Klaas Jan Huntelaar
Bluf zonder
kapsones
De liefde voor de club was lang eenrichtingsverkeer. Bij afkomst bepaald,
was Klaas Jan Huntelaar Ajacied. Alleen Ajax wist het zelf nog niet. Toen de
Amsterdamse technische leiding de onmisbaarheid van de afwezige moest
toegeven, was Huntelaar inmiddels namens SC Heerenveen de topscorer van
de Eredivisie. Twijfel alom over de keuze, maar nooit bij de persoon in kwes
tie, die binnen enkele wedstrijden aantoonde Ajax' missing link te zijn.
tekst Raymond Bouwman
fotografie //Tessa Posthuma de Boer
Genealogisch gezien is Ajax'
spits op zijn plaats. Zijn
vaders vader werd geboren
in Amsterdam en woonde
onder andere in de Van
Woustraat. Klaas Jan Huntelaar heeft
Amsterdams bloed. Niet dat dat nou
in het bijzonder tot aanbeveling strekt,
maar door zijn afkomst was Klaas
Jans vader Dirk Jan altijd aanhanger
van Ajax geweest. Zijn clubliefde had
Klaas Jan van zijn vader overgenomen.
Maar voor hij bij de club van zijn keuze
arriveerde moest hij eerst nog de lange
weg afleggen van Hummelo Keppel
naar De Graafschap naar PSV naar
AGOW en naar Heerenveen. Opa
Huntelaar leeft nog. Hij woont in
middels al lang niet meer in Amsterdam,
maar kan tevreden zijn over zijn klein
kind.
'Van mijn opa kan ik me niet eens echt
herinneren of hij voor Ajax was,' zegt
de spits. 'Dat was meer mijn vader.
Misschien ook vanwege mijn opa, dat
zou kunnen. Misschien kwam het ook
wel doordat Ajax in die tijd fantas
tisch voetbalde. Ik ben op mijn beurt
weer door mijn vader altijd voor Ajax
geweest. En ik ben trouw. Als dat er
eenmaal inzit, raak je dat niet meer
kwijt. Waarschijnlijk speelde dat ook
een rol bij mijn overstap. Ik had al wel
een bepaald gevoel bij Ajax. Het was
altijd mijn favoriete club. De manier
van spelen sprak mij ook aan; het spel
dat ze willen spelen. Dat is door de
jaren heen altijd hetzelfde geweest. De
mooiste wedstrijd die mij is bijgebleven
was thuis tegen Bayern München, in het
Olympisch Stadion. Met dat vuurwerk
erbij. Rode fakkels. Die rook die in het
stadion bleef hangen... Het was zo'n
mooie sfeer. Litmanen, Bergkamp, dat
waren de spelers waar ik in die tijd het
meest naar keek.
'Het is niet dat je alleen maar op basis
van voorkeur, of clubliefde, beslist naar
welke club je gaat. Maar het speelt zeker
mee. Er zijn heel wat mensen geweest
die me hebben afgeraden naar Ajax te
gaan. De bekende riedel: het draaide
niet; het is er moeilijk voor spitsen;
Ajax had al vier centrumspitsen. Dat
interesseerde me verder niet. Ik legde
die verhalen naast me neer, hoewel het
duidelijk was dat het geen rijdende trein
was. Maar ik wist dat ze gingen bou
wen aan een nieuwe ploeg. Ik heb me
ingesteld op een lastig half jaar. Maar er
zitten goede spelers in deze groep. Op
de training loopt het soms heel aardig.
In de wedstrijden ook af en toe. Dat
betekent dat het er wel in zit. Nu moet
het er nog uitkomen. Daar moeten we
zelf voor zorgen. Ook ik moet eraan
bijdragen wat in mijn vermogen ligt.
Van tevoren was ik er niet heel veel
mee bezig wat de oorzaken waren
van de tegenvallende prestaties. Nu je
er middenin zit, krijg je een beeld. Bij
Heerenveen was alles allereerst op het
team gericht en dan pas op het individu.
Bij Ajax is de benadering van bovenaf
ook zo, maar op het veld komt het col
lectief niet altijd op de eerste plaats.
Hier zijn we te veel met eigen dingen
bezig. Misschien hangt dat wel samen
met de samenstelling van de selectie.
Het zijn over het algemeen natuurlijk
betere voetballers dan bij Heerenveen.
Misschien zijn die automatisch meer op
zichzelf gericht. Kijk naar Real Madrid.
Betere voetballers lopen er niet rond op
de wereld, en toch presteren ze niet. Dat
kan komen doordat individuele spelers
zich te groot voelen voor het geheel.
Maar als je niet als team speelt, kom
je nooit aan voetballen toe. Dan blijft
het los zand. Bij Ajax was het in zekere
zin ook zo. Als je heel veel goede spe
lers hebt, is het niet per definitie gemak
kelijker voor het team. Maar het is
maar hoe je het zelf invult. Ik had niet
maart 2006 21