ntjSSVt* Donald Feldmann was er op 10 november 1957 heel snel bij door in zijn debuutwedstrijd tegen NAC al in de vierde minuut te scoren. Nog veel- belovender waren de debuten van Piet van der Kuil en Ray Clarke, die tegen respectievelijk NOAD en het (mede) daaruit voortkomende NAC al in de eerste minuut scoorden. Ray Clarke juicht nadat hij in de eerste minuut heeft gescoord. Frank Arnesen (links) deelt zijn vreugde. Invaller Inge Danielsson passeert op 7 maart 1968 PSV-keeper Heyink met een kopbal en is daarmee de eerste buitenlandse Ajacied die scoort bij zijn debuut. Kan hij het niveau aan, en, in gevolge het feit dat hij een spits is: scoort hij meteen? Klaas Nuninga weet exact vijf jaar later al helemaal ieders ogen scherp op zich gericht. Hij is voor een record bedrag van 250.000 gulden gekocht van GVAV, de eerste opzienbarende daad van de nieuwe voorzitter Jaap van Praag. In alweer een openingswedstrijd van het seizoen, op 23 augustus 1964 tegen Go Ahead, wint Ajax gemakkelijk met 4-1. Siem Tijm (twee keer) en Sjaak Swart scoren waarna debutant Klaas Nuninga 'met zijn laatste trap 89 teleurstellende minuten goedmaakt' (Het Parool). Nuninga wordt na zijn treffer 'bejubeld op een manier die ver boven de waarde van dit vierde doelpunt uitging' en hij ondervindt daarmee 'dat zijn medespe lers hem als een ploeggenoot beschou wen en niet als een dure buitenstaan der'. Nuninga wordt wel heel flink in de gaten gehouden door de pers: 'De kers verse bruidegom verdween een beetje gehaast maar gelukkig glimlachend in de koele gang naar de kleedkamer.' Over het algemeen voldoen veel aan getrokken aanvallers aan de druk van media, publiek en medespelers door in hun debuutwedstrijd te scoren. Inge Danielsson is begin 1968 de eerste buitenlandse aankoop die onder een vergrootglas wordt gelegd. Hij debu teert op 17 maart 1968 in de thuis wedstrijd tegen PSV, die door Ajax eenvoudig met 4-0 wordt gewonnen. De 26-jarige Zweed is drie maanden eerder door Ajax gecontracteerd. Als vervanger voor de geblesseerd geraakte Wim Suurbier verschijnt de Zweed na een half uur in het veld (waarna Swart in de verdediging gaat spelen). Met een prachtige kopbal zorgt Danielsson na rust voor 2-0 en 'met een fluwelen pass' (Het Parool) legt hij de basis voor Ajax' derde treffer, van Johan Cruijff. Het lichtelijk overdreven, euforische karakter van de omschrijving van de daden van de aankoop (prach tige kopbal, fluwelen pass) past goed bij het beeld dat wel vaker oprijst bij het beschrijven van de heldendaden van de debutant. Het lijkt alsof de journalist, de krant, ook graag wil dat deze aan koop slaagt, of wellicht speelt mee dat de media zich willen 'inslijmen' bij de nieuwe speler, met wie de contacten goed moeten zijn. Het Parool ruimt de dag na Danielssons debuut flink wat ruimte in voor een kennismaking, gelardeerd met een foto van het gezin Danielsson in de 'nog niet geheel ingerichte flat aan de Schouwenselaan in Amstelveen'. Geflankeerd door 'zijn charmante vrouw Lena en de lichtblonde Ulrika' zegt Danielsson onder meer over zijn debuut: 'Dat tweede doelpunt was natuurlijk heel belangrijk. In de eerste plaats voor mijzelf, maar zeker ook voor Ajax (let op de volgorde van belangrijk heid die Danielsson aangeeft!, MvH). Van dat moment af konden we rustiger spelen. De reactie van het publiek was geweldig. Dat hielp mij enorm.' Ook de scorende debutant begrijpt het belang van een goede pr. En daar hoort nederig heid bij: 'Ik vond het niet gemakkelijk. Ajax speelt een prachtig systeem. Vorig week tegen Feyenoord waren ze zeker een klasse beter.' Vaststaand basisteam Danielsson zal het niet echt redden in het prachtige systeem van Ajax, en ook een andere aanvaller, Dick van Dijk, zal zich na een scorend debuut (GVAV - Ajax 1-3, 10 augustus 1969) een succesvoller verblijf bij Ajax hebben gewenst, al speelt Van Dijk aanvanke lijk veel en scoort hij in de Europa- Cupfinale tegen Panathinaikos in 1971. Opvallend is dat in Ajax' gouden Europa-Cup jaren van de vorige eeuw geen enkele debutant weet te scoren. Als 'verzachtende' omstandigheid kan worden aangevoerd dat Ajax tussen augustus 1970 en juni 1973 met een vrij vaststaand basisteam speelt en slechts acht veldspelers hun debuut maken (Horst Blankenburg, Gerrie Kleton, Arnold Mühren, Johnny Rep, Heinz Schilcher, Bram Braam, Berend Kist en Jan Mulder). Na het vertrek van Johan Cruijff in 1973 koopt Ajax binnen een jaar vier nieuwe aanvallers, Zoltan Varga, Arno Steffenhagen, Willy Brokamp en Ruud Geels. Van de vier weet alleen Brokamp in zijn eerste wedstrijd te scoren (Geels maakt deze 'omissie' in de RADIO 1ELEVim3i ANDRECORDERS 58 Ajax Magazine

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 58