen trots. En terecht. Ze hebben ook nooit meer belangstelling voor mij gehad dan voor mijn broers. Ik heb ook net zoveel bewondering voor wat mijn broers doen, mijn ouders en mijn vriendin als zij hebben voor wat ik doe. Soms worden dingen ook belang rijker gemaakt dan ze zijn. Zoals voetbal. Sommige dingen worden over dreven. Dat is het showeffect van het voetbal. 'Niemand in mijn omgeving heeft me ooit proberen te ontmoedigen. Ik mocht altijd mijn ambitie volgen. Mijn moeder zei altijd dat als ik het echt wilde, dat ik het dan kon. En zo was het meestal. Wat ik wilde, lukte meestal wel. Het één wat gemakkelijker dan het andere. Het is vooral een kwestie van mentaliteit. Talent alleen is niet voldoende. Je moet alles doen om het te halen. Ik ben er altijd vol voor gegaan. In het gezin ben ik niet de enige met die instelling. Mijn vader is ook rechtlijnig. Als hij iets wil, moet het ook zo gebeuren. Hij werkt op kantoor in de thuiszorg. Hij deelt in en regelt wie wanneer welke zorg moet krijgen. Mijn oudste broer zit als begeleider bij een leefgroep met kin deren die allerlei problemen hebben. Van zestien tot en met negentien. Hij vindt het een uitdaging om die jongeren te helpen. Mijn moeder is kraamver pleegster. Allemaal in de verzorging. Ik heb een heel andere richting gekozen. Iets minder sociaal. Ik hoor natuurlijk genoeg verhalen over mensen die er minder goed voor staan. Ik weet heel goed dat het allemaal niet zo vanzelf sprekend is om te kunnen bereiken wat ik heb bereikt. Mijn vriendin werkt ook met kinderen die minder bedeeld zijn: gehandicapten. Ze werkt op de Mytylschool hier in Zuidoost. Ik weet dat er andere dingen in het leven zijn dan voetbal. Maar daarmee is voet bal zeker niet onbelangrijker voor me geworden. Misschien juist niet. Ik prijs mezelf gelukkig. Het is heus niet alle maal rozengeur en maneschijn, maar we hebben niets te klagen. Zelfs niet als het even wat minder gaat, zoals dit seizoen bij Ajax. Soms zijn spelers wel eens iets te gemakkelijk. Vooral in slechte tijden zie je soms spelers die heel snel ergens last van hebben. Gelukkig gaan bij Ajax de meesten wel door. Ik heb niet het idee dat er veel het hoofd laten han gen. Dat zal je mij ook niet snel zien doen. Ook niet als ik een levensgrote kans om zeep help. Misschien komt het raar over, maar ik ben meer met kansen bezig dan met scoren. Ik mis liever drie open kansen, dan dat ik helemaal geen kansen krijg. Ik heb het liever in eigen hand. Liever mezelf iets verwijten, dan een ander.' maart 2006 25

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2006 | | pagina 25