Twee interim-trainers
'Het roemruchte elftal is achteruitge
gaan, want verschillende spelers gaan
langzamerhand tot de "oudjes" behoo-
ren. Om te beginnen zal het dus mijn
taak zijn een nieuwe generatie op te kwe
ken. Er zijn menschen die meenen
dat een goede trainer een elftal zoo maar
kampioen kan maken. Dit is echter niet
heelemaal juist, het ware succes zal toch
moeten komen van de spelers zelf.'
Tussen de regels door lezen we hier
een vast kenmerk van een interim
trainer: zijn vaststelling dat het huidige
elftal niet 'het zijne' is.
Na een 2-1 nederlaag tegen DOS sloeg
Halpern in het clubblad zelfs aan
het dichten: 'Het kan verkeeren, sprak
eens Bredero, dus jongens houdt maar
moed. Die slechte stand, die blijft niet
zoo, Heusch! Vrienden, alles komt
weer goed.'
Trainers waren tot in de jaren zestig ook
'slechts' letterlijk mensen die de trainin
gen gaven; de opstelling bepaalde de elf
talcommissie. In het begin van het
seizoen 1941-1942 leidde oud-speler
Wim Volkers (op woensdag) de training
van de drie hoogste seniorenelftallen.
Het bestuur wees de Ajacieden erop
dat Volkers (en Arie de Wit, die de
lagere elftallen trainde) 'zich deze opoffe
ringen getroosten, uitsluitend en alléén
ten behoeve van onze mooie club',
dus: 'Kniesooren en ezels kunnen zij
niet gebruiken.'
In de laatste drie oorlogsjaren leidde de
voormalige verdediger Dolf van Kol de
steeds schaarser en in het laatste seizoen
zelfs zeldzaam wordende trainingen.
Volgens de aanvoerder van destijds,
Jan Potharst, werd Van Kol geholpen
door een oud-bokser genaamd Smit.
Potharst herinnert zich dat Smit in deze
periode van schaarste regelmatig het
advies gaf om mosselen en sla te eten,
voor de broodnodige vitaminen.
In de eerste na-oorlogse jaren waren
achtereenvolgens Reynolds (november
1945 - oktober 1947), Robert Smith
(oktober 1947 - juni 1948) en Walter
Crook (1948-1950) de trainers. Laatst
genoemde had voortdurend problemen
met de elftalcommissie en de jeugdafde
ling over de opstelling en de bevoegdhe
den en na twee moeizame jaren vertrok
de Brit. Ajax nam de tijd bij het zoeken
naar een opvolger en zo kon het gebeu-
Het Ajax-elftal in het Olympisch
Stadion tijdens de Duitse bezetting
(7 november 1943, Blauw Wit -
Ajax 1 -3). Staand vanaf links: (inte-
rim-)trainer Dolf van Kol, Karei
Kraamwinkel, Wim Geerking, Ko
Loois, Jan Potharst, Jany van der
Veen, Gerrit Keizer, Joop Staffelen,
Steef Klein; gehurkt: Gerrit Fischer,
Harry Pelser, Theo Brokmann,
Gerard van Dijk, Guus Drager.
Brittannia rules the playing-fields:
Jack Reynolds en Walter Crook in
het restaurant van de Meer met uit
zicht op het hoofdveld.
Na het ontslag van Bob Thomson
werd bondscoach Karl Kaufman
(links op de foto) door de KNVB aan
Ajax uitgeleend totdat er een nieu
we trainer was gecontracteerd.
mei 2005 51