was dat enthousiasme van een andere Mühren gekomen, Gerries broer Arnold die verheugd was dat hij eindelijk weer eens een wedstrijdje mocht spelen. De interim-trainer had zich vanwege het Volendamse accent in de identiteit van de opgebelde vergist. Haarms toonde zich een keurige interim trainer. Geen onvertogen woord over Knobel kwam er over zijn lippen ('ik heb een jaar lang geweldig fijn met hem samengewerkt'). In Het Parool legde de interim-trainer zijn werkwijze uit: 'Je moet een schoft willen zijn voor je club. Je moet de spelers tegen je in het harnas durven jagen, maar ze ook een pleistertje willen geven wanneer ze met een drup peltje bloed op de knie zitten. Dat is mijn filosofietje. Al heb ik dan geen A-diplo- ma, Ajax zou er wat van op kunnen ste ken. Wie ze nu ook gaan pakken als hoofdtrainer, die man zal het weer moei lijk krijgen, vanuit het natuurlijke respect dat hij voor Ajax en zijn vedetten mee zal nemen. Dat respect, noem het maar het verkeerde respect, ben ik allang kwijt. Het zijn allemaal gewone jongens van vlees en bloed, met een moeder zoals ik er ook een heb.' Perfect scenario Haarms' voorspelling kwam uit. De nieuwe hoofdtrainer, die zich overigens liever manager of technisch directeur noemde, de 37-jarige Hans Kraay (voor malig verdediger van Feyenoord en voor zijn komst naar Ajax werkzaam bij Go Ahead) was al na iets meer dan een sei zoen vertrokken uit de Meer. Vlak voor het begin van het seizoen 1975-1976 kwamen de strubbelingen tussen Kraay en het bestuur over diens bevoegdheden tot een uitbarsting. Jan van Daal nam - opnieuw - de trainingen over. Daarbij kreeg hij opvallend genoeg hulp van twee spelers, Ruud Krol en Barry Hulshoff. Van Daal zag geen reden om de reeds door Kraay gemaakte opstelling voor de eerste officiële wedstrijd, die in de halve competitie om de tweede Nederlandse plaats in de UEFA Cup bij FC Twente, te veranderen. Ajax won deze competitie, die doorliep tot in het eredivisieseizoen, en daarmee was Jan van Daal de eerste interim-trainer die een 'prijs' won. In deze roerige augustusmaand ging al gauw het gerucht dat Rinus Michels, ver trokken bij Barcelona, bij Ajax als 'inte rim' zou terugkeren. Dat paste perfect in het scenario van voorzitter Jaap van Praag, die achter de schermen ook aan een terugkeer van Johan Cruijff werkte. Michels hield de boot eerst af, maar ging midden augustus toch overstag. Michels, bij zijn presentatie: 'Het was een gevoel van binnen. Ik kon moeilijk nee zeggen hoewel mijn verstand zegt dat ik dat wel had moeten doen.' Van Praag: 'Michels heeft ons slechts willen helpen omdat we moeilijk op korte termijn een nieuwe technisch directeur kunnen vinden. Maar zodra dat is gebeurd gaat Michels weer weg. Wees daarvan overtuigd.' Officieel zou Michels pas per 1 septem ber beginnen, maar uiteraard werd hem door het hongerige journaille al naar zijn mening gevraagd bij de daarvoor gespeelde wedstrijden die hij bezocht. De mening van de ene interim-trainer (Michels) was duidelijk belangrijker dan die van de andere (Van Daal). De ene: 'Tussen het Ajax op zijn hoogste niveau en het Ajax van nu ligt een verschrikke lijke afgrond. Ik zit met een aantal spe lers waar ik part noch deel aan heb. Ik ken hun kwaliteiten niet. Er is voor geen twee centen vertrouwen en voor geen twee centen discipline wat betreft de organisatie. We zullen eerst de grote lij nen weer terug moeten zien te krijgen. Dat wordt hard werken.' Dat leek aanvankerlijk zijn vruchten af te werpen, want halverwege de competitie leidde Ajax, maar nederlagen tegen De Graafschap, PSV en Feyenoord luidden het verval in. Voor het tweede achtereen volgende jaar eindigde Ajax op de derde plaats. De interim-trainer, die dus gewoon het hele seizoen bleef, had wei nig aan de situatie kunnen veranderen. Een gelukkiger hand had Michels op de transfermarkt. In december 1975 arri veerden twee Deense pubers in de Meer: Frank Arnesen (18) en Soren Lerby (17). Ajax had ze in één koop losgeweekt bij Fremad Amager. Eigenlijk was Michels alleen maar in Lerby geïnteresseerd, maar de ouders van Lerby stonden erop dat zijn vriend en teamgenoot ook mee verhuisde naar Ajax. Doodziek In de daarop volgende seizoenen krab belde Ajax onverwacht uit het dal, door twee keer binnen drie jaar landskampi oen te worden. Rustig binnen de club werd het echter nooit, vanwege de kri tiek op het (te) defensieve spel van de ene trainer (Tomaslav Ivic) en de slechte rela tie tussen de volgende trainer (Cor Brom) en het bestuur. Begin september 1979 barstte de bom. Brom kon vertrekken, en Ajax schoof jeugdtrainer Leo Beenhakker, geas sisteerd door de ervaren Bob Haarms, naar voren als hoofdverantwoordelijke. Een warm weerzien met wasvrouw Stien Lens bij Michels' terugkeer in de Meer in augustus 1975. mei 2005 53

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 53