Collectief 'Acties zijn onbelangrijk. Alleen doelpunten zijn belangrijk' en een zus. Mijn broer speelt ook voet bal, in de tweede divisie in Griekenland. Hij is centrale verdediger. Mijn zus is lerares Engels. Mijn vader monteur, mijn moeder huisvrouw. Een heel rustige familie, heel Grieks. Mijn vader werkt nog, maar niet fulltime. In Griekenland is werk altijd een probleem. Soms gaat het goed, vaker gaat het niet goed. Dan is er geen werk. Zo was het altijd, ook toen ik klein was. Bij zijn beroep hoort dat ook. Je moet werken om te leven, verder niet. Voor alle Grieken geldt dat. 'Mijn vader had liever gezien dat ik muzikant was geworden. Ik speel nu al veertien jaar bouzouki, zeg maar een Griekse gitaar. En piano. Ik houd heel erg van Griekse muziek. Ik weet niet of ik als muzikant ook een goede toekomst had gehad. Mijn moeder zag mij altijd wel als voetballer, maar mijn vader had helemaal niet het idee dat ik goed genoeg zou zijn om als profvoetballer mijn brood te kunnen verdienen. Geleidelijk liet hij zich toch overtuigen. Hij heeft geleerd. Nu is hij expert op voetbalgebied. 'Ik dacht zelf altijd alleen maar dat ik voetballer wilde worden. Maar in Griekenland is dat helemaal niet zo een voudig. Er is geen voetbalschool waar je je kunt inschrijven en waar je dan wordt opgeleid. Het is niet zoals in Nederland of Duitsland. Voor een kleine Griekse jongen met deze droom, is het nogal moeilijk om die te verwezenlijken. Je wordt er voetballer door met je vrienden te voetballen, op straat en op school. Tot mijn dertiende zat ik niet bij een club. De enige manier om georganiseerd te voet ballen, is met en op school. En gaande weg, als je eenmaal iets verder komt, krijg je hulp van ex-voetballers die je din gen leren over het vak. Dat heb ik ook meegemaakt. Op mijn dertiende ging ik in mijn stad spelen. Drie jaar als ama teur, daarna in het tweede van Aris Saloniki. Op mijn 17de ondertekende ik mijn eerste profcontract. 'Ik ken de jongens met wie ik op straat voetbalde, nog steeds. We hebben nog contact. Ze zijn nog steeds mijn vrien den. Niemand van hen had gedacht dat ik een goede voetballer zou worden. Nu vinden ze het prachtig en zijn ze trots. Allereerst vanwege het Europees kampioenschap natuurlijk, maar ook omdat ik nu bij Ajax speel. Dat blijft een grote naam. 'De situatie is wel veranderd. De trainer die mij gehaald heeft, is weg. Dat is één. En de achterstand in de competitie is heel snel opgelopen. Maar dat betekent niet dat we nergens meer voor kunnen strijden. Ajax heeft het hele seizoen nog niet goed gespeeld. Bij vlagen was het redelijk, maar nooit echt dominant. PSV heeft beter gespeeld. Je moet het tij keren. Dat kan plotseling gebeuren, of heel geleidelijk. Maar je moet er ieder moment keihard voor werken en erin geloven ook. Je kunt wel zeggen dat het wonder dat we met Griekenland hebben verricht, ook mogelijk moet zijn met Ajax, maar dat is een iets te gemakke lijke theorie. Een club is onvergelijkbaar met een nationale ploeg, en een eindron de is wat anders dan een landelijke com petitie. Ajax moet altijd eerste zijn, dat is nu eenmaal de druk en de verwach ting. Vaak denkt men namelijk dat de wereld heel simpel in elkaar zit, en als je een keer hebt gewonnen je altijd moet kunnen winnen.' 'Ajax heeft altijd fantastische spitsen gehad. Grote namen. En iedere nieuwe spits spiegelde zich daaraan, met alle druk die daarbij hoorde. De omgeving trok ook altijd weer dezelfde vergelijkin gen. Maar mijn indruk is dat die verge lijkingen helemaal niet mogelijk zijn. Het voetbal is zo enorm veranderd. Er zijn eigenlijk geen spelers meer, spit sen, die het verschil in hun eentje kun nen maken. Alle ploegen die aan de top staan, en die in de Champions League spelen, spelen als collectief. Alles moet in het teken staan van dat ene doel: scoren. In het voetbal gaat het alleen maar daarom, hoe je ook voetbalt, wel ke tactiek je ook hanteert. Het is me opgevallen dat men hier anders denkt. Hier moet een spits vooral veel acties maken. Dan pas is het een goede spits. Maar acties zijn onbelangrijk. Alleen doelpunten zijn belangrijk. Ik moet mijn collega's hier nog duidelijk maken dat het maar om een ding gaat. Je moet scoren. En om te kunnen scoren moet je eerst een kans creëren. Ook dat is mij opgevallen aan Ajax. Er worden bijna geen kansen gecreëerd. Dat is echt opvallend. En dat is al langere tijd zo bij Ajax. Hopelijk verandert dat snel. We moeten elkaar nog leren kennen. Ik de andere Ajax-spelers; zij mij. Het gaat niet om mij, of om Rosales, Maxwell of Trabelsi. Het gaat om het geheel. Er zijn veel spelers zonder veel ervaring. Ajax heeft een verleden. Ik wil Ajax weer een toekomst geven. Dat hoort bij de club. Ik wil ook met Ajax in Europa weer iets bereiken. Dit jaar lukte dat niet, maar dat betekent niet veel meer dan dat Ajax er nog niet aan toe was.' In de mythologie kan alles. april 2005 25

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 25