'We kenden onze beperkingen,
dat was onze kracht'
Wim Meutstege
Eentje!
Wim Meutstege wist precies wat zijn beperkingen waren als verdediger, en mede door die zelfkennis speelde hij twee jaar
vrijwel onafgebroken in het eerste van Ajax. Hij behaalde twee keer het landskampioenschap, speelde in de halve finale van de
Europa Cup 1, maar een kruisbandblessure maakte een plotseling einde aan zijn voetballoopbaan. Zijn afscheid van Ajax viel
tegen, maar jaren later speelde hij nog vele wedstrijden met Lucky Ajax. Meutstege kan zich zijn enige doelpunt in Amsterdamse
dienst niet meer herinneren, maar dat is dan ook vrijwel het enige dat hij niet meer weet. Wat de huidige inwoner van Tbilisi,
Georgië, het meeste miste nadat hij met voetbal was gestopt? 'Het reizen en de massages.'
tekst Marcelle van Hoof
Overdreven gewenst was Meutstege niet,
toen hij in 1978 in het kielzog van mede-
Spartanen trainer Cor Brom en spits Ray
Clarke naar Ajax vertrok. 'Ik was derde
keus, maar dat maakte mij niet uit. Ik heb
twee seizoenen constant gespeeld bij
Ajax, totdat ik in Amsterdam tegen
Nottingham Forest in botsing kwam met
Martin O'Neill, de huidige Celtic-trainer.
Ik had een zware kruisbandblessure, en
een heleboel andere dingen, en na meer
dan een jaar revalideren moest ik de strijd
opgeven.'
Meutstege draaide als linkerverdediger
twee prima seizoenen in de Meer. 'Ik heb
mijn werk goed gedaan. Dat seizoen is
aanvoerder Ruud Krol op het veld tegen
Zwamborn en Boeve flink uitgevallen,
maar dat heeft hij bij mij nooit gedaan.
Hij had respect voor mijn kwaliteiten,
maar hij vond me, denk ik, wel een rare
kwibus: vakbondsman (ik was bestuurs
lid van de WCS), gymleraar, en een
middelmatige voetballer in zijn ogen. Ik
denk dat Krol te lang bij Ajax is gebleven.
Hij raakte daardoor een beetje in zichzelf
gekeerd, terwijl hij natuurlijk wel de
kwaliteiten had om dat jonge elftal van
toen te leiden.'
Al in zijn eerste seizoen behaalde
Meutstege met Ajax de dubbel. 'Het rom
melde in de club, maar in het team zat
nog wel de strakheid van het keurslijf van
de vertrokken Ivic, en Brom liet dat lang
zaam gaan. Dat was een perfecte combi
natie. We werden kampioen en wonnen
de KNVB Beker, maar iedereen in
Nederland vond ons een zwak team.
We kenden onze beperkingen, dat was
juist onze kracht. Het middenveld, met
Arnesen als de frivole speler en de brekers
Schoenaker en Lerby, liep perfect.
We haalden een seizoen later zelfs de
halve finale Europa Cup 1. En werden
daarin ongelukkig uitgeschakeld door
Nottingham Forest.'
De wedstrijden tegen de latere Cup win
naar luidden het einde van Meutstege bij
Ajax in. Voor de uitwedstrijd had hij een
akkefietje met trainer Leo Beenhakker.
'Ik zou gewoon spelen, maar tijdens een
training zou ik gelachen hebben naar
mensen die stonden te kijken, supporters.
En je lacht niet op een training vlak voor
een halve finale Europa Cup, vond
Beenkakker. Ik verdween uit de opstel
ling, hoorde ik vlak voor de wedstrijd.
Hij was niet tevreden over mijn spel. Ik
vroeg hem wat ik dan fout deed, maar
Beenhakker antwoordde dat ik als gymle
raar wel moest weten wat ik niet goed
deed. Hij zei ook nog dat ik niet hard ge
noeg was. Ik antwoordde daarop dat ik
dat niet nodig had, het op mijn manier
deed. Ik was snel en tactisch slim. Mijn
spel was sober, ik zocht altijd naar de
combinatie. Of opkomen, en Dick
Schoenaker en Tscheu-la Ling ondersteu
nen. Dat ging goed, we wisten precies wat
we aan elkaar hadden.
'Ik was bevoegd gymleraar, had een
HBO-opleiding gedaan. Net als Kees
Zwamborn. Wij konden op een andere
manier over trainingsopbouw en derge
lijke meepraten. Ik had de indruk dat
Beenhakker, die het CIOS had gedaan,
een goede opleiding maar wel MBO, dat
altijd een beetje als bedreigend heeft ge
voeld. Beenhakker had ik al als jeugdtrai
ner bij Go Ahead meegemaakt. En dat
deed hij heel goed. Maar in het algemeen
ben ik van mening dat de manier van trai
nen van Beenhakker op de bluf is geba
seerd. Als hij goede spelers heeft, kan hij
ze tactisch goed neerzetten. Maar als hij
jonge spelers in het team heeft, die hij
beter moet maken, dan gaat hij te veel
leunen op de vedettes. Jonge spelers als
Boeve, Van Geel en Wijnberg hadden al
lemaal problemen met hem.'
Gladde rug
Het seizoen 1980-1981 betekende voor
Meutstege revalideren. Hij speelde een
wedstrijd in het tweede, maar echt terug
komen lukte niet meer. De afspraak was
wel dat Meutstege in de laatste thuiswed
strijd zou invallen om afscheid te kunnen
nemen van het publiek. 'Maar Aad de
Mos liet in de rust Dick Schoenaker, die
lang geblesseerd was geweest, invallen, en
niet mij. Tien minuten voor tijd kreeg
Frank Arnesen een publiekswissel, en
toen mocht ik er alsnog in. Maar ik zei:
bekijk het maar. Dat was niet de af
spraak.' Het leed was nog niet voorbij.
'Vanwege het vertrek van Arnesen, Ling,
Van Geel en mij waren er in het spelers
home toespraken en geschenken voor
iedereen. Maar ik kreeg niets. Blijkbaar
waren ze me vergeten. Dus ik dacht: ik ga
maar naar huis, en ging de handen schud
den van mensen met wie ik goed kon op
schieten: Bert Haanstra, Tante Sien,
Simon Tahamata, Dick Schoenaker. Arie
van Eijden kon me nog net vasthouden
bij de deur. Men gaf me snel een bosje
bloemen, gegeven aan spelers die in de
buurt woonden, want voor hen konden
ze een dag later een nieuwe bos kopen.
Het was een aanfluiting.'
Het leed was nóg niet voorbij. 'Toen ik bij
mijn auto kwam, bleek er een deuk in te
zijn gereden.'
Hoe kon dat afscheid zo knullig gaan?
'Dat afscheid van Arnesen was georgani
seerd door Sjaak Swart, en Swart zag me
niet echt staan. Ze hebben er niet bij stil
gestaan, denk ik, ik had al een jaar niet
gespeeld. Het was pure domheid.
'De voetballerij is puur asociaal.
Spelershandel is koehandel. Je kunt je al
leen staande houden als je een gladde rug
hebt. Als je niets van je af kunt laten glij
den, als je je alles aantrekt, houd je het
niet vol. En ik kon me goed fixeren op het
voetbal, kon naar wedstrijden toeleven.
Ergens was je een gespleten persoonlijk
heid. Ik werd de professor genoemd, om
dat ik altijd mijn woordje klaar had.'
Na Ajax had Meutstege de voetballerij
april 2005 59