'De ouderen moeten niet te veel schommelen in stemming' Grygera: 'De Champions Leaguewed strijd tegen Sparta Praag was heel bijzon der. Ik was er voor het eerst terug nadat ik er drie jaar had gespeeld. Ik ken er alles: het stadion, de mensen, de directie, noem maar op, de administratie, veel spelers. Drie dagen lang wilde iedereen met mij praten. Ik probeerde zoveel mogelijk afstand te houden, maar dat is moeilijk. Gelukkig scandeerde het publiek mijn naam. Jammer genoeg wonnen we niet, hoewel we beter waren. En ook daar kregen we heel veel kansen.' Het missen van kansen is de repeterende breuk waarover slechts met de grootst mogelijke terughoudendheid mag wor den gerept. Maar de nul achterin houden wordt moeilijker naarmate dat voorin ook meer gebeurt. 'Ik vind dat je altijd positief moet blij ven,' zegt Grygera. 'Of je wint of verliest. Ik moet toegeven dat het dit seizoen niet altijd eenvoudig is geweest om dat waar te maken. Je moet altijd je eigen fouten terughalen na de wedstrijd. Net als de meeste andere spelers heb je genoeg tijd om dat te doen omdat je de slaap niet kunt vatten. Als je verliest, slaap je nog moeilijker. Althans, ik. Maar vooral de ouderen moeten niet te veel schommelen in stemming. Zij moeten zorgen voor het evenwicht in de selectie. Bij de jongere spelers gaat het normaal gesproken nog allemaal in golfbewegingen. 'Ik ben nog niet zo oud, maar ik reken mezelf toch bij de oudere, meer ervaren spelers. Yannis, Tomas en Hans Vonk zijn de belangrijke spelers in dat opzicht. Met mijn 25 jaar zit ik tussen de genera ties in. Ik raak ook niet in paniek als we moeilijk tot scoren komen. Vervelend is wel dat de fouten van verdedigers dode lijk zijn als er voorin geen marge wordt opgebouwd. Het maakt het voor ieder een moeilijker voetballen. Als die bal er niet ingaat, gaat de ploeg naarmate de wedstrijd vordert steeds meer risico nemen. Dan komt het er extra op aan achterin geen fouten te maken. Dat is lastig. Het is balen als de bal er niet in wil. Zeker als je dat van achteruit ziet gebeuren. We spelen niet slecht, maar de resultaten zijn te mager. ADO, Heracles, dat had eigenlijk niet mogen gebeuren.' Winst van de Ajacied Inhoudelijk is het een groot verschil voor Grygera of hij voor Tsjechië speelt of voor Ajax. Er worden andere dingen van hem verwacht. In beide situaties is Grygera gelukkig, want hij kan nog oprecht genieten van het spel, en hij is nog iedere dag blij dat hij het zover heeft geschopt. Grygera: 'Als international ben ik nooit centrale verdediger. Altijd links- of rechtsback. Als Marek Jankulovski geblesseerd is, speel ik linksachter. Ook bij Sparta Praag stond ik een seizoen op die positie, en bij mijn club daarvoor ook. Alleen bij Ajax kan dat niet. Hier moet de linksback linksbenig zijn. Dat ben ik duidelijk niet. Bij Ajax speel ik het liefste centraal achterin. Vooral in de opbouw ben ik hier beter geworden, maar ook qua snelheid van handelen. In Tsjechië worden er minder dingen van je verwacht als verdediger. Daar mag je rücksichtslos opruimen. Hier niet. Hier moet je altijd aan de voortzetting den ken. Zeker als centrale verdediger. In Tsjechië vindt men het prima als je de bal de tribune in kegelt. Bij Ajax kunnen ze dat niet waarderen. In Amsterdam heb je toch al minder krediet. Het moet niet alleen goed, maar het moet ook mooi. Dat valt niet altijd mee. Als het de eerste tien minuten nog niet loopt, hoor je het gefluit al van de tribunes. Zo is het nu eenmaal. Het heeft ook geen enkele zin om daarover verontwaardigd te zijn. Daarom is het ook belangrijk om af en toe je hoofd leeg te maken. Je moet niet de hele tijd aan voetbal denken, of over voetbal willen praten. Thuis gebeurt dat ook niet; daar speelt voetbal een bijrol. Met een vrouw en kind heb ik echt Tomas erbij nodig om het over voetbal te hebben. Dat is ook goed. Je moet ont spannen. Dat lukt best aardig. We kijken televisie of we gaan winkelen in de P.C. Hooftstraat. Dan komen we tot rust. En als het even kan, gaan we met het hele gezin naar Tsjechië om familie te zien en even in Praag te zijn, waar we een appartement hebben. Het is maar een uurtje vliegen, en het blijft er prachtig. En je betaalt er in kronen. Ik ben er een rijk man.' Als hem wordt voorgelegd dat hij ook voor Nederlandse begrippen niet geheel onbemiddeld is, knikt hij begripvol. En als je winkelen in de P.C. Hooftstraat tot de categorie ontspanning rekent, plaats je je daarmee in een bepaald segment van de samenleving. Grygera: 'Ik ben ook heel tevreden met wat ik heb bereikt. Ajax is een mooie club. Als het hierbij blijft, hoef ik me ner gens voor te schamen. En als alles mee blijft zitten, zou ik er op zich mee kun nen leven als ik nog eens in Italië kom te spelen. Linksback, rechtsback of in het centrum van de verdediging. Ik weet dat ik de grootste stap al heb gemaakt. Alle verandering hierna is gemakkelijker dan het vertrek uit Tsjechië. Echte heimwee heb ik niet meer. Ik houd het nog wel vijf jaar vol. Doorvoetballen tot mijn dertig ste in het buitenland om daarna terug te keren naar de club van mijn hart Sparta Praag, de ploeg die ik nu met Ajax hoop uit te schakelen in de Champions League-poule. Want je hebt het hart en de ambitie.' november 2005 25

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 25