Vliegende kiep
Curieus: keeper Stuy in de spits. En nog pijnlijk ook, voor Wim Suurbier, die door Stuy zwaar geblesseerd raakte.
weinig tastbaar resultaat op. In de
wedstrijd, die twee keer een half uur
duurde, bood alleen Piet Keizer zich
constant in 'buitenspelpositie' aan.
Over het algemeen speelden beide ver
dedigingen veel verder naar achteren.
Ook hanteerden beide teams veelvuldi-
ger de lange bal om hun vrijstaande
collega's te bereiken. Dit mislukte
meestal. Er werd, kortom, verdedi-
gender en slechter gespeeld en dat
kon nooit de bedoeling zijn geweest.
Ajax won het duel door doelpunten van
Johan Cruijff en Henk Groot met 2-1.
Alle drie de treffers waren niet in
'buitenspelpositie' gemaakt.
Ook op 1 mei 1988 mochten er geen
toeschouwers in de Meer, en nu betrof
het zelfs een competitiewedstrijd.
Een kleine drie maanden daarvoor was
PSV-doelman Hans van Breukelen voor
de wedstrijd met honderden eieren
bekogeld. De KNVB veroordeelde Ajax
tot het spelen van één thuiswedstrijd
zonder publiek. Op de voorlaatste
speeldag van de competitie was het
zover. Met alleen bestuursleden van
beide clubs en wat leden van de
Mobiele Eenheid op de tribune versloeg
Ajax Haarlem met 3-1. De dagen voor
afgaande aan dit duel was men binnen
Ajax nog bang voor opdringerige
supporters die tóch de laatste thuiswed
strijd van het seizoen wilden bijwonen.
Die angst bleek ongegrond. Slechts een
tiental mensen meldde zich met de
vraag of ze alsnog naar binnen konden.
Dat mochten ze niet, net zo min als de
pers. Het radioprogramma Langs de
Lijn had die dag toch flitsen van
Ajax - Haarlem. Een verslaggever volg
de, met enkele fotografen, de wedstrijd
vanuit een hoogwerker, die achter een
staantribune was opgesteld.
Nog een volslagen sfeerloze wedstrijd
was die tussen Ajax en de zogenaamde
'Oranyankees' (Nederlandse voetballers
die in Amerika actief waren) op 21
januari 1981 in de Meer. Het gespon
sorde duel om de 'Kwantum Cup' leek
vooraf nog heel wat, door de aanwezig
heid van onder anderen Johan Cruijff,
Wim Suurbier en Rob Rensenbrink
bij de tegenstander, maar de 6.000
toeschouwers zagen belabberd en onge-
inspireerd voetballende 'Oranyankees'.
Ajax won dit wel zeer curieuze duel
gemakkelijk met 6-1.
Kan het nog gekker? Je doelman in de
spits opstellen is ook geen alledaags
idee. Rinus Michels deed het op 6 juni
1971, in de uitwedstrijd tegen Go Ahead.
Stuy had een weddenschap met Michels
gewonnen dat als de doelman in de
Europa Cupfinale tegen Panathinaikos
de 'nul' zou houden, hij in de laatste,
onbelangrijke competitiewedstrijd in de
voorhoede mocht staan. Zo gezegd, zo
gedaan. De gevolgen waren catastro
faal. Niet zozeer door de 4-1 nederlaag
die Ajax leed, als wel vanwege het
feit dat Stuy collega-aanvaller Wim
Suurbier zwaar blesseerde. Na een
gemiste penalty van Gerrie Mühren
renden beide spelers richting bal,
waarna Stuy met zijn imposante
gewicht op de knie van Suurbier viel.
Tot in de jaren zeventig was er geen
winterstop in het betaald voetbal;
afgelastingen waren er (daarom) des te
meer. In de zeer strenge winter van
1962-1963 kon er drie maanden niet
gevoetbald worden. Tenminste, niet
op het veld, want Ajax en mede-
Eredivisionisten Blauw Wit en De Vole-
wijckers organiseerden ten langen leste
maar een zaalvoetbaltoernooi in de
Apollohal. Zaalvoetbal was nog niet
gebruikelijk in sportzalen, getuige het
grote aantal gebroken ruiten, tot grote
vreugde van het massaal opgekomen
publiek. Ook in de jaren zeventig en
tachtig waren de veldvoetballers van
Ajax af en toe in de zaal te zien, zoals
Ajax in de zaal in de zeer strenge
winter 1962-1963: Sjaak Swart,
Rob de Vries (Blauw Wit) en
Ton Pronk.
november 2005 63