De roerige Ajax-tijd
van Frits Soetekouw
Zijn voetballoopbaan kwam wat laat op gang, maar eenmaal begonnen speelde Frits Soetekouw binnen een paar
jaar bij Ajax en het Nederlands elftal. Soetekouw beleefde een roerige tijd in Amsterdam, met een bijna-degradatie,
twee landskampioenschappen, een mistwedstrijd, een aanvoerderschap en een plotse terugzetting.
tekst 7 Marcelle van Hoof
Het Nederlands elftal, met debutant
Soetekouw, dat op 14 oktober
1962 in Antwerpen met 2-0 verloor
van België. Vanaf links: Fons van
Wissen (PSV), Peter van der Merwe
(NAC), Piet van der Kuil (PSV),
Frits Soetekouw (De Volewijckers),
Jan Villerius (ADO), Bennie Muller
(Ajax), Ferry Petterson (Blauw Wit),
Co Prins (Ajax), Piet Ouderland
(Ajax), Henk 'Charly' Bosveld
(SC Enschede) en Ton Pronk (Ajax).
De ouders van Frits Soete
kouw waren christelijk en
stonden hun zoon niet toe
dat hij op zondag ging voet
ballen. 'Dan moest je naar
de kerk.' De jonge Frits leerde het voet
bal derhalve op straat, in Amsterdam
Noord. Pas op zijn achttiende ging hij
in clubverband spelen, bij de inmiddels
verdwenen vereniging ADM. 'Als ik wel
als jeugdspeler bij een vereniging
had gezeten, had ik in mijn latere loop
baan ongetwijfeld nog beter gespeeld.
En ADM was weliswaar hartstikke
gezellig, maar niet van hoog niveau.'
Hij speelde op straat met jongens van
De Volewijckers, destijds een Eerste
Divisieclub. Via hen maakte hij een jaar
later toch de overstap naar het profvoet
bal, naar voetballen op zondag ook.
'Gerben Wagenaar, de voorzitter van
De Volewijckers, was onze buurman.
Hij is met mijn vader gaan praten.
Ik had inmiddels verkering met mijn
latere vrouw. We zijn in die tijd
getrouwd, met als gevolg dat ik prof
voetballer kon worden. Ik kon nu
immers mijn eigen keuzes maken.
Gelovig ben ik zelf nooit geweest.' Zijn
moeder is nooit naar hem komen kijken
in het profvoetbal, maar zijn vader wel.
'De liefde voor zijn zoon overwon het
geloof. Hij was reuze trots op me, op
wat ik bereikt had. Helaas is hij jong
overleden, vlak voordat ik in 1962
in het Nederlands elftal debuteerde.
Het was allemaal heel snel gegaan.'
Het bleef bij een eenmalig optreden
in Oranje. 'Achteraf gezien kwam
het Nederlands elftal te snel; ik had
het liever gehad in mijn Ajax-tijd,
want daar speelde ik beter dan bij
De Volewijckers, hoewel ik daar een
prachtige tijd heb gehad. Na een
seizoen promoveerden we naar de
Eredivisie, waar op dat moment al
drie Amsterdamse clubs in speelden:
DWS, Blauw Wit en Ajax. Had je acht
derby's per seizoen! Heerlijke wedstrij
den waren dat.'
De carrière van Soetekouw kreeg in
1964 een nieuwe impuls met een trans
fer naar Ajax. Soetekouw speelde op
dat moment (een seizoen) bij Heracles.
Blauw Wit, DWS, De Volewijckers en
Ajax hadden met elkaar afgesproken
dat ze geen spelers van elkaar mochten
kopen. Soetekouw, die wist dat Ajax in
hem geïnteresseerd was, ging uit fi
nancieel oogpunt voor een jaartje in
Almelo spelen, vanaf december in de
wetenschap dat hij na afloop van
dat seizoen naar Ajax getransfereerd
zou worden.
Het voetballeven bij Heracles, Eredivi-
sionist op dat moment, beviël heel
goed, maar eromheen was het niet
geweldig. Soetekouw: 'Ik zat meer in
Amsterdam dan in Almelo. Als Amster
dammer moest ik altijd wel even aan de
stad ruiken. Dat had ik toen ik bij PSV
speelde ook. De mensen bij beide clubs
waren prima, maar mijn vrouw en
ik voelden ons niet thuis in Almelo
en Eindhoven.'
Degradatiezone
Bij zijn komst naar Ajax in 1964 ging
het in het eerste seizoen niet bepaald
van een leien dakje. In Soetekouws eer
ste wedstrijd (die hij zich niet meer kan
30 Ajax Magazine