50 EUROPACUP
De aftrap
Mentale training
en coaching
in voetbal
flg 1956/2005
üssfea! aa
50 jaar Europees voetbal in portretten
Het eerste voetbalboek over Europees voetbal was
Europa Cup '55-'68 van Hans Molenaar. Het boek hield
op waar de Europese successen van Nederlandse clubs
een aanvang namen. Toch hoefde dat niemand te sto
ren, want het beschreef op meeslepende wijze de voet
balhistorie, met speciale aandacht voor de bescheiden
Nederlandse inbreng, vermeldde alle uitslagen in
prachtige schema's en bevatte aan het eind zelfs een
ranglijst op basis van het aantal wedstrijdpunten dat de
clubs in de Europacup 1 bij elkaar gevoetbald hadden.
Volkomen fictief natuurlijk, maar het zorgde ervoor dat
wij jarenlang geen ander boek nodig hebben gehad. Na
elk jaar pasten we zelf de ranglijst aan, waarop de Nederlandse clubs zich vanaf 1969
gestaag omhoog werkten. Ook raakten we niet uitgekeken op de foto's: bijvoorbeeld
van een 'juichdans' van Pat Crerand en Bobby Charlton van Manchester United op
schijnbaar twee meter hoogte, van 'een merkwaardige solo van Denis Law met zijn
verloren linker voetbalschoen in de hand!' en van uitblazende Ajacieden voor het begin
van de verlenging van de wedstrijd tegen Real in Madrid op 11 oktober 1967.
Molenaar zelf bleef ook zijn ranglijst bijhouden in de Europa-Cupboeken die hij jaarlijks
schreef, merkten we achteraf. Destijds werd ons pas weer een Europees overzicht in
boekvorm voorgeschoteld in 25 jaar Europa Cup 1 van Ed van Opzeeland. Zonder rang
lijst, maar mét alle uitslagen, een uitvoerig verslag van elk voetbaljaar en zelfs kleuren
foto's: van Jan Mulder die 'een stijlvolle maar helaas vruchteloze kopbal' plaatst tijdens
Dukla Praag - Anderlecht en van Sjaak Swart in de mist tegen Liverpool.
Na afloop van het seizoen 2003-2004 was er natuurlijk een nieuw overzichtsboek
nodig. In 50 jaar Europa Cup beschrijft Raf Willems de historie. Het boek is prachtig
vormgegeven en bevat authentieke zwartwitfoto's, maar is minder een nostalgisch en
volledig feitenboek dan bovengenoemde boeken. Elke jaargang beslaat vier pagina's.
De eerste wordt in beslag genomen door één of twee foto's. Dat zijn vaak portretfoto's
en juichfoto's met beker: mooi, maar niet zo spannend. De helft van de tweede pagina
is gereserveerd voor de 'weg naar de finale', wat slechts ruimte biedt voor een korte
beschrijving van de route die de finalisten hebben afgelegd. Er is dus geen plaats meer
voor bijvoorbeeld de mistwedstrijd van Ajax tegen Liverpool of voor Real Madrid - Ajax
in 1967. Dan is er globaal één pagina voor 'het verhaal' van het betreffende seizoen.
Vaak is dat overigens meer een soort portret van een aansprekende speler (Denis Law,
George Best, Clarence Seedorf), trainer (Ernst Happel, Alex Ferguson) of voorzitter
(Silvio Berlusconi, Gianni Agnelli). Daarna volgt nog een echt portret, dat wel altijd
relevant is maar niet perse hoort bij het betreffende Europacupseizoen (zoals dat van
de net tot wereldvoetballer van het jaar gekroonde Milanspeler George Weah in het
seizoen dat Juventus Ajax versloeg in de finale). Tenslotte volgen de uitslagen vanaf de
kwartfinale, aangevuld met die van de finalisten, de Nederlandse en de Belgische clubs
uit de voorafgaande ronden. Dat wil zeggen, meestal. Er ontbreken er ook een paar.
En de uitslagen van de returns worden (met uitleg, dat wel) andersom weergegeven
dan gebruikelijk. Ook verlengingen worden niet genoemd, zodat Real Madrid - Ajax in
1967 al na 90 minuten in 2-1 geëindigd lijkt te zijn.
De portretten zijn wel degelijk lezenswaard, ook al is het taalgebruik soms bom
bastisch: 'Van Basten is renaissance. De wedergeboorte van de kunst, de sierkunst van
het superieure scoren. Hij verrijkte het erfgoed van Milaan, sinds de vijftiende eeuw
middelpunt van humanistische idealen als vrijheid, zelfrespect en menselijke perfectie.
Gedreven door Leonardo da Vinci, heraut van de verfijnde smaak en zijn interpretatie
van Het Laatste Avondmaal.'
Waar het boek voor liefhebbers van volledigheid en volgers van Nederlandse clubs wat
tekortschiet, maakt Willems ook nieuwe, eigentijdse keuzes. Zo kijkt hij verder dan het
voetbal in relevante politieke uitweidingen over Franco, Mussolini, Ceausescu en de
Joegoslavische burgeroorlog en in de promotie van interculturele, gemeenschapsver-
sterkende voetbalprojecten van Engelse clubs en de Franse voetbalbond.
ken
Henk-Maarten Chin en Robert Maaskant
Leren sterk in je voetbalschoenen te staan
PSV heeft in Amsterdam met ruim verschil gewonnen van
Ajax. De Eindhovense ploeg was technisch beter, tactisch
volwassener en fysiek sterker. Maar belangrijker nog: het
team had een groot mentaal overwicht. PSV presteerde
het hele seizoen al boven verwachting en kon niet stuk.
Zat het eens tegen? Selecteerde de bondscoach bijvoor
beeld liever Amsterdamse groentjes dan gevestigde PSV-
cracks? De jongens uit Eindhoven putten er alleen maar
kracht uit. Ajax zat al maanden in de neerwaartse spiraal,
die trainer Koeman de kop heeft gekost. PSV kon dus niet
verliezen in Amsterdam. Ajax kon niet winnen.
Een ander voorbeeld van mentale kracht is AZ. Coach
Adriaanse heeft zó een teamgeest kunnen smeden dat er
dit seizoen tot april maar één competitienederlaag werd
geleden. (In de slotfase ging het dramatisch mis met zeven nederlagen in negen wed
strijden, maar dat is een ander verhaal.) Hetzelfde kunstje flikte Adriaanse eerder bij
Willem II. Hij maakt gebruik van onorthodoxe middelen op het gebied van teambuilding,
desnoods door de groep als straf voor een slappe instelling in een oefenwedstrijd de
terugweg te voet te laten afleggen of ze op het trainingsveld paaseieren te laten zoeken.
Een meer wetenschappelijk verantwoorde wijze van teambuilding en individuele mentale
training wordt in praktijk gebracht door Robert Maaskant, de huidige trainer van Willem
II. Samen met Henk-Maarten Chin, directeur van de CiC Group voor sportmanagement en
mentale training, heeft hij hiervoor een methode ontwikkeld en beschreven in Mentale
training en coaching in voetbal.
Chin Maaskant maken aannemelijk dat mentale vaardigheden aan de basis staan van
het ontwikkelen van techniek, tactisch inzicht en fysiek vermogen en dat mentale trai
ning dus 'veel meer winst kan opleveren' dan 'het verbeteren van de laatste vijf procent
van de kwaliteit van spelers'. Zij definiëren mentale training als 'het op een structurele
wijze gericht verbeteren van de mentale vaardigheden (concentratie, motivatie, zelfver
trouwen, teamgeest en weerbaarheid) van spelers die een voorwaarde zijn voor hun
voetbalprestaties op het veld'. Dat is iets anders dan het bedenken van trucjes of motiva
tietechnieken voor de korte termijn, zoals het creëren van een gemeenschappelijke vij
and of het geven van een ludieke straf.
De belangrijkste vaardigheid is weerbaarheid: 'het vermogen van spelers om ondanks
alle afleidingen hun energie te besteden aan datgene wat er voor nodig is om hun doel
te bereiken' en dus 'om te gaan met de problemen die zij onvermijdelijk tegenkomen'.
Dit bepaalt of spelers 'in staat zijn om concentratie, motivatie, zelfvertrouwen en team
geest te behouden onder steeds toenemende druk'. Aan deze weerbaarheid en de
andere mentale vaardigheden dient de coach in alle trainingsoefeningen aandacht
te besteden. Chin Maaskant ontvouwen hun theorie hierover en geven bovendien prak
tische tips voor de training van deze vaardigheden in de vorm van een 'trainershandvest'
aan het eind van elk hoofdstuk.
In het laatste hoofdstuk concluderen zij dat goede coaching zowel een kunst is als een
kunde. 'De coach die erin slaagt zijn spelers te motiveren en te inspireren, beheerst de
kunst van het coachen. De coach met kennis van zaken beheerst de kunde van zijn be
roep.' Ze leggen bovendien uit dat de wijze waarop de coach zich gedraagt 'grotendeels
bepalend (is) voor de cultuur van zijn selectie'. Om te besluiten met de stelling dat 'de
persoonlijkheid van de coach een enorme invloed heeft op de handelwijze van zijn selec
tie. Ook op het veld...'
Daar kunnen we ons veel bij voorstellen als we de evenwichtige Guus Hiddink aan het
werk zien bij PSV. Het pleit met terugwerkende kracht echter niet voor de persoonlijkheid
van Ronald Koeman en verwijst Adriaanses suggestie van de beperkte houdbaarheid van
de trainer naar de prullenbak.
Het afglijden van Willem II op de ranglijst zou vragen kunnen oproepen over het belang
en de geloofwaardigheid van de methode van Chin Maaskant. Maar los van hun kun
sten op het trainingsveld staat hun kunde op het gebied van de methodiekontwikkeling
voor mentale coaching buiten kijf.
juni 2005 1 3