'Je ziet weer de intentie om
naar voren te denken
en te spelen'
Roger van Boxtel
Buitenstaander
Oud-politicus Roger van Boxtel (1954) was in het tweede kabinet Kok (1998-2002) belast met het grote steden- en integratiebeleid.
Als kamerlid was hij tussen 1994 en 1998 voor D66 woordvoerder over de volksgezondheid en het minderhedenbeleid. Na zijn politieke
loopbaan keerde Van Boxtel terug in het bedrijfsleven. Momenteel is hij voorzitter van de raad van bestuur van zorgverzekeraar Menzis.
Voor de drukbezette Van Boxtel, die de politiek niet zegt te missen, is voetbal meer dan een hobby. Hij volgt Ajax vanaf zijn achtste jaar en is
trots op zijn twee voetballende zonen, die hij wekelijks op het veld volgt. 'Ook voor mij is voetbal een van de belangrijkste bijzaken in het leven.'
tekst Jeroen van den Berg
fotografie Sander Nieuwenhuys
Een afspraak maken met de
van oorsprong als organisa
tie-adviseur en interim-mana
ger werkzame Van Boxtel is
niet zo moeilijk. Praten over
voetbal en Ajax, dat is leuk! De uitvoe
ring is lastiger, want het blijkt niet
eenvoudig om nog een gaatje te vinden
in zijn overvolle agenda. Tenslotte
spreken we af op een late maandagmid
dag, in zijn riante kantoorkamer bij
Menzis in Zwolle. Eenmaal aan het
woord betoont Van Boxtel zich een
enthousiast verteller, met veel gevoel
voor anekdotes. Zo denkt hij nu nog
met veel genoegen terug aan de Indische
supporter die telkens weer de lachers op
zijn hand kreeg in de Meer, door met
een geweldige timing de oerkreet
Oooohjóx uit te slaken. Van Boxtel:
'Hij deed dat altijd precies op een
moment dat het even stil was in het
stadion, prachtig.'
Ook is er de herinnering aan de voet
baller Tscheu-la Ling. Van Boxtel: 'Als
Tscheu weer eens had besloten om een
dagje vrij te nemen, en dan kwam hij
echt geen tegenstander voorbij, waren
de reacties uit het publiek vaak zo
vermakelijk. Ik houd sowieso van de
sfeer in een stadion. Als de mensen gaan
zingen, raken die sentimenten mij in
het hart. Het overgrote gedeelte van
de mensen komt volgens mij juist
daarvoor naar het stadion. In Spanje
is het bezoeken van een wedstrijd zelfs
een uitje voor de hele familie. Ik was
enkele jaren terug bij de wedstrijd
Barcelona - Oviedo. Dat was op zich
zelf helemaal geen bijzondere wed
strijd, maar het stadion zat bijna vol.
Ik schat zo'n tachtigduizend bezoekers.
Complete gezinnen waren aanwezig.
Die zijn dan op en top gekleed en gaan
naderhand met z'n allen eten in de stad.
Een dergelijke traditie kennen wij niet in
Nederland. Bij ons is het overwegend
een mannenaangelegenheid.'
Verschrikkelijk sterk
Van Boxtel werd geboren in Tilburg,
waar hij snel in aanraking kwam met
voetbal. Zijn vader, zelf oud-voetballer
bij Willem II, nam hem letterlijk aan
de hand mee naar het stadion, waar
de jonge Roger meerdere wedstrijden
van de Tricolores bijwoonde. Van
Boxtel: 'En in die tijd had je ook nog
NO AD en Longa die betaald voetbal
speelden, dus ik zat elke week wel
in het stadion naar een voetbalwedstrijd
te kijken.'
Toen hij acht jaar was, verhuisde de
familie Van Boxtel naar Amstelveen.
Van Boxtel: 'Het duurde toen niet lang
alvorens ik Ajacied werd en dat is tot de
dag van vandaag zo gebleven. Ik ben
geen moment voor Blauw Wit of
FC Amsterdam geweest, die in mijn
jeugd allebei ook een zekere reputatie
genoten. Op de fiets naar de Meer, dat
was het helemaal. De jongere supporter
van nu kan dit waarschijnlijk niet
bevatten, maar Ajax was toen echt ver
schrikkelijk sterk. Er werd vrijwel weke
lijks gewonnen en dat vonden we
allemaal heel normaal. Maar eigenlijk
hadden we toen nauwelijks door dat
we om de week de beste club van de
wereld op het veld zagen. Dat besef is
pas later tot mij en mijn vriendjes
doorgedrongen. En ach, ik wil niet
sentimenteel overkomen, maar voetbal
was toen echt nog heel erg leuk.
Er werd veel gelachen op de tribunes
en eigenlijk was er nooit een knokpartij.
De Klassieker ging toen bijvoorbeeld
om het eergevoel, het was Amsterdam
tegen Rotterdam. Naar die wedstrijd
werd een week lang toegeleefd.
juni 2005 45