De spil om wie alles draaide Wim Anderiesen sr (1903-1944) In het Ajax Museum vertellen trofeeën, documenten, foto's en films samen het verhaal van Ajax. Daarbij gaat het om de club als geheel, en niet om individuele spelers. Daarop zijn drie uitzonderingen gemaakt: aan Johan Cruijff, Marco van Basten en Wim Anderiesen sr wordt wél speciale aandacht geschonken. De laatste van deze 'grote drie' maakte tachtig jaar geleden zijn debuut in Ajax 1. tekst Carel Berenschot im Anderiesen speelde zijn eerste wedstrijd voor Ajax op 4 okto ber 1925, uitgerekend een uitwedstrijd tegen Feijenoord. Ajax verloor met 2-0 en dat mag opmerkelijk genoemd worden, want samen met Wim debuteer- Anderiesen geeft zijn zoontje voet- «jen ook zijn broer Henk, en hun beider balles. Wim Anderiesen jr ging ook TT bij Ajax voetballen en speelde van vnend Henk Twelker. De drie nieuwe- 1951 tot 1961161 keer in Ajax 1. lingen kwamen allen van 't Gooi, de Hilversumse club die een jaar eerder ook al Dolf van Kol aan de Amsterdam mers had afgestaan. Je zou verwachten dat Ajax met de komst van vier zulke kanjers meteen met kop en schouders boven de rest zou uitstijgen, en ook Ajax-historicus Dolf Desmet had het in Ajax 1900-1950 in dit verband over de 'renaissance' van Ajax, maar in werke lijkheid duurde het maar liefst zes jaar voordat die 'wedergeboorte' ook een landskampioenschap opleverde. Van het hierboven genoemde viertal stak Wim Anderiesen letterlijk en figuurlijk met kop en schouders boven de anderen uit. Hij was een grote, technisch begaafde speler, die de ideale verpersoonlijking was van de spil. Als jongetje was hij echter begonnen in de aanval. In het door hem zelf geschre ven boekje Voetbal, Herinneringen van Wim Anderiesen vertelt hij daarover: 'Het begon, gelijk bij zoovelen, in een klein clubje op een zanderig terrein. Ik was toen tien jaar en speelde midden voor, met afwisselend succes.' Dat 'klei ne clubje' was het onbetekenende Romein, waarvan verder niets bekend is. Ook onbekend is bij welke club Anderiesen daarna speelde. Het lijkt bij na of de naam hem zelf inmiddels ook ontschoten was: 'Het kleine clubje op het zanderige veld werd intusschen een iets groter, hoewel ook nog zeer beschei den, vereeniging, welke uitkwam in de laagste afdeling van den (later opge heven) Amsterdamschen Voetbalbond. Aan aspiranten deed men toen nog niet en zoo kon het gebeuren, dat ik als jongen van 14 jaar tegen huisvaders met groote knevels moest optornen. Nog altijd bekleedde ik de middenvoor plaats, maar toen ik een jaar of 17 was geworden, werd ik op een keer eens klaps aangewezen om te gaan spillen. Onze middenhalf was namelijk te lang in gebreke gebleven met het betalen van zijn contributie en moest daarom worden geroyeerd.' Het is altijd aardig te horen hoe toevalligheden soms het verloop van een carrière kunnen bepalen. Anderiesen deed het als spil zó goed, dat hij door 't Gooi werd ingelijfd toen zijn clubje 'wegens gebrek aan financieele middelen' werd opgeheven. Motor van het elftal Bij Ajax bekleedde Anderiesen vanaf dag één de centrale plaats op het middenveld en vijftien jaar lang was hij de motor van het elftal. Hij speelde in negen jaar tijd ook nog eens 46 wed strijden in Oranje, iets wat voor die tijd een record is. Pas in 1979 eve naarde en verbeterde Ruud Krol dat record. Er gaat over de begintijd van Anderiesens carrière bij Ajax trouwens een merkwaardig verhaal. Anderiesen was politieagent en in vele boeken staat dat hij veel wedstrijden moest missen omdat hij vaak zondagsdienst had. Daarom vroeg hij in 1928 zelfs over schrijving aan naar de politiesport- vereniging APGS; die spelers kregen namelijk wel vrijstelling. Een seizoen later kon Ajax voor hem een baantje bij de Nederlandse Bank regelen en was alles weer bij het oude. Het vreemde aan dit verhaal is dat Anderiesen bijna altijd speelde. In zijn eerste drie jaar miste hij maar één competitiewedstrijd, en deed hij aan alle kampioenswed strijden mee. Daarna vertrok hij, om een jaar later weer terug te komen. Wie toen ook terugkeerde was trainer Jack Reynolds en daarmee begon de periode die later 'de gouden eeuw' van 44 Ajax Magazine

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2006 | | pagina 44