vond ik nogal snel getrokken. Ik denk
dat we die nederlaag goed kunnen
gebruiken. Anders zou het onzin zijn
om me op het WK te verheugen. En dat
doe ik wel, hopende dat ik dan van de
partij ben.'
De 158
Iedereen heeft inmiddels kunnen zien dat
Maduro een fantastische voetballer is.
Niemand die het nog raar vindt dat hij
wordt opgeroepen voor een interland.
Maduro speelt tegen de sterren die hij in
zijn nog jongere jeugd bewonderde. De
onmetelijke afstand die er zo kort gele
den nog was tussen hem en die sterren, is
teruggebracht tot een lijf-aan-lijf-duel
om de bal.
'Je moet af van het idee dat ze je helden
waren,' stelt Maduro nuchter. 'Het zijn
gewoon tegenstanders. Er is geen ruimte
voor ontzag of bewondering. Er is maar
één bal. Die is van die internationale ster
die alles al heeft meegemaakt en al een
mensenleven in de top speelt, of van jou.
Ze moeten mij zien als goede voetballer.
Ik moet achter hem aan, maar hij ook
achter mij. Kort zitten, geen ruimte
geven en je eigen spel spelen. Toen ik
tegen Ballack moest voetballen in de
interland tegen Duitsland, zei Van
Basten: "Geniet ervan, je speelt tegen een
wereldster." Ik had hem gezien op het
WK in Zuid-Korea. Toen speelde ik nog
gewoon mijn potjes in de junioren.
Fantastische voetballer, vond ik. En nog.
Maar dat telt niet. Dan moet je ervoor
zorgen dat jij niet alleen tegen Ballack
speelt, maar Ballack ook tegen jou. Als je
dan aan het einde van de eerste helft
merkt dat hij heel erg geïrriteerd is, weet
je dat je het goed hebt gedaan. Hij kreeg
geen bal en schold zijn spelers verrot.
Dat was een goed teken. Op zich mag je
daar best trots op zijn. Hij heeft al zoveel
bereikt. Ik nog helemaal niks. Maar we
spelen op één veld. We spelen in dezelfde
wedstrijd. Ongelooflijk, maar waar.'
Er zit, nu nog, een wereld van verschil
tussen Michael Ballack en Hedwiges
Maduro. Al was het maar buiten het
veld. Ballack vervoert zichzelf in een
supersnelle spiegelzwarte Audi RS6 naar
zijn werk, waar Hedwiges, nu nog zon
der auto, een lift van zijn vader afwisselt
met het openbaar vervoer.
'Meestal brengt mijn vader me,' zegt
Maduro met zichtbaar genoegen. 'Hij
werkt hier achter het stadion, dus dat is
wel zo praktisch. Met de bus is het ook
gemakkelijker. Hij stopt hier voor de
Aren A en precies voor mijn huis in
Almere. Dat is perfect. Met de bus rijd je
zo langs de file. Ook als ik straks mijn
auto heb, ga ik misschien nog met de
bus. Want de A6 staat heel vaak vast.
Dan doe je er uren over naar Amster
dam. Met de bus gaat dat veel beter.
Meestal is de bus helemaal leeg. Dan zit
er niemand. De meeste mensen hebben
een bus eerder. Die moeten uiterlijk om
negen uur op hun werk zijn. Ik pas om
kwart voor tien. Dus kan ik een bus later
nemen. Het is de 158, die rijdt van
Almere tot het AMC. Die chauffeurs
kennen me. Die kijken niet op of om.
Ze stempelen mijn strippenkaart en
vinden het geen big deal. Dat is het ook
niet. Ik ben een gewone jongen, die de
bus pakt naar zijn werk. Waarom ook
niet. Afellay gaat met de trein. Ik met bus
158. Gelukkig kan dat in Nederland.
In andere landen moet je dat niet probe
ren. Daar kan het publiek er niet mee
overweg. Hier gelukkig wel. Soms ook
ga ik met mijn vader mee terug naar
huis. Maar dat is niet sneller. Bovendien
moet ik dan eerst nog even wachten tot
hij klaar is. Ik ken een paar collega's van
hem. Dat is leuk. Zij dollen met mij en ik
met hen. Zij reageren ook op zo'n ak
kefietje met Jong Oranje. Dan zeggen ze
tegen mijn vader: "Wat is dat nou.
Zo kennen we Wiges helemaal niet..."
En dan moet mijn vader ze geruststellen.
"Wiges zal altijd Wiges blijven," zei hij.
En ze geloofden hem op zijn woord.'
Met dank aan Muziekgebouw aan t IJ
www.muziekgebouw.nl
januari 2006 25