tt#ü
'In Zuid-Afrika
is het heel
gewoon om
een doelpunt
op een heel
uitbundige
manier te
vieren'
we mochten het hotel niet uit toen we in
Johannesburg waren. Ik had anders
graag een barbecue georganiseerd voor
het hele team. En we hadden kunnen
zwemmen.
'Toen we in Kaapstad waren ben ik met
Nigel en Boukhari naar een wijk gegaan
die vergelijkbaar is met Westbury. Ze
namen foto's en zagen het leven. Ze
wisten niet wat ze zagen. Ik hoefde niets
uit te leggen. Nu weten zij wel waar ik
vandaan kom. En dat vind ik fijn. Ik zal
zelf nooit vergeten waar ik vandaan
kom. Westbury zit voor altijd in mijn
bloed. Ook al woont mijn moeder
inmiddels ergens anders. Gelukkig is er
in ons gezin nu geld om in een betere
buurt te wonen. Dat heeft mijn moeder
wel verdiend. Ik wil dat het haar aan
niets ontbreekt. Ik wil ook eigenlijk niet
dat ze zelf dat grote huis onderhoudt.
Maar ja, de bediende die ze eerst op
mijn aanraden had aangenomen, heeft
ze ook weer ontslagen. Het moet name
lijk allemaal precies zo gaan als mijn
moeder het wil. Toen dat niet lukte,
heeft ze er meteen een streep onder
gezet. Een tuinman is nu nog het enige
personeel. Ik wil heel graag dat mijn
moeder het wat rustiger aan zou doen,
maar zij doet het liever allemaal zelf.
Ik ben het er niet mee eens, maar wie
ben ik?'
Steven Pienaar, international, speler van
Ajax...
Pienaar: 'Ja, maar dat zegt niets. Mijn
moeder is de baas. Nog steeds.'
Geeft ze je ook adviezen over je voetbal
keuzen?
Pienaar: 'Ja, toen ik terugkwam van
mijn blessure, heeft ze me op het hart
gedrukt om naar Engeland te gaan. Dat
zou ze het liefste zien. "Waarom ga je
niet weg bij Ajax?" vroeg ze me. En
toen zei ik dat ik geduld moest hebben.
En dat het erom gaat om de juiste keuze
op het juiste moment te maken. Haast
kan je verleiden tot een verkeerde move.
Geduld is een schone zaak. Op den
duur is Engeland het beloofde land. De
Spaanse competitie is ook mooi, maar
in Engeland is de atmosfeer perfect.
Daar voel je wat voetbal is. En wat
voetbal moet zijn.'
De vreugdesdansjes
Het is te hopen dat Pienaars moeder, die
we dankbaar moeten zijn voor de
opvoeding van een van Ajax' beste spe
lers, niet in alles haar zin krijgt. Want
aan het einde van het seizoen zagen we
weer hoe fantastisch Pienaar kan voet
ballen. Hij leek weer helemaal de oude,
en doet denken aan Davids in zijn beste
dagen. Pienaar speelde meestal op
rechts, in plaats van op zijn geliefde
nummer-1 O-positie. En hij vond het net.
Na ieder doelpunt volgt een openbare
dansles bij de cornervlag. Pienaar lacht.
'Ik ben blij dat ik het seizoen goed heb
afgesloten. Scoren hoort daarbij. En de
dansjes dus ook. En ja, over die positie
als rechtsbuiten, wat zal ik erover zeg
gen? Ik heb tegen Blind hetzelfde gezegd
als ik tegen Koeman zei. Ik wil liever
niet als rechtsbuiten spelen. Ik heb een
absolute voorkeur voor de nummer-10-
positie. Maar we speelden vaak zonder
nummer 10. Het is wel Blinds bedoeling
om met een 10 te spelen. Dat gebeurde
in het begin ook. Ik kwam er op die
plek in voor Rafael. Mijn tweede wed
strijd onder Blind, tegen Heerenveen,
speelde ik op 10, en de volgende wed
strijd tegen Willem II ook. Maar daarna
liep het anders. Mauro raakte gebles
seerd, en Blind had geen alternatieven.
Ik heb er heel open over gesproken met
de trainer. Hij vroeg me het voor het
team te doen, en dus voelde ik me ver
plicht als rechtsbuiten te spelen. Zonder
problemen, zonder morren. Als ik maar
speel. En als het dan ook nog loopt,
zoals in de laatste wedstrijden, en je
scoort, dan heb je niet de neiging om
te klagen.
'Die dansjes zijn spontaan begonnen. In
Zuid-Afrika is het heel gewoon om een
doelpunt op een heel uitbundige manier
te vieren. Dat ben ik zo gewend. Als ik
bij Ajax scoor, moet ik ook zoiets doen.
Voor mij hoort een dansje erbij. Het
hoort bij de euforie. En Nigel vindt het
leuk om met me mee te doen. In
Nederland vindt men het niet altijd even
leuk, maar dat kan me niet schelen. Het
is niet bedoeld om tegenstanders te ver
nederen, maar om mijn geluk te vieren.
Ik moet zeggen dat Nigel het steeds
beter onder de knie begint te krijgen.
Hij komt er wel. Talent heeft hij zeker.
Als danser.'