Michiel Borstlap De buitenstaander 'Beperk je tot de essentie' Michiel Borstlap is pianist. Hij is boven alles jazzmusicus, hoewel hij geen geheim maakt van zijn liefde voor andere muzieksoorten, zoals bijvoorbeeld klassiek en pop. De boomlange laatste man van het Utrechtse Sporting '70 werd op 18-jarige leeftijd door zijn trainer ineens voor de keuze gesteld: 'Zeg Borstlap, hoe kom jij toch iedere keer aan die wallen onder je ogen als wij in het weekend een wedstrijd moeten spelen?' Deze simpele vraag versnelde zijn keuze voor een professionele muziekloopbaan. Vanaf dat moment zette Borstlap alles opzij voor de muziek. Onlangs verscheen zijn tiende cd, Coffee and Jazz. tekst Jeroen van den Berg fotografie Sander Nieuwenhuys De afspraak met de 39-jarige pianist wordt op een zwoe le zomeravond gemaakt, tijdens een toevallige ont moeting in een Amsterdams café. Hij stemt onmiddellijk in. 'Praten over Ajax? Natuurlijk, graag zelfs. Kom maar een keer langs.' Enkele dagen later zitten we tegenover elkaar, in zijn prachtige en rustgevende verdie ping aan de Amstel. Hij woont er nog maar een week. Centraal in de woonkamer staat de vleugel, omgeven door een klassiek ingericht interieur, met accenten op leer en hout. Voordat we aan het gesprek beginnen laat hij een ingelijste groepsfoto zien, met daarop de opstellingen van een wedstrijd tussen Lucky Ajax en een team van bekende Nederlanders. Niet zonder trots laat hij ook een foto zien waarop hij met zijn grote idool Ruud Krol vereeuwigd staat. In de tijd dat Krol nog in de basis van Ajax speelde, bezocht Borstlap zijn eerste thuiswed strijd van Ajax, in de Meer tegen MW. 'Ik was waarschijnlijk een jaar of vier, vijf toen mijn vader me voor de eerste keer meenam. Het werd 4-1, met drie doelpunten van Geels. Hij had toen nog een blonde krullenbol.' Borstlap ging niet lang daarna zelf op voetbal. Hij werd lid van Sporting '70 en doorliep de hoogste jeugdelftallen. Ster van zijn team was Rob Alflen, die zelf als prof enkele jaren voor Ajax speelde, totdat een blessure voortijdig een einde aan zijn carrière maakte. Borstlap: 'Alflen speelde bij ons mid- mid en ik laatste man. Ik had een dui delijke taak: alle ballen inleveren bij Robbie, want dan kwam het meestal wel goed.' Alflen was niet de enige profvoetballer met wie Borstlap meer dere wedstrijden in dezelfde ploeg speelde, ook met en tegen Gerald Vanenburg voetbalde hij heel veel. Op straat, in Utrecht. Borstlap: 'Utrecht heeft veel goede spelers voortgebracht. Marco van Basten is de bekendste. Ik weet nog goed dat ik iedere dag op een veldje in Overvecht speelde. Dag-in- dag-uit. Vaantje was daar ook regelma tig bij.' En dan, theatraal verbaasd, maar ook vergenoegd: 'Kun je je dat voorstellen? Ik speelde daar iedere dag. En ook nog eens uren achter elkaar!' Op de racefiets naar de training Met Sporting '70 kwam de jonge Borstlap uit tegen gerenommeerde teams als Holland en Elinkwijk. Hij had het in zich om de top van het ama teurvoetbal te halen, maar de muziek zette een streep door de rekening. Het optreden in de (late) avonduren was simpelweg niet meer te combineren met het soms vroege aftrappen in de week einden. Bovendien wilde het niet zo vlotten op de middelbare school. Nadat hij gestopt was als speler, werd hij trai ner van de Dl van Sporting '70 en maakte hij ten slotte zijn middelbare school (havo) na enkele omzwervingen af. Toch is de liefde voor het voetbal nooit gaan roesten. En sinds dat ene moment achter het doel in de Meer, tij dens de wedstrijd Ajax - MW, is Ajax hoofdrolspeler in die liefde. Zonder enige ironie zegt hij: 'Voetbal interes seert me eigenlijk niet eens zoveel, ik wil alleen maar naar Ajax kijken.' Ook daar heeft hij een nadere uitleg voor, die terugvoert naar 1978, toen Michiel twaalf jaar was. Borstlap: 'Ik had net mijn eerste racefiets gekregen en ben toen samen met een goede vriend van Utrecht naar Amsterdam gefietst om daar de training van Ajax bij te wonen. We hebben met voorbedachten rade gespijbeld, want ik had zelf een briefje voor school geschreven. "Geachte heer Bon, bij deze laat ik U weten dat mijn zoon Michiel vandaag wegens ziekte niet kan komen, en Erik ook niet." Dat briefje had ik in een giro-envelop van de Postbank gestopt en voor vertrek naar Amsterdam bij school in de brie venbus gestopt. We werden wel oktober 2005 49

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 49