Ajax onderuit op de zandbak
van het Dinamo Stadion
Er zijn van die 'Historische gronden' waarmee het maar niet wil lukken: het Constant Vandenstock Stadion in
Brussel, Nou Camp in Barcelona: Ajax ontloopt zowel Anderlecht als Barcelona al meer dan vijftig jaar in de diverse
Europa Cuptoernooien. Ook het imposante Luzhniki Stadion in Moskou heeft nog nooit op het bezoeklijstje gestaan.
In maart 1998 leek het dan eindelijk te gaan gebeuren, toen Ajax in de kwartfinale van de UEFA Cup Spartak Moskou
trof. Maar door de slechte weersomstandigheden werd de wedstrijd in het Dinamo Stadion gespeeld.
tekst Marcelle van Hoof
fotografie Louis van de Vuurst
De basiself van 17 maart 1998.
Staand vanaf links: Edwin van der
Sar, Mario Melchiot, Ronald de
Boer, Michael Laudrup, Sunday
Oliseh, Andy van der Meyde.
Gehurkt: Danny Blind, Dean Gorré,
Shota Arveladze, Frank de Boer,
Andrzej Rudy.
De loting betekende een pri
meur in de Europa Cup
historie van Ajax: voor het
eerst was Ajax gekoppeld
aan een club uit Rusland
c.q. de Sovjet-Unie. Dat ging niet al te
best. Ajax, in de eredivisie onder de
nieuwe trainer Morten Olsen onge
naakbaar, ging in de eerste wedstrijd -
de 200ste Europa Cupwedstrijd van de
club - in de Amsterdam ArenA hard
onderuit: 1-3. Statistisch gezien niet ver
rassend, want nog nooit was er een
Nederlandse club geweest die Spartak
Moskou had uitgeschakeld.
In de voorbeschouwingen op de return
speelden twee historische gebeurtenis
sen een prominente rol. Al eerder (in
1969 tegen Benfica) had Ajax een
Europa Cupwedstrijd kansloos met 3-1
thuis verloren, om dat in de return en
de daaropvolgende beslissingswedstrijd
recht te zetten. Dat moest nu toch ook
kunnen, meende onder anderen Olsen.
En de plek waar dat alles moest gebeu
ren, was beladen, want in 1982 kwa
men er honderden toeschouwers in het
44 Ajax Magazine