De dolende
wereldkampioen
Onvoltooid verleden
Na twintig seconden sloeg het Ajax-boek
van Marcio Santos met een
rode klap dicht
tekst David Endt
fotografie Louis van de Vuurst
Het is kwart voor één in de nacht en de
bedrijvigheid van Schiphol is tot bijna
nul gereduceerd. Door de vertrekhal
slentert een vreemdeling, leunend op een
bagage wagentje. Het slenteren heeft
iets doelloos, hij doolt onder het neon
licht. Opvallend is zijn felrode over
hemd. Het voorkomt niet dat zijn atle
tisch lijf moe oogt, zwaar plant hij zijn
voeten op de plavuizen en zijn donkere
ogen hebben iets droefs. Ver weg, in een
vreemd land. Maar goed dat het een zeer
milde zomeravond is. Dat maakt het
dolen draaglijk.
Een half uur later vallen deze man en een
ander heerschap elkaar breeduit lachend
in de armen. Niet zozeer omdat zij el
kaar goed kennen. Het is meer een vorm
van wederzijdse opluchting. De dolende
man weet zich gevonden, de andere man
heeft gevonden. Marcio Roberto Santos
is bij Ajax aanbeland.
Een kleine maand eerder, op 12 juni in
Londen kwam het tot een accoord. De
besprekingen duurden een hele nacht
maar toen had Ajax een internationale
miljoenentransfer afgerond.
De voetballer was een Wereldkampioen.
Samen met Aldair vormde hij op het WK
1994 het soepele onbreekbare hart van
de Braziliaanse defensie. Marcio Santos
was een reus die tegenstanders langs de
grond en in de lucht volledig de baas
was. Zo vanuit de verte had hij iets van
Frank Rijkaards ongenaakbaarheid. Op
het Amerikaanse WK was Marcio
Santos naar topvorm gegroeid en het
Italiaanse Fiorentina kocht hem van
Bordeaux. Een jaar later had Fiorentina
geld nodig en de Braziliaan werd stille
tjes maar duidelijk te koop aangeboden.
Ajax zocht een voetballer die links in de
verdediging kon spelen. Volgens het
Ajax-model, zonder een vaste vrije ver
dediger achter zich, met de taak zowel
een tegenstander uit te schakelen als rug
dekking te geven aan zijn medeverdedi
gers. Kon hij dat? Marcio Santos werd
nog eens goed bekeken tijdens een lan-
dentoernooi in Engeland. Hij verrichtte
zijn arbeid, maakte een foutje en deed
iets goeds. Eigenlijk sprong de linksach
ter, ene Roberto Carlos, meer in het oog.
Maar die jonge Braziliaan holde over de
linkerflank vooral naar voren. Zijn ver
dedigen was een noodzakelijk startpunt.
Zo'n voetballer zocht Ajax niet.
De eerste confrontatie met zijn nieuwe
coach. Louis van Gaal maakte de
Wereldkampioen duidelijk dat om in het
Ajax-patroon te functioneren, Santos
veel te leren had. Het klonk hem alsof
hij er weinig van kon. De coach wist
toch dat hij goed kon voetballen?
Daarom was hij toch gekocht? Altijd
was Marcio met vertrouwen geïnjec
teerd en dat had hem vijfenveertig inter
lands voor Brazilië opgeleverd.
De andere benadering maakte hem
onzeker, het viel buiten zijn oorspronke
lijke warmte, zijn gulle lach, zijn voet
balvreugde.
Het andere voetbal ervoer Marcio
Santos ook. Sneller moest de balcircula
tie. Het open veld achter zich en de gro
tere tactische verantwoordelijkheid was
een remmende ballast. Alleen dan wan
neer zijn intuïtie het moest overnemen
van inzicht werd het geroemde
Brazilaanse voetbal zichtbaar. Wanneer
hij niet vooruit hoefde te denken maar
uit nood moest handelen. Dan was er de
flitsende voetbeweging of briljante li
chaamsstuip waarmee een aanvaller vol
ledig op het verkeerde been werd gezet.
En in de luchtduels was niemand hem de
baas. Dan was hij een Wereldkampioen
in Ajax-shirt en werd het duidelijk
dat Marcio Santos voortreffelijk kon
voetballen.
Maar hij kon ook dolen. Op het veld.
Dan was hij zijn directe tegenstander
kwijt of kneep hij te laat naar binnen om
de verdedigers aan de andere kant in de
rug te dekken. Marcio Santos was nog te
veel gewoon om op de bal te letten en
niet op de actuele of zich ontwikkelende
situatie rondom hem.
Dat hij in september voor een interland
naar Brazilië moest, was voor Marcio
een welkome onderbreking van het met
kritiek overladen leerproces. Even ver
trouwen tanken. De gelegenheid duurde
twintig seconden. Interland nummer 46
eindigde met een totale ruptuur van
de linker achillespees. Professor Lidio
Toledo verrichte in Rio de Janeiro de
operatie en het duurde maanden
eer Marcio weer kon voetballen.
Zijn been en ook zijn eerste Ajax-seizoen
waren verminkt. 37 hechtingen en zeven
wedstrijden.
De frustratie was groot want Marcio
Santos was als Wereldkampioen naar de
kampioen van Europa gekomen om prij
zen te winnen. Televisiekijkend zag hij
zijn club in Tokio over Grêmio triomfe
ren, in kostuum was hij aanwezig toen
Ajax de Europese Supercup bemachtigde
en ook bij de Champions-Leaguefinale
tegen Juventus was hij toeschouwer.
De naweeën van het blessureleed
frustreerden de eerste maanden van het
nieuwe seizoen. In september, een jaar na
de peesruptuur, maakte hij zijn rentree in
een periode waarin het elftal maar niet
op drift wilde raken. Ajax bezette dan
een zesde, dan een zevende plaats op
de ranglijst. Uitgeschakeld in het vader
landse bekertoernooi door Heracles.
Hoe kon hij in het zoekende ensemble
zijn eigen vorm hervinden?
Zijn brede lach werd zeldzamer,
de droefheid in zijn donkere ogen
groeide, het vertrouwen bleef een land
achter de horizon.
Op de laatste competitiedag van het ka
lenderjaar 1996 eindigde de mislukte ro
mance tussen Marcio Santos en Ajax.
In de 53 ste minuut mag hij,
Wereldkampioen, invallen. Voor Mario
Melchiot. In de Amsterdam ArenA leidt
PSV met 1-0. Hij staat nog maar net in
het veld. Pakweg 17 seconden. Niets
dus. Amper tijd om zijn positie in te ne
men. De bal wordt door een nerveuze
debutant naar hem ingegooid. Verkeerde
ingooi, Marcio is nog niet waar hij we
zen moet, staat uit balans, hij doolt, en
hij ziet Luc Nilis met de bal naar
het Ajax-doel snellen. Een tweede beslis
send doelpunt kan alleen met een
overtreding worden voorkomen. Hij be
gaat de overtreding. De aanblik is
ondraaglijk. Na twintig seconden slaat
het Ajax-boek van Marcio Roberto
Santos, Wereldkampioen, met een rode
klap dicht.
april 2005 49