De interim-trainers
Afgelopen maart bereikte Ajax een mijlpaal in de eigen betaald-voetbalhistorie: voor de tiende keer stelde de club een interim-trainer aan, Ruud
Krol. Of misschien wel een interim-trainersduo (Krol/Bruins Slot), want in de onvermijdelijk roerige tijd waarin de 'oproepkrachten' werkzaam
zijn, liggen de verantwoordelijkheden soms wat onduidelijk. Een onderzoek naar het wel en wee van de interim-trainers wijst uit dat zij het
doorgaans niet beter of slechter deden dan de 'vaste' trainers. Toch hadden de interim-trainers er over het algemeen weinig problemen mee dat
hun promotie tijdelijk was. Voor anderen betekende het de start van een succesvolle trainersloopbaan.
tekst Marcelle van Hoof
Ruud Krol en Ton Bruins Slot analy
seren de warming-up voorafgaand
aan hun eerste wedstrijd als
interim-trainers na het vertrek van
Ronald Koeman, Roda JC - Ajax op
27 februari.
D
e historie van de interim-trai-
i ners bij Ajax begint voor de
invoering van het betaalde
voetbal in 1954. De komst
van de eerste interim-trainers
had geen enkele sportieve reden. In het
begin van de Tweede Wereldoorlog
werd Ajax-trainer Jack Reynolds door
de Duitsers opgepakt en in een inter
neringskamp bij Alkmaar en later als
Kriegsgefangene 151 in Oflag in
Duitsland gevangen gezet. Gedurende de
zoektocht naar een vervanger verzorgde
oud-speler Jan Distelbrink de trainingen.
In het eerste oorlogsseizoen beschikte
Ajax enige tijd over een 'echte' trainer:
de Hongaar Vilmos Halpern, die tevens
de trainingen leidde bij De Volewijckers.
Deze eerste 'vaste' interim-trainer stelde
zich in oktober 1940 in het clubblad aan
de Ajacieden voor. 'Met alle wilskracht
en vastberadenheid zal ik trachten
Reynolds' werk voort te zetten.' Dat zou
echten niet meevallen, volgens Halpern:
50 Ajax Magazine