Het Olympisch Stadion van Tokio
Aziatisch toneel van
Ajax' hoogtepunt
Tien jaar geleden bevond Ajax zich op het hoogtepunt van zijn kunnen. De Europees kampioen was opnieuw
ongenaakbaar in eigen land en in de Europa Cup, en dat de Wereld Beker gewonnen zou worden, was slechts een
kwestie van tijd. En van duizenden kilometers, want voor de wedstrijd tegen de Zuid-Amerikaanse kampioen Grêmio
moest er wel een reis worden gemaakt naar Tokio. De commercie had vanaf 1980 de strijd om de wereldhegemonie
verplaatst naar Azië, waar vanaf dat moment het Olympisch Stadion van Tokio voor één dag per jaar het middelpunt
van de voetbalwereld zou zijn.
tekst Marcelle van Hoof
fotografie Louis van de Vuurst
Zoals wel meer olympische sta
dions heeft het Olympisch
Stadion, ook wel National
Stadium genoemd, van Tokio
geen vaste bespeler. Of het
moeten de Japanse nationale voetbal- en
rugbyploegen zijn, die meestal in de gro
te open accommodatie spelen. En ieder
jaar heeft daar op 1 januari de finale
plaats van de Japanse strijd om de
Emperor's Cup. Ook in lijn met andere
olympische stadions is het feit dat het
complex van Tokio multifunctioneel is.
Atletiekfaciliteiten zijn er vanzelfspre
kend een onderdeel van, maar ook
bevindt er zich een sporthal, die is
gebouwd door een van de beroemdste
Japanse architecten van de vorige eeuw,
Kenzo Tanghe.
Het huidige stadion is ontworpen door
S. Tsunoda, al kunnen we beter spreken
van een herziening. In 1960 kreeg het
stadion zijn huidige, asymmetrische
vorm. De open tribunes aan de lange
zijde lopen verder naar achteren door
dan die van de overdekte zijde. Het is
een wat open, tochtig stadion.
Daar zat men in de jaren twintig van de
vorige eeuw waarschijnlijk nog niet zo
mee. De 'oerversie' van het Olympisch
46 Ajax Magazine