directeur Ai ax
Vos preekt de
Walhalla of hel
De aftrap
tot mijn 32ste bij HVV gespeeld. En in al die jaren als voetballer,
maar ook in mijn werk bij Unilever heb ik toch vooral geleerd
en uitgedragen: doe je het samen, dan doe je het goed, dan boek
je resultaat.'
Schijnwerpers
Voor Maarten Fontein breekt een spannende tijd aan. Na 29 jaar
werken bij Unilever komt hij nu als algemeen directeur van Ajax
volop in de schijnwerpers te staan. Hoe denkt hij hierover?
'Ik heb er ontzettend veel zin in om bij Ajax aan de slag te gaan
en denk dat deze baan voor mij persoonlijk precies op het goede
moment komt. Ik geloof dat ik een goed gevulde gereedschapskist
heb om dit succesvol te gaan doen. Ik ben Ajax-gek, altijd
geweest. De busreis naar Parijs op 5 maart 1969, die ik als
17-jarige meemaakte naar de beslissingswedstrijd tegen Benfica,
staat voor eeuwig op mijn netvlies. Nu bij Ajax te kunnen gaan
werken heeft kennelijk voor mij in de sterren gestaan, want ik
heb al mijn hele leven de wens gehad om mijn bedrijfservaring te
kunnen koppelen aan de sport. Dit is een geweldige uitdaging
voor mij, als professional, als sportman en als Ajax-fan. Het uit
gangspunt is dat alles en iedereen gericht moet zijn op maar één
doel: Ajax terug aan de Europese top. Ajax heeft met coach
Danny Blind en technisch directeur Martin van Geel zijn zaakjes
op het technische vlak prima op orde. Ook zij zijn van huis uit
teamspelers. Ik verheug me op de samenwerking met hen en
met alle andere Ajacieden.'
tekst// Klaas Vos
Even na acht uur voor de buis. Nog drie kwartier en dan zou het
spektakel weer losbarsten. Zeg maar gerust: het gevecht met
emotie, spanning, angst en hoop. Kortom: zenuwenoorlog.
In Praag zet mijn club de eerste schreden naar nieuwe roem of
naar vernederende afgang. Eerlijk gezegd vervloekte ik het ruim
veertig jaar geleden ingeslopen rood-witte virus. Omdat mijn
hoop op een goed resultaat op een laag pitje brandde en mijn vrees voor een debacle
gevaarlijk brandde.
Ik zal niet de enige geweest zijn. Vorig jaar met veel strijd, pijn en moeite, bloed, zweet en
tranen tweede geworden. Door veel ach en wee's, gevloek en gesteun heen de voorronde
overleefd. Schamele overwinningen - weliswaar uit, maar toch - tegen laagvliegers als RBC
en Willem II en een pijnlijke thuisnederlaag tegen aartsrivaal Feyenoord. En dan nu op
Europees niveau uit tegen een team spelen dat linies gesloten houdt, het doel dichttimmert
en via bliksemuitvallen ons doel zal bestoken. En dat terwijl wij zo'n moeite hebben met
scoren, met een spits onder Koeman gekocht die al door de voetbalgoegemeente is afge
serveerd en een nieuwe spits die op z'n vriendelijkst gezegd nog wennen moet.
Zo zat ik op de bank, met het eerste pilsje voor me. In een glas van Sparta Praag,
omdat vriend Rimko Haanstra ooit in Tsjechië filmde en toen glazen met het logo van onze
tegenstander had gekocht. Een bezweringsritueel. Wie weet zou het helpen!
En het moet gezegd, vanaf het begin stonden onze ogen meer open dan tijdens alle wed
strijden ervoor. Vanaf de aftrap werd er fris, intelligent, echt des Ajax' gevoetbald. Waarin ook
zo de waarde van routine op het middenveld bleek. Je verheugd kon constateren waarom
Lindenbergh een goede aankoop is.
Maar gaandeweg door alles heen de wanhoop, omdat kansen niet verzilverd werden.
In een shot zagen we een sombere, trieste Blind. Ging toen bij hem ook niet de gedachte
door het hoofd: had ik nou toch maar Arveladze binnengehaald?
Enfin, we kennen de afloop. Toch een punt. Het doelpunt van Sneijder, die liet zijn hoe goed
hij echt kan zijn, kon wel eens beslissend zijn voor doorgang naar de tweede ronde.
Voor de achtste keer speelt Ajax al Champions League. Het is altijd een voorrecht om in het
Walhalla van het Europese voetbal te kunnen acteren.
Maar ik heb vaak gedacht of het niet beter is voor een team in ontwikkeling, met een spits
die nog wennen moet, om op een lager niveau, in de UEFA Cup, ervaring op te doen, te rijpen
en aan het eind wellicht die Cup in de prijzenkast te kunnen zetten.
Vormde het seizoen 1991-1992, waarin we die Cup wonnen, niet de basis voor de succes
sen in de Champions League daarna? Ik weet wel, Rijkaard erbij scheelde een grote slok
op de borrel.
In ieder geval dragen zeperds zoals vorig seizoen mijns inziens niet bij aan een positieve
ontwikkeling van het team in z'n geheel en spelers als individu.
Maar goed, we zitten nu in het Walhalla. Fijn voor de penningmeester, opwindend ook voor
de supporter, vanwege de ambiance van de wedstrijden, prestige en sportieve krachtmeting.
God geve echter dat dit Walhalla niet in een hel zal verkeren, zoals in Praag al dreigde.
Als dit schrijfsel bij u in de bus valt, weten we nog meer.
Misschien heeft Rosenberg z'n draai effectief naar het doel gevonden. Wie weet.
Hoop doet leven!
Ingang
oktober 2005 9