Milan Raffie Schaduwspits de woorden uit: "Zielig!" "Voor je dochter.'" Het brengt Rafael terug op het rechte pad en le vert hem definitief de genegenheid van Donna en het respect van de spelers van de Dl op. Omdat hij bovendien toch gewoon de beste speler is, mag hij in de kampioenswedstrijd van de Dl weer meespelen. Dat hij daarin de winnende goal maakt, hoort erbij. Dat zijn ouders zich weer herenigen en zijn boezemvriend Nando terugkeert naar Ajax, is acceptabel. Maar dat Eilander Rafael vervolgens als 'Ajax-Talent Van Het Jaar' ook nog in een volle ArenA het clubrecord bal hooghouden laat verbreken, hem een supriseparty in het spelershome aanbiedt en hem Van der Vaarts shirt laat signeren in diens afscheids- wedstrijd ('Als herinnering, en als investering: "Die handtekening van jou wordt veel geld waard'") is zelfs voor jeugdige lezers overdreven. Hoewel, je weet nooit. Is Van der Vaart momen teel niet de beste speler van Duitsland? Waarom zou zijn naamgenoot niet een vergelijkbare toekomst wachten? Botman beperkt zich in Schaduwspits niet tot het voetbalverhaal, maar voegt daar een meisjes perspectief aan toe. Milan (13) en Freke (14) wonen in dezelfde straat en zitten op dezelfde middelbare school, maar kennen elkaar nauwe lijks. Dat verandert als Milan wordt toegelaten tot de jeugdopleiding 'Titanen' ('met een voetbal als puntje op de i') op 'De Belofte' in Amsterdam. Voor Freke is Milans voetbaltalent de kans om een groot artikel te schrijven, waarmee ze een plek in de redactie van de schoolkrant kan veroveren. Lukt haar dat, dan wordt ze de eerste onderbou wer ooit in de redactie en zal iedereen haar knappe oudere zus Robyn langzaam vergeten. Milan wil prof worden, net als zijn vader die bij Den Haag heeft gespeeld. Hij is elke vrije minuut met de bal in de weer. 'Het is onmogelijk om niet te voetballen. Ik voetbal, of ik denk aan voetbal. Altijd. Ook als ik slaap.' En 's avonds op de bank kijkt hij naar een video van het tv-programma Hard Grasmonument voor Van Basten'"Eerst werk je je erin," zei Van Basten over zijn tijd in het eerste van Ajax, "dan word je goed en daarna ben je de beste.'" Zijn moeder wil haar zoons ontwikkeling niet in de weg staan, maar hem in bescherming nemen tegen een eventuele teleurstelling: 'Ik ben de ja-maar moeder. Ja maar, stel dat hij het niet redt... Ja maar, stel dat hij niet hoort bij die paar jongens die uiteindelijk hun boterham kunnen verdienen als voetballer.' Milans vader gelooft heilig in het halen van de top, maar dan moet er wel keihard gewerkt worden en het liefst volgens zijn adviezen: 'Negentig procent, dat kan ieder een. Het gaat om dat laatste stuk. Dat is het verschil tussen winnen en verliezen. Tussen de beste zijn of een flapdrol.' Tijdens de interviews die Freke met Milan en zijn familie heeft, komen ze allebei meer over zichzelf te weten dan ze lief is. Frekes vraag naar de drijf veren van Milans drammerige vader brengt de van zijn eigen kunnen overtuigde Milan aan het twij felen: 'Moet een zoon doen wat zijn vader nooit gelukt is?' En als het 'geheim' met betrekking tot zijn vaders abrupt afgebroken voetballoopbaan expliciet wordt: 'Wat gebeurt er als een vader van zijn voetstuk stort?' Milans karakterisering van Frekes persoonlijk heid geeft de aan haar eigen kwaliteiten twijfe lende Freke uiteindelijk het zelfvertrouwen om op haar eigen kunnen te vertrouwen: 'Je staat voor open doel, je hoeft de bal er alleen maar in te leg gen. Maar je bent bang dat je mist. Dus wat doe je? Je legt hem breed. Maar daar staat niemand!' Uiteraard komt het ook met Milan en Freke goed, ook al belandt Milan bij Titanen eerst op de reservebank en raakt hij na zijn terugkeer in de basis zelfs ernstig geblesseerd. Jammer is wel dat de parallellen met Van Basten (van de dwingende vader via de groeipijnen in de heupen tot en met de in zijn bureaublad gekraste woorden 'Ik ben de beste... op mij na') er zó nadrukkelijk bovenop liggen dat het haast surrealistisch wordt. Of grap pig, omdat de echte Van Basten via de videoband ook een rol speelt in het verhaal. Jan Eilander: Thomas Rap, ISBN 90-6005-584-5 228 pagina's, 14,90 Corien Botman: Querido, ISBN 90-451-0200-5 199 pagina's, 13,50 november 2005 81

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 81