'Als ik zo nodig problemen met de politie wilde, had ik gewoon in Westbury kunnen blijven' zondag dat hij na zijn knieblessure weer eens een helftje had kunnen meespelen - tegen ADO Den Haag - liep het thuis uit de hand. Zijn vriendin deed aangifte wegens mishandeling. Pas later kreeg Pienaar de kans zijn kant van het ver haal in de media te doen. Niet haar maar hem was geweld aangedaan nadat hij de relatie had beëindigd. 'Laten we zeggen dat ik dit jaar veel ervaring heb opgedaan,' zegt Pienaar met een cynische grijns. 'Het was mijn eerste keer in de gevangenis. Ook al was het heel anders dan de Zuid-Afrikaanse cellen, leuk is anders. Je zit helemaal alleen. Toen de politie bij me aanbelde was ik behoorlijk van de kaart. Ik zag het totaal niet aankomen. En toen dacht ik nog dat ik gewoon kon uitleggen wat er was gebeurd, maar ze wilden me niet eens aanhoren. Ik moest mee naar het bureau. Ik heb me niet verzet, en ben gewoon met ze meegegaan. Maar wel met een heel raar gevoel. Ik had geen idee wat er boven mijn hoofd hing, maar veel fraais was het niet. Zoveel was zeker. Tot op de dag van vandaag weet ik niet waarom het zo moest. Misschien vonden ze het leuk dat het om een bekende voetballer ging en wilden ze langer genieten van hun moment van glorie. Mijn verklaring wilden ze pas de volgende dag horen. Toen ik die een maal had gegeven zei de agent die hem had afgenomen dat ik me volgens hem geen zorgen hoefde te maken en dat ik zo weer vrij zou zijn. Dat klopte. Vijf minuten later mocht ik gaan. "Waarom hebben ze je hier een nacht vastgehou den?" vroeg die politieman. Terwijl ik juist gehoopt had dat hij het mij kon uit leggen. Mijn advocaat zei me dat het geen zin had een klacht in te dienen. Ik was allang blij dat ik weer weg kon en gewoon kon gaan voetballen. Maandag kwam het in Nederland in het nieuws. Gelukkig bereikte het bericht pas een dag later de Zuid-Afrikaanse media. Die dag speling gaf mij net voldoende tijd om mijn moeder te bellen om haar te zeggen dat ze zich geen zorgen hoefde te maken. Binnen twee dagen werden er bij Ajax al grappen over mijn nachtje cel gemaakt. Goede en slechte. Het belang rijkste was dat ik er zelf om kon lachen. En daar kreeg ik natuurlijk ook onge vraagde hulp bij van mijn vrienden in Westbury. Ze zeiden me allemaal dat ik daarvoor niet zover weg had hoeven gaan. Als ik zo nodig problemen met de politie wilde, had ik gewoon in Westbury kunnen blijven.' De tuinman in Johannesburg Pienaar weet dat hij in zijn vakantie gaat worden gepest door zijn vrienden in Westbury. Ten onrechte opgepakt worden voor zoiets futiels als het in elkaar slaan van je eigen vriendin, maakt je natuurlijk tot het lachertje van de buurt. 'Ze mogen lachen,' haalt Pienaar zijn schouders op. 'Ik ben blij dat het in Westbury zelf de laatste jaren steeds rustiger wordt. Er is heel weinig geweld. Het wordt nog eens een keurige norma le buurt. Er komt veel politie. Dat is wel eens anders geweest. Maar het helpt. Het is bijna relaxt. Niet dat men alweer huur betaalt. Zover is het nog niet. Omdat ze de huren veel te hoog von den, hadden ze het gemeentehuis in brand gestoken. Op de plek waar het vorige stond, is nu een heel mooi nieuw neergezet, compleet met een recreatie centrum voor de jeugd van Westbury. Ik sluit niet uit dat er ooit weer huur gaat worden betaald. Ik verheug me erop de jongens uit de buurt weer dagelijks te kunnen zien. Ik mis ze. Mijn grote voet balvoorbeeld Tyrone Baartman komt misschien in juni vrij, samen met de negen andere buurtvrienden van me die nu al jaren vastzitten. Hopelijk gaat dat door. En ik hoop dat ik er bij ben. Dat wordt een groot feest. 'Mijn moeder woont niet meer in de buurt, maar als ik thuis ben ga ik iedere dag naar Westbury. Het huis dat ik voor mijn moeder, broer en zusjes heb gekocht, bevalt goed. Het is een flink eind buiten Westbury, zodat mijn moe der niet meer wordt bestookt met aller lei vragen om hulp van mensen uit de buurt. Mijn moeder is er gelukkig. En dus ik ook. En ik ben net oom gewor den. Dat is ook mooi. Mijn zus Joslin heeft het leven geschonken aan een dochter. Gisteren kreeg ik een email van een goede vriend van de familie. Maar helaas stond daarin geen naam. Ik belde gelijk naar mijn moeder, maar die was er natuurlijk niet. Dat is de ellende van zo ver weg wonen en werken. Ik mis huis sowieso al heel erg. En mijn kleine zusje Ronelle helemaal. Zij was in sep tember twee weken hier. Dat was heer lijk. Ze vond het hier mooi en fijn, en ze wilde blijven. Dat wilde ik eigenlijk ook het liefst, maar het zou heel moeilijk zijn. Ik ben er te veel niet, en kan dus niet goed genoeg voor haar zorgen. Bovendien is school een probleem. Maar ooit gaat dat toch gebeuren. Ik kan eigenlijk niet zonder haar. Misschien als ze naar de middelbare school gaat. 'Ik was dit jaar vier keer thuis. Met kerst, in januari met Ajax, in februari voor het nationale team, en in maart ook twee keer. Het was jammer dat ik Westbury niet kon laten zien aan mijn vrienden bij Ajax. Het was te ver, en

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 21