ballen op zompige velden Speurtocht naar de Britse volksaard Engeland is de bakermat van het voetbal. Deze loden last van de historie en de daardoor gevormde volksaard is terug te zien in de Britse speel wijze. Die wordt gekenmerkt door eerlijke hardheid en brute kracht en na afloop becommentarieerd met masochistische zelfspot. Volgt er na een flitsende overrompeling van de tegenstander immers niet alsnog een nederlaag? Desnoods door de hand van God. Waarna de Engelsen weer kunnen overgaan tot waar ze briljant in zijn: het koesteren en vereren van hun ellende. Mét de nodige arrogantie, want ze hebben het spelletje dus wél uitgevonden. tekst Mik Schots Jan Luitzen Engeland - Nederland, 9 februari 2005 (0-0): 'krachtig uitdelen en manmoedig incasseren'. De status als grote dominante wereldmacht mag dan al lang zijn geamputeerd, het Britse zenuwstelsel is nog geheel intact en doet het voelen alsof alles er nog is. In zijn onlangs verschenen boek Zwaar leer, Van echte kerels op Engelse velden ont leedt David Winner het Engelse voetbal door de eigenschappen ervan te koppelen aan de historie en de volksaard en maakt hij inzichtelijk hoe de Britten met hun nationale fantoompijn omgaan. Met een beetje fantasie kun je in het Nederlandse voetbal de nationale nei ging tot overwaardering van de eigen kwaliteiten terugzien, in het Duitse voetbal de kille gedrevenheid die slechts kan voortkomen uit verloochening van het oorlogsverleden en in het Italiaanse voetbal de elegante sluwheid van door en door verwende mannen. 'Engels voetbal is vooral een grijs spel dat op grijze dagen door grijze mensen wordt gespeeld,' aldus ex-international Rodney Marsh, aan het woord gelaten door David Winner. Inderdaad: het voetbal in Engeland is recht-door-zee en kent een diep geworteld wantrouwen tegen de artistieke frivoliteiten die aan de invloed van het continent toegeschre ven worden. Technische vaardigheid is lang gezien als een potentiële bedreiging voor fundamentele Engelse waarden als 'krachtig uitdelen en manmoedig incas seren'. En creativiteit was voor mietjes. Glen Hoddle werd in 1980 'Glenda' genoemd omdat zijn inzichtrijke passes en perfecte techniek hem neerzetten als een 'nichterig watje'. Ruud Gullit had geen ongepastere omgeving kunnen uit kiezen voor zijn introductie van de term 'sexy voetbal'. Terecht sprak hij overigens, als deskundige voor de BBC in juni 1996, over het voetbal van de Portugezen en niet over dat van de Engelsen. Zelfbevrediging Bondscoach Sir Alf Ramsey: 'Als je niet hard werkt, kun je in de rust inrukken.' Rodney Marsh: 'Goh, trainer! Rukken in de rust! Bij Manchester City krijgen we altijd een kopje thee.' Geheel in lijn met de Engelse traditie was Ramsey niet gediend van de seksue le draai die Marsh aan zijn opmerking gaf; diens interlandcarrière was dan ook meteen voorbij. In Ramseys optiek was voetbal een podium om de Engelse mannelijkheid te etaleren - sterker nog: een middel om verachting te tonen voor verwijfde buitenlanders - en daar bij was geen plaats voor ook maar de geringste suggestie van gebrek aan disci pline, laat staan voor de gedachte aan seksuele uitspattingen. Was het voetbal in de negentiende eeuw op de Engelse kostscholen immers niet geïntroduceerd om het schrikbeeld te bezweren van de ondergang van het Romeinse Rijk, namelijk té losse zeden? Voetbal moest als preventief medicijn dienen tegen de massale overgave van de jeugd aan masturbatie. Als de jongens 's avonds maar moe genoeg waren, zouden ze ervan weerhouden worden zich in te laten met dergelijke 'continentale zonden'. Gebikkeld moest er worden, ter bezwering van het verval. Het prototype van de Engelse voetballer is Roy Keane die, geloof het of niet, in de Engelse voetballiteratuur vanaf 1859 hele en halve naamgenoten heeft, van Roystone Keene tot Tiger Keen. Roy en al zijn papieren broeders betonen zich ware sportkrijgers. Ze kleunen erin en bewijzen hun mannelijkheid in niets en niemand ontziende duels, met als achter liggende gedachte dat met hard werken zal blijken dat 'de Engelsman werkelijk de superieurste mens op aarde is'. De (strip)boeken geven de jeugdige lezers in één moeite door een morele bood schap mee: 'Met voetballen neem je altijd het initiatief. Je speelt het spel niet om te verdedigen; je bent altijd in de aanval.' De echte Roy Keane vatte dit soms heel letterlijk op: die was niet te beroerd om zijn Noorse tegenstander Alf Inge Haaland de wedstrijd uit te schoppen, vier jaar nadat hij - nota bene door zijn eigen schuld - in een duel met deze speler geblesseerd was geraakt. En dan te bedenken dat Keane niet eens een Engelsman is maar een Ier, wat Winner overigens nalaat te vermelden. Maar er zijn ook echte Engelse 'Leeuwenharten' die Keane benaderen in zijn grimmige, fysieke wedstrijdbele ving. En zich daarbij ook regelmatig blesseren. Typerend zijn de kamikaze acties van Paul Gascoigne en, recenter, Wayne Rooney. Winner belicht ook de andere kant van de Engelse voetbalziel: de sportiviteit, de edelmoedigheid en het fatsoen. In een ver verleden weigerde John Charles om te scoren nadat hij per ongeluk zijn directe tegenstander had laten struike- 68 Ajax Magazine

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 68