Gerrie Kleton was overal bij
Hij gold begin jaren zeventig als een van de grootste talenten van Ajax, maar voor Gerrie Kleton was er geen doorko
men aan, met aanvallers als Piet Keizer en Johan Cruijff als concurrent. De 'opvolger van Piet Keizer' vertrok na drie
seizoenen bij de club waar hij opgroeide, en waar hij slechts vijf officiële wedstrijden in het eerste speelde. Toch
heeft hij er een goed gevoel aan overgehouden. 'Dat ik in die gouden tijd van Ajax bij de eerst zestien spelers hoorde,
vervult me met trots.'
tekst Marcelle van Hoof
een iets minder grotere mond had
gehad, had ik misschien wel een kans
gekregen bij Ajax. Niet in de toptijd
misschien, maar daarna. Johnny Rep
kreeg wel een kans, maar op zijn positie
speelde Swart, die natuurlijk ouder was
dan Keizer. Maar Rep had de goedkeu
ring van Cruijff, die zag het in hem zit
ten. Cruijff heeft hem gedeeltelijk
gebracht; Kovacs was wel trainer, maar
ik denk dat Cruijff en Keizer het meest
te vertellen hadden. Naar buiten merk
je daar niks van, maar het was wel zo.
Bij Michels hadden ze minder invloed,
maar Kovacs was gewoon heel slim. Hij
had zich goed laten voorlichten, kende
iedereen en wist de juiste snaar te raken.
Op zijn besprekingen was weinig aan te
merken, hij was altijd goed geïnfor
meerd over de tegenstander.
'Kovacs ging uit van een man of elf,
twaalf en daarna had je een aantal
wissels: Heinz Schilcher, die was wat
ouder en kon op meerdere posities spe
len, Arnold Mühren, John Rep en ik.
En in mijn eerste seizoen had je ook nog
Dick van Dijk, een gelouterde topscorer.
Als er dan een aanvaller uitging, viel
Van Dijk in en niet Gerrie Kleton.'
Ajax in het seizoen 1973-1974. Staand vanaf
links: trainer Knobel, Haan, Suurbier, Mulder, Van
Dord, Blankenberg, Hulshoff, Krol en assistent
trainer Haarms; zittend: Keizer, Rep, Neeskens,
Stuy, Wever, Kleton, G. Mühren, A. Mühren en
Cruijff.
Ik zat bij een team waaruit
veel spelers een paar jaar gele
den gekozen werden in het
elftal van de eeuw. Zie daar
maar eens tussen te komen.
Piet Keizer was de beste linksbuiten ooit.
En ik was ook linksbuiten. Ik was twee
benig, kon net als Sneijder nu corners
van beide kanten nemen. Van huis uit
was ik rechtsbenig, maar bij Ajax was er
buiten Piet Keizer niemand die linksbui
ten kon spelen. Vanaf de jongste jeugd
lieten ze me daarom linksbuiten spelen,
waarna ik veel oefende met mijn linker
been. Ik kapte niet terug naar mijn rech
terbeen. En op een gegeven wist men
niet meer of ik links- of rechtsbenig was.
Dat beschouwde ik als een compliment.'
Kleton was nog geen achttien toen hij bij
het eerste elftal kwam, na de eerste
Europa-Cupwinst in 1971. 'Ik stond te
boek als uitzonderlijk talent, de beoog
de opvolger van Piet Keizer. Maar in
drie seizoenen heb ik maar vijf wedstrij
den gespeeld. Spelers waren minder
geblesseerd dan tegenwoordig. Ik heb er
geen verklaring voor. Het is wel zo, dat
als de resultaten goed zijn, er
weinig blessures zijn. Als spelers al
geblesseerd waren, dan was dat op
maandag of dinsdag, dan hoefden ze
niet te trainen. Johan Cruijff was daar
een meester in, dat wist iedereen. Maar
dat gaf niet, want hij zorgde ervoor dat
je won.
'Keizer was nooit geblesseerd. Hij was
mijn idool, we hadden een prima
relatie. Ik was wel een blaag, een
Amsterdammertje met een grote mond.
Nu ik ouder ben denk ik weieens: als ik
Grote wedstrijden
Kleton maakte in april 1972 zijn
debuut, in een competitiewedstrijd
tegen MVV, die tussen de Europa-
Cupduels tegen Benfica gepland stond.
Cruijff werd gespaard, en Neeskens
ook, want die werd vlak na rust door
Kleton vervangen. Ajax had de week
ervoor voor het eerst (en het laatst) dat
seizoen een competitiewedstrijd verlo
ren, bij Go Ahead Eagles en nam tegen
MW wraak: 8-0. Kleton: 'Ik heb nog
30 Ajax Magazine