Selectiecriteria Subjectiviteit Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal Het voetbal was - en is nog steeds - de belangrijk ste leverancier van nieuwe sportieve woorden en uitdrukkingen, zowel binnen als buiten het veld. Dat wil niet zeggen dat die ook allemaal in de Dikke van Dale terecht zijn gekomen, want daar voor golden strenge criteria. Volgens hoofdredac teur Den Boon moest een nieuw woord in een be paalde periode minstens twintig keer zijn voorge komen 'om door te mogen gaan naar de volgende ronde'. Dan werden er vragen op losgelaten als: In welke kranten kwam het voor? Nederland of Vlaanderen? Allebei? In welke regio? Op welke plek stond het: op de voorpagina's, in een be schouwend artikel over sport of verstopt in een wedstrijdverslag of sportboekrecensie? Kwam het woord of de uitdrukking met een zekere regelmaat in een figuurlijke toepassing buiten de sport voor en ontwikkelde het zich dus tot idioom of was er sprake van een hapax, oftewel een slechts één maal aangetroffen en dus op zichzelf staand woord? Na het toepassen van zo'n reeks selectiecriteria werden de overgebleven woorden in de media ge volgd - net scouts, de mannen van Den Boon! - om te kunnen controleren of ze 'duurzaam integreer den in de Nederlandse taalwerkelijkheid'. In een artikel uit 2000 beschreef Ton den Boon een aan tal voetbaltermen die toen in de voetbalverslagen een zekere populariteit genoten, zoals alibisliding (nutteloze sliding, bedoeld om inzet te tonen aan publiek en ploeggenoten) en wisselpass (een ope ning zoeken met een pass naar de andere kant van het veld). Aardig is dat we nu kunnen constateren dat deze woorden de nieuwe Van Dale niet hebben gehaald omdat ze weliswaar met een piekje op kwamen, maar vervolgens in de jaren daarna zijn weggezakt. Wél zijn nieuwe woorden opgenomen als fopduik (schwalbe), panna (het poorten van de tegenstander), pocketspits (kleine, lichtgebouwde spits) en futsal (sinds 2002 de officiële benaming voor zaalvoetbal). Den Boon constateerde in hetzelfde stuk trouwens ook dat met name het voetbaljargon steeds meer doorsijpelde in de alledaagse taal: van op het ver keerde been zetten tot buitenspel staan en van de bal is rond tot paniekvoetbal spelen. Dat gaat nog steeds op. Zelfs politici gebruiken het grote pu bliek aansprekende voetbalbeeldspraak, vooral als ze impopulaire maatregelen of rare moves moeten toelichten. Dan krijg je verbale hoog standjes als: 'Je moet Marco Pastors kort dekken en de tackle op hem niet schuwen' en: 'Na de dood van Van Gogh zijn de krijtlijnen van de dis cussie zó scherp getrokken dat veel mensen aan de zijlijn blijven staan.' Objectief turfwerk met betrekking tot het Ajax- gehalte van de Van Dale leverde de volgende resultaten op. Bij 15 lemma's wordt ter verduide lijking een voorbeeldzinnetje gebruikt waarin Ajax figureert. Twee keer in onpartijdige bewoor dingen, in de trant van: 'Ajax en Roda JC speelden op neutraal terrein'. Acht keer in negatieve zin, waarbij PSV Ajax 'bedwingt' en, echt waar, 'volledig declasseert', Roda JC Ajax 'terugwijst', Ajax van Sparta 'verliest' en Sparta bij het lemma 'winnen' nóg een keer over Ajax heengaat. Ajax wordt ook nog een keer 'zoekgespeeld', maar daar staat niet bij vermeld door wie. In po sitieve zin komt Ajax vijf keer ter sprake en mag het in clubverband Feyenoord 'helemaal wegspe len'. Sneu trouwens voor Feyenoord, want de Rotterdamse club komt maar in twee zinnetjes in de Van Dale voor. PSV komt drie keer voor: als be dwinger en declasseerder van Ajax dus, maar Van Dale laat - opmerkelijk - PSV 'onderuitgaan' tegen Roda JC. Conclusie: binnen de redactie .van Van Dale worden de belangen van Ajax zwak behar tigd, staat de Feyenoord-liefde op een heel laag pitje, zit minstens één PSV-fan en hebben de Roda- en Spartasupporters zich ongegeneerd kun nen uitleven. Laten we het er maar op houden dat hier sprake is van wat Den Boon 'onschuldige sub jectiviteit' noemt. Zo valt er in de nieuwe Van Dale dus ook op voet- balgebied veel te genieten. Surfenderwijs kwamen we er achter dat de bij de trefwoorden geciteerde auteurs niet alleen maar wetenschappers en literaire auteurs zijn, maar bijvoorbeeld ook voet ballers en trainers. Uiteraard komen Michels' 'voetbal is oorlog' en Cruijffs 'elk nadeel heb se voordeel' voorbij, maar ook momento dado (een gegeven moment), de 'scorebordjournalis- tiek' van Co Adriaanse en de 'patatgeneratie' van Leo Beenhakker. Alleen Marco van Basten wordt door ons nadrukkelijk gemist. Voor de 15de editie tippen we Ton den Boon en zijn scoutingteam vast de term die toch vooral door de huidige bonds coach is gemunt, als antwoord op een voor de hand liggende vraag van journalisten: 'Dat zou zomaar kunnen.' Veertiende, herziene uitgave onder redactie van drs Ton den Boon en prof. dr Dirk Geeraerts Van Dale Lexicografie, ISBN 906648-4284, -4292 en-4306 Drie delen cd-rom, 179,00 De bondscoach: 'Dat zou zomaar kunnen.' 82 Ajax Magazine

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2006 | | pagina 82