De aftrap
Oranje toen en nu, 1933-1940,2004
De 10, Opkomst en ondergang van de spelverdeler
bleken
samenstelling Mik Schots Jan Luitzen
Het eerste 'grote' Oranje
Op 11 maart 1934 tikt Nederland België met 9-3
van de mat. Rechtsbinnen Leen Vente maakt vijf
doelpunten, maar er is iemand die in de vijf
tiende minuut van de wedstrijd nóg nadrukkelij
ker solliciteert naar het predikaat man of the
match. Die speler beschrijft Matty Verkamman
in het recent verschenen deel 4 van Oranje toen
en nu als volgt: 'In een duikvlucht slingert hij zijn
lenige lichaam naar de bal. Als een zwemmer
die van het startblok duikt, zweeft Beb gestrekt
door de lucht. In het vijfmetergebied heeft hij
vlak voor de landing de bal in zicht. Met zijn ka
rakteristieke kop - achterovergekamd haar, de scheiding precies in het midden en een
paar enorme flaporen - slaat hij het leer achter doelman André Vandeweyer. Scoren
a la Beb Bakhuys.'
Deze karakteristieke passage staat in het hoofdstuk 'Iconen van Oranje' waarmee het
boek opent. Verkamman geeft ermee aan dat Beb 'wondermidvoor' Bakhuys de voetbal
ler is geweest die het meest nadrukkelijk zijn stempel heeft gedrukt op de periode die
in het vierde deel van de geschiedschrijving over Oranje wordt behandeld: 1933-1940
het seizoen 2003-2004)? Samen met spelers als Kick Smit, Puck van Heel en Bertus
Caldenhove maakte Beb deel uit van het eerste 'grote' Oranje dat vanaf 1933 de meeste
interlands overtuigend won, behalve dan tijdens de WK-eindtoernooien van 1934 en
1938 waar Nederland er al na één wedstrijd uit lag.
Elk boek in deze 15-delige serie die in 2015 voltooid zal zijn, bevat dezelfde opbouw:
een samenvattende inleiding, een uitgebreid stuk over de 'periode-icoon', aparte hoofd
stukken over alle interlands van het beschreven tijdvak, een cijferkatern met feitelijke
gegevens over alle internationals, interlands, doelpuntenmakers en bondscoaches tus
sen 1905 en 2004 en tot slot de interlands van het afgelopen seizoen.
De uitgebreide analyse van die recent gespeelde interlands is uit commercieel oogpunt
begrijpelijk, maar voor de gemiddelde 'Oranje-volger' toch het minst interessant, omdat
die wedstrijden nog vers in het eigen geheugen zitten. In dat gedeelte van het boek was
onze neiging om 'bladerend te lezen' groot en bleven we slechts 'hangen' bij opmerke
lijke foto's en bij sommige opinie-quotes uit de landelijke kranten en voetbaltijdschriften.
Bij die over 'De Wissel' bijvoorbeeld, van Arjen Robben, tijdens de EK-wedstrijd
Nederland - Tsjechië. Wie van de Nederlandse voetbalpers hield het hoofd rationeel koel
in zijn wedstrijdanalyse en wie liet zich leiden door de woede die door de Nederlandse
huiskamers golfde? Chris van Nijnatten gaf in het AD het volk de veroordeling die het
wilde horen: 'Wie in gevecht is met een sterke tegenstander, daarbij op voorsprong staat
en vervolgens uit angst het wapen inlevert (de linkerflank) waarvoor de tegenstander de
meeste angst heeft en waarop de tegenstander tot dan zijn tactiek aanpast, die bonds
coach faalt.' Het AD versterkte die harde conclusie met een ophitsende opmaak.
Het meest boeiende leeswerk in Oranje toen en nu bieden de hoofdstukken over de tus
sen 1933 en 1940 gespeelde interlands. Daarin komen anekdotes en feiten aan de orde
die nooit eerder in boeken zijn verteld. Wat eigenlijk niet zo vreemd is, want Matty
Verkamman schijnt te beschikken over alle jaargangen van alle toonaangevende voet
baltijdschriften. En dat niet alleen. In een portret van de nu 53-jarige Verkamman in het
magazine Johan staat: 'Alle 607 wedstrijden van het Nederlands elftal hebben een eigen
map. In elke map zitten krantenknipsels, foto's en programmaboekjes.'
Zo onthult Verkamman dat de Amsterdamse couranten er in 1934 alles aan gedaan heb
ben om Ajax-keeper Gerrit Keizer naar de WK-eindronde in Italië te schrijven, maar dat
Keizer zelf ook wel begreep dat hij na zijn flaters in de oefenwedstrijd tegen de Fransen
(4-5 verlies) niet 'de juiste man is voor de nationale ploeg'. Zeker nadat hij gelezen had
wat Ir. Ad van Emmenes (die door Verkamman consequent 'de voetbal professor' wordt
genoemd) in het KNVB-blad De Sportkroniek om hem had geschreven: 'Een doelman
van klasse had er in zijn plaats niet meer dan twee of ten hoogste drie doorgelaten.'
Prachtboek van de 'Oranje-professor'. Naar de winkel!
Matty Verkam man
De Buitenspelers/Voetbal International, ISBN 90-745-7654-0
287 pagina's, €29,95
Hunkering naar de ware spelverdeler
Van Rinus Michels is de uitspraak dat een voetballer in
het veld slechts een nummer is. Hij gaf daarmee aan
dat hij geen boodschap had aan persoonlijke belangen
van spelers, maar strikte uitvoering van opdrachten
eiste. Louis van Gaal gaf die gedachte nader vorm door
op persconferenties letterlijk de namen van zijn spe
lers te vervangen door hun rugnummers. In zijn elftal
len waren centrale rollen weggelegd voor de inschui
vende 4 en de achter de diepe spits opererende 10.
Het boek De 10, Opkomst en ondergang van de spel
verdeler is in zijn geheel gewijd aan een rugnummer.
Maar in tegenstelling tot de intentie van Michels en
Van Gaal gaat dit boek niet over efficiëntie, maar over
de schoonheid van het spel, verpersoonlijkt door spel
verdelers van naam. In verhalen over legendarische
spelers die het nummer 10 droegen of hadden behoren te dragen, wordt de internatio
nale ontwikkeling van de rol van de centrale regisseur geschetst. En daarmee de
ontwikkeling van de tactiek, waarin in een ver verleden de centrale rol weggelegd was
voor de stopperspil, vervolgens de ware kunst van het spelverdelen werd toebedeeld
aan de midhalf en daarna die taak verlegd werd naar de verdedigende middenvelder
of centrale verdediger.
Als machtigste wapens van de 10 worden de pass en de solo genoemd, als belangrijk
ste kwaliteit de 'brede focus': 'De beste nummers 10 zijn in het gelukkige bezit van rust
en een 50-meterblik. Ze hebben de focus over het gehele speelveld, de bijna helder
ziende blik voor de vrije ruimte. Dit overzicht, alsof ze het spel vanuit een hogergelegen
positie zien, brengt de derde dimensie terug. Spelers met deze brede focus bezitten een
opmerkelijke eigenschap die een open geest, spelvreugde en pragmatisme vraagt, en
ook het vermogen fantasie en werkelijkheid te combineren. Het is alsof ze het ge
beuren in slowmotion waarnemen en zelf sneller reageren dan anderen. Alsof ze eerder
weten wat er gebeurt. Kortom: ze beheersen ook de vierde dimensie.' Je ziet bij deze
woorden een voetballer als Van Hanegem voor je die ondanks zijn schijnbare traagheid
voortdurend zijn tegenstanders te snel af was.
Het boek is oorspronkelijk in het Duits verschenen, maar bevat specifieke hoofdstukken
over het Engelse en het Nederlandse voetbal van de hand van respectievelijk Simon
Kuper en Henri van der Steen. Spelverdelers uit heden en verleden die uitvoerig be
schreven worden, zijn Pelé, Di Stefano, Zico, Maradona, Cruijff, Baggio en Zidane.
Daarnaast komen Platini, Matthaus en Magath in afzonderlijke hoofdstukken zelf aan het
woord. Andere fameuze nummers 10, waaronder Bergkamp, worden kort getypeerd.
Slechts Jari Litmanen ontbreekt. En dat terwijl hij als Van Gaals 10 het ideaalbeeld bena
derde van de spelverdeler die ook zelf veelvuldig scoort. Platini noemt zo iemand in het
boek de 'Zuid-Amerikaanse 10. Dit is eigenlijk een tweede spits, die we ook wel een
meespelende aanvaller noemen of een hangende spits. Zico en Maradona waren eigen
lijk geen nummers 10. Ze waren datgene wat ik ooit over Roberto Baggio zei: een 9,5.'
De teloorgang van de nummer 10 werd ingeluid door Lothar Matthaus. 'Hij is geen num
mer 10 uit de romantische tijd. Hij behoort tot het tijdperk van de high-tech. Hij is een
toonbeeld van power-voetbal.' Oftewel, hij zorgde voor de vermenging van de nummer
10 met de nummer 6, als 'stofzuiger' van origine de grootste vijand van de nummer 10.
Hij was breker, zwoeger en opbouwer tegelijk en beroofde daarmee het vak van spelver
deler van zijn ultieme schoonheid.
In het moderne voetbal met het klein gehouden speelveld wordt het spel meer vanuit de
verdediging georganiseerd en wordt de taak van het verdelen door meerdere spelers af
wisselend waargenomen. Met hun namen achterop shirts boven de meest uiteenlo
pende nummers. Met de echte 10 is alle rugnummerlogica verdwenen. Het boek van
Barth Di Grazia biedt de liefhebber van het zuivere voetbal troost.
Rüdiger Barth Giuseppe Di Grazia
Tirion Sport, ISBN 90-4390-675-1
140 pagina's, €14,98
mei 2005 13