Het kan verkeren
Bericht uit Barcalona
Frank Rijkaard vereerd
De eerste helft
Toen ik als 16-jarig jochie bij Ajax kwam,
was Arie van Eijden al een van de grote
mensen in de Ajax-leiding. Door de jaren
heen heb ik hem leren kennen als iemand met een
heel groot Ajax-hart. We konden het op een natuur
lijke manier goed met elkaar vinden. De geheimen,
spelletjes en intriges waarmee hij in zijn diverse
functies te maken kreeg, speelden tussen ons niet.
We spraken elkaar over voetbal- en privézaken, in
alle openheid en met wederzijdse waardering.
Dat heb je maar met weinig mensen. Soms werkt het,
maar vaker niet. Later haalde Arie me als bondscoach
bij de KNVB. Ik volgde Hiddink op, van wie ik assistent
was geweest. Dat was misschien gezien mijn
ervaring een soort gok. Ook voor hem. Maar we
wisten dat we van elkaar opaan konden, en dat is al
heel wat waard. Ik weet dat ook in zijn KNVB-tijd zijn
Ajax-hart bleef kloppen. Ik denk dat hij na zijn terug
keer bij de club altijd vanuit een oprechte zienswijze
heeft gehandeld in het belang van Ajax. Als je dan
afscheid neemt, weet je dat er van diverse kanten
kritiek komt. Dat hoort erbij. Ik gun hem zijn wel
verdiende rust, weg uit de schijnwerpers; weg van
de druk en spanning die aan zijn functie kleefden.
Hij moet lekker van die rust gaan genieten met zijn
familie.
'Ik begrijp dat hij mijn emotionele groet aan het
Milan-publiek in '95, toen ik kort daarvoor van die
club naar Ajax was teruggekeerd, tot een van de
sportieve hoogtepunten rekent die hij heeft mee
gemaakt. Dat tekent hem, en ik ben ermee vereerd.
Overigens was dat moment meer een glorieus
moment voor Ajax dan voor mezelf. Misschien dat hij
dat ook juist bedoelt. Ajax kwam altijd op de eerste
plaats. Bij mij, maar bij hem zeker.' (RB)
Met die druk van buitenaf; een ken
merk van Ajax. We werkten met ver
stand, maar er was ruimte voor
gevoel en emoties. Daar hou ik van.
Dat is menselijke warmte. Er was
chemie.'
7. Golfen
'Golf is een heerlijk spelletje. Een
ideale tijdspassering. Ik heb Arie
weieens zien spelen. Rond Cham
pions Leaguewedstrijden en met
sponsors hebben we weieens een bal
letje geslagen. Ik zou zeggen: Arie,
nodig de eerste paar keer niet te veel
publiek uit. Zou ik niet doen,
gewoon op een stil baantje achteraf
beginnen. Maar het is heerlijk om te
doen. Ik zou 'm een serieuze carrière
als golfer willen aanraden.' (EE)
Rob van Zoest, ook een man van een leven lang Ajax, bouwde het
mooiste monument bij het honderdjarig bestaan van de vereniging:
een boek. Kan daar een verhaal in over een zwart schaap met een
roodwit hart?
tekst Rob van Zoest
Vereerd was ik. In april 1999 had ik
te horen gekregen dat ik het officiële
honderdjarig jubileumboek van
Ajax mocht gaan maken en uitge
ven. Mijn voorstel was een boek te
maken over de vereniging, niet
alleen een lofzang op de prestaties
van het eerste elftal. Het moest een
boek worden over het hart van de
club. Een boek vol emoties: euforie
en teleurstelling, dankbaarheid en
miskenning, melancholie en nostal
gie, maar bovenal getuigen van trots
en liefde. Een boek van het nieuwe
beursgenoteerde Ajax voor het oude
Ajax!
We riepen een clubje oer-Ajacieden
bij elkaar als klankbord. Met
behulp van Willem Schoevaart,
André Kraan, Jan Neefjes, David
Endt en Erol Erdogan werd een lijst
samengesteld van Ajacieden die dat
hart voelbaar moest maken. Om
sommige namen kon je gewoon niet
heen. Anderen werden gevraagd
omdat zij een onderdeel van de vere
niging vertegenwoordigden of iets
speciaals zichtbaar maakten.
Eigenlijk was Arie van Eijden
iemand om wie je niet heen kon.
Tenslotte had hij op dat moment bij
na een kwart eeuw een prominente
rol gespeeld binnen de vereniging in
allerlei hoedanigheden. Maar, hij
was geroyeerd. Geroyeerd door het
bestuur dat ook het jubileumboek in
ontvangst zou nemen. En kun je een
geroyeerd lid wel deel uit laten
maken van zo'n jubelboek? Een
soort Catch-22 situatie, een pro
bleem waar je nauwelijks uitkomt.
Op een zaterdagmorgen ging ik
voor de verandering eens naar de
Toekomst om een wedstrijd van de
toen veelbelovende BI te bekijken.
Op de hoek bij de cornervlag, dicht
bij de uitgang stond Arie met zijn
Janna te kijken. Hij kwam altijd op
zaterdag een half uurtje langs, hij
kon niet zonder, geroyeerd of niet.
Toen wist ik het: hij moest in het
boek, linksom of rechtsom. Iedereen
in de klankbordgroep was het ermee
eens. We vonden de oplossing: een
dubbelinterview samen met zijn
broer Cor. Dat interview zou dan
tegelijkertijd de verwevenheid van
de hele familie met Ajax laten zien.
Arie wilde niet direct. Ik moest hem
echt overtuigen. Het feit dat hij zou
worden geïnterviewd door Sytze van
der Zee, geen clubman, gaf de door
slag. Het werd een mooi interview,
met een dramatische laatste zin: 'Ze
kunnen je lidmaatschap afpakken,
maar niet je gevoelens.' Daar zit
alles in. Tijdens de eeuwfeestviering
werd zijn royement ongedaan
gemaakt. En nog geen half jaar later
werd hem gevraagd als reddende
engel terug te komen als algemeen
directeur. Het kan verkeren, zei
Brederode al.
december 2005 51