Job Cohen zal het kuchje
van Van Eijden nooit vergeten
Burgemeester van Amsterdam Job Cohen kwam vanaf het moment
dat hij op 17 januari 2001 in zijn functie trad Arie van Eijden op twee
manieren tegen: bij wedstrijden én tijdens de overleggen over de
openbare orde en veiligheid rond wedstrijden.
'Wat ik mij altijd zal herinneren van
Arie is zijn kuchje. Bij wedstrijden
zat ik niet pal naast hem, maar wel
op dezelfde hoogte. Dan hoorde ik
aan het kuchje hoe gespannen hij
was voor het duel. Dat kon ik goed
begrijpen. Je wilt dat er wordt
gewonnen en je kent je verantwoor
delijkheid, je wilt dat alles rondom
de wedstrijd ook goed verloopt. Hij
weet als geen ander wat er allemaal
kan gebeuren in het stadion.'
Samen zagen ze ook wel eens een
wedstrijd. Bijvoorbeeld in de
Rotterdamse Kuip. 'De bekerfinale
die wij in de slotfase volkomen
terecht wonnen,' schaterlacht
Cohen bij de herinnering aan het
opzichtige buitenspelgeval. 'Aan
Arie merk ik dat het hem moeite
kost om zich in te houden bij wed
strijden. Zelf heb ik in de ArenA
ook de neiging op te springen bij
een doelpunt, maar dan kijk ik op
dat ereterras eens om mij heen en
blijkt dat iedereen blijft zitten. Dat
zullen ze wel afgesproken hebben.
En dat is ook wel zo aardig tegeno
ver de vertegenwoordigers van de
tegenpartij die er ook zitten.'
'We hebben elkaar ook regelmatig
gesproken als er zaken gedaan
moesten worden op het gebied van
de veiligheid en openbare orde.
Centraal stond vaak het omgaan
met de supporters. De afgelopen
jaren zijn er enorme stappen vooruit
gezet. Vooral in de manier waarop
het er in het stadion aan toegaat.
Er is veel geïnvesteerd, onder andere
in stewards. De club en het stadion
nemen nu zelf de verantwoordelijk
heid.'
Cohen zag tijdens deze gesprekken
in Arie altijd de supporter Arie
terug. 'Dat merkte ik vooral aan het
feit dat ik tijdens de besprekingen
over veiligheid en supporters wat
strakker was dan hij.'
Toewijding en betrokkenheid
Als Cohen aan Arie van Eijden
denkt, voeren een paar karakterei
genschappen de boventoon. 'Zijn
toewijding en betrokkenheid. Hij
kwam op voor de supporters, zag in
hoe belangrijk zij voor de club zijn
en zag hoe belangrijk de club voor
de supporters is. Als ik aan Arie
denk, zie ik veel meer dan een zake
lijke verbondenheid. Ik weet wel dat
hij niet de enige is bij Ajax bij wie
dat is, maar Ajax zit bij hem zo
diep. Dat zie je aan alles.'
De geboren Haarlemmer geeft toe
zelf niet zo'n fanatieke supporter te
zijn. 'Maar sinds ik burgemeester
van Amsterdam ben, leef ik veel
meer mee.'
Dus vond Cohen dat er ook een hul
diging op het Leidseplein moest
komen in mei 2004 toen Ajax kam
pioen werd. 'In de week voor het
kampioenschap waren er rellen op
de Toekomst, met supporters tegen
spelers van Jong Feyenoord. Zelf
was ik op vakantie in die periode.
Toen heeft de loco-burgemeester
Mark van der Horst gezegd dat er
geen huldiging zou komen als er
niet meer over de relschoppers
bekend zou worden. Ik begreep zijn
beweegredenen, en gelukkig werd er
het nodige bekend, zodat de huldi
ging door kon gaan. En ik heb me
op het bordes met liefde laten uit
fluiten. Dat hoort erbij, zo'n fluit
concert, ik vond dat zelfs wel
geestig. Het was heel bijzonder om
daar te staan en dat moet Arie ook
zo gevoeld hebben.'
Behalve momenten van glorie heb
ben Cohen en Van Eijden elkaar
ook in moeilijke situaties getroffen.
'Ik was denk ik een jaar burge
meester toen er zo'n gedoe was in
het stadion met supporters. Toen
heb ik duidelijk gemaakt dat er orde
op zaken moest worden gesteld.
Daarna ontstond er enige koelte in
de relatie tussen de gemeente en
Ajax. Maar het heeft goed gewerkt.
Van beide kanten is er meer begrip
gekomen voor eikaars standpunten.
Arie weet dat ik de eindverantwoor
ding draag voor openbare orde en
veiligheid en ik weet waar hij voor
staat.'
In al die jaren verbood de gemeente
Amsterdam slechts één keer een
wedstrijd van Ajax. 'En dat had
helemaal niets met Ajax te maken,
maar alles met de KNVB. We
hadden deze zomer te veel evene
menten; Sail, uitmarkt, gay-parade
en de voetbalclubs PSV, Feyenoord
en Den Haag kwamen op bezoek.
Dat kon niet. Ajax had respect voor
onze beslissing, maar was het niet
met ons eens.'
Relaxte supporter
Respect heeft Cohen zeker ook voor
Van Eijden, die hij alle goeds voor
de toekomst wenst. 'Ik hoop dat hij
een mooie, relaxte supporter van
Ajax wordt. Dat hij zich alleen maar
hoeft bezig te houden met wat er op
het veld gebeurt en bij de rest denkt
"dat zoeken ze maar uit." Verder
wens ik hem een goede gezondheid
toe.' (MJ)
Job Cohen en Arie van Eijden kijken vanaf het ereterras in de Rotterdamse Kuip het stadion in.
70 ARIE Magazine