Een stille beer bij circus Ajax Onvoltooid verleden Op de elftalfoto stond een enorme gestalte. Een Oostenrijkse jongen met het postuur van een beer. Heinz Schilcher tekst David Endt fotografie Guus de Jong Er was een tijd dat het aantrekken van een buitenlandse voetballer een bij zonderheid was. En wanneer zo'n speler uit een vreemd land bij Ajax aanmon sterde, moest dat ook wel een bijzondere voetballer zijn. Dat gold in 1966 in abso lute zin voor een Zuidslaaf, zoals iemand uit Joegoslavië toen werd genoemd, Velibor Vasovic. Hij bleek in alle opzich ten een geweldenaar. Later kocht Ajax een verdediger uit Duitsland, Horst Blankenburg, en ook hij bleek een gou den greep, een voetballer die zich moeite loos in de zeer Amsterdamse kleedkamer Toen, na de gewonnen Europa-Cupfinale van 1971, Vasovic zijn kicksen aan de spijker ophing, en Blankenburg definitief diens plaats innam, werd er gezocht naar een verdediger. In Nederland werd die niet gevonden, ver buiten de grens wel. Op de elftalfoto van het seizoen 1971- 1972 stond een enorme gestalte. Een Oostenrijkse jongen met het postuur van een beer. Heinz Schilcher. Die Schilcher die voor Sturm Graz uit kwam, was zelf het meest verbaasd toen hij nota bene via een manager van een andere Oostenrijkse club vernam dat een club uit Nederland interesse in hem had. Welke club? Dat kon de man niet zeggen. Schilcher drong aan, het hoge woord kwam eruit: Ajax. Ajax?? Ajax!! De kampioen van Europa wilde hem heb ben? In Amsterdam werd de zaak snel beklonken met een tweejarig contract. Van de ene dag op de andere van de Oostenrijkse anonimiteit naar de top van Europa, het leek een bedacht verhaal. De aanpassing van de reus in het grote voetbalcircus dat Ajax was geworden, verliep moeizaam. Hij moest al snel de piste in. De eerste vijf competitiewedstrij den deed hij steeds mee want Wim Suurbier herstelde van een meniscusope ratie en trainer Kovacs goochelde wat om de rechtsachterplaats goed bezet te krijgen. Sjakie Swart speelde er, en Johan Neeskens. En Heinz Schilcher. Het elftal draaide niet, de overwinningen kwamen moeizaam tot stand, af en toe voerde de bewolking een gelijkspel aan. De aanpas sing verliep ook daardoor haperend. Was er weinig acceptatie of had hij moeite zich te voegen in de nieuwe wereld? Vergeleken met de andere kleedkamer- gasten was hij stil, schuchter. Hij kón geen Vasovic zijn, de man waaraan zijn kwaliteit werd gemeten. Vasco was rijp en de meeste Ajacieden in ervaring ver de baas toen hij kwam. Schilcher moest aanklampen. De avonden werden gevuld met bioscoopbezoeken. Niet te laat, om tien uur naar bed. Aanvankelijk werd hij gehuisvest bij een gastgezin in de buurt van de Meer, later verhuisde hij naar een luxueuze flat in de stille tuinstad Overtoomse Veld. Vechten tegen een zaamheid, gedachten vol knauwende twijfel over zijn nieuwe voetballeven. Na maanden vooral in het tweede elftal te hebben gespeeld kwam de verdediger aan het slot van het seizoen als na een winterslaap weer in beeld. Anders, over tuigender dan voorheen. In een inmiddels veel beter draaiend elftal kwam zijn kwaliteit als centrale verdedi ger aan het licht. Het ontbreken van Mokumse bravoure egaliseerde hij met een voor Ajax bijna ongewone verbeten- Maar de weg in Amsterdam had hij inmiddels weten te vinden. Trendy gekleed en met het uiterlijk van een wel gestelde hippie kwam hij verder dan alleen de cinema en met een paar van de Ajax-spelers was zowaar iets ontstaan dat iets weg had van vriendschap. Zwaarder dan de sociale aspecten wogen de hoogtepunten op het veld. Op 7 maart 1973 moest hij er staan. Een Europese kraker in het Olympisch Stadion, een wedstrijd met de allure van een finale: Ajax - Bayern München. En Heinz Schilcher stónd er, als karaktervol le verdediger vol persoonlijkheid. Het gemis van Hulshoff werd niet gevoeld, Heinz bleek juist hier, op de plek waar het beste van een sportman werd gevraagd, op zijn taak berekend. Een volwaardig Ajacied. Acht minuten na rust. Na een doelpuntloze eerste helft met knap voetbal dringt Ajax Bayern ver terug. Ook Schilcher meldt zich aan het front en van twintig meter lost hij een gloeiend schot. Voor Bayern-keeper Sepp Maier is de knal niet te pakken en Arie Haan is er als de kippen bij om 1-0 te maken. De ban gebroken, de weg vrijge maakt voor een legendarische 4-0 triomf. heid. Krachtig schakelde hij de spitsen uit, als het kon ging hij op zijn Hollands aanvallend op avontuur en dan vreesden de tegenstanders zijn machtig schot. De krenten in de smeuïge pap van dat seizoen, waarin Ajax alles won wat er te winnen viel, bekeek Heinz Schilcher van af de zijlijn, in trainingspak. Hij won Ajax' tweede Europa Cup zonder er wer kelijk bij te horen. Het jaar daarop werd er meer van de Grazer beer verwacht en hij bracht ook meer. Alleen had hij de pech dat de ijzeren defensie Suurbier-Hulshoff- Blankenburg-Krol niet bijzonder blessu- regevoelig was. Zijn verhoogde zelfver trouwen vond geen uitweg op het veld. En hij, Heinz Schilcher, stond aan de basis van die glorie. Twee weken later in München was er weer plaats voor Schilcher en in de Amsterdamse halve finale tegen Real Madrid ook. Een week later onderstreep te hij zijn vorm door in Den Bosch met twee goals Ajax aan de overwinning te helpen. Het ijs was gebroken... maar nee, het ijs leek gebroken. Ondanks het krachtige seizoen verlengde Schilcher zijn verbintenis niet. De wens om meer aan voetballen toe te komen én een lucratieve aanbieding uit Parijs trokken hem weg uit Amsterdam, de stad waarin hij een zaam en ongelukkig was geweest, de stad waarvan hij had leren houden. Juni 2005 49

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 49