Frank van Deursen bracht als
OR-voorzitter hete hangijzers ter sprake
Arie had en hij aan mij'
Frank van Deursen was voorzitter in de allereerste samenstelling van de Ondernemingsraad van Ajax.
Zijn eerste taak met de OR was het destijds aanstellen van Frank Kales als algemeen directeur. Niet veel
later was Arie van Eijden de gesprekspartner tijdens de overlegvergadering tussen de directie en de raad.
'Ik kende Arie al jaren,' herinnert
fysiotherapeut Frank van Deursen
zich. 'Ik kwam bij Ajax binnen in
1988 en Arie was toen aan zijn eer
ste periode bij Ajax bezig. Ik was
nieuw, hij de directeur. Later, ik
noem het de tweede periode, herin
ner ik hem vooral als iemand die,
hoewel hij was geroyeerd als lid van
Ajax, altijd langs de lijn stond bij de
Al waarvan ik fysiotherapeut was.
Dat vond ik bewonderenswaardig.
In de derde periode was ik jaren
voorzitter van de OR en hij alge
meen directeur.'
'In de overlegvergadering die we
hadden was ik de ene keer de voor
zitter en Arie de andere keer. Hij
moest antwoord geven op de vragen
die wij hadden, maar als Arie voor
zitter was, dan was zo'n vergadering
eigenlijk een soort monoloog van
zijn kant. Arie beschouwde de OR
als een onderdeel van de organisatie
en als iets dat bij de huidige tijd
hoorde. Hij zag ook de voordelen
van zo'n ondernemingsraad in,
want als je een bedrijf goed wilt lei
den is het natuurlijk handig dat er
ook een orgaan is dat voor het per
soneel opkomt. Het is belangrijk dat
het personeel zich goed voelt. Het
belangrijkste dat wij als OR voor
elkaar hebben gekregen is het func-
tiewaarderings-
personeel. Zij zagen het als een
randvoorwaarde, wij als een secun
daire arbeidsvoorwaarde. Arie kon
sommige dingen met zo'n stellige
overtuiging brengen terwijl het
eigenlijk heel anders was. Hij kon
het zo naar voren brengen, dat ik
toch begon te twijfelen. Veel later
kon hij dan wel zeggen dat ik mis
schien toch gelijk had. Dat zijn wel
leermomenten voor mij geweest. Ik
moest als ik een gesprek met hem
inging, van
systeem. De 'Ik wist precies wat ik aan dc hoed en de
functies werden u:: rand weten. Ik
ingeschaald en
er werd een
waarderingssysteem opgesteld. Ook
niet onbelangrijk was de kwestie
van de seizoenkaarten. Dat was een
heet hangijzer. De directie had een
andere visie dan de OR en het
J 1 moest weten
waarover ik
sprak en waar ik eventueel de
"bewijzen" had staan! Arie zegde
ook nooit gelijk iets toe. Dan wilde
hij altijd eerst ruggespraak houden.'
De relatie tussen de OR-voorzitter
en de algemeen directeur was vol
gens eerstgenoemde 'goed' te noe
men. 'Het heeft ook meegespeeld
dat ik hem al heel lang kende. Of hij
anders is geworden in de loop der
jaren? Ja en nee. Hij is natuurlijk
ouder geworden, meer door de wol
geverfd. Arie heeft altijd gestaan
voor wat hij deed voor Ajax. Ik wist
wat ik aan hem had en hij wist wat
hij aan mij had. Als ik ergens mee
zat, dan liep ik bij hem binnen. Of
de deur nou dicht was of open.
'Ik denk niet dat het goed voor Arie
is om niets meer te doen. Hij moet
lekker bezig blijven. Hij zal op de
een of andere manier wel bij Ajax
betrokken blijven. Ik hoop dat hij
veel leuke dingen gaat doen met de
tijd die hij nu krijgt. Al denk ik niet
dat er momenten komen dat hij zich
gaat afvragen wat hij met zijn tijd
moet doen. Ik wens hem veel
gezondheid toe en hoop dat hij veel
zal genieten van zijn kleinkinderen.'
(MJ)
44 ARIE Magazine