De wedstrijd Eentje! alles wat bewoog. Ik ging er vol in. Ik heb geleerd dat als je er vol ingaat, dat je dan zelf niks oploopt. Buiten het veld was ik een lieve jongen, maar in het veld was het "over mijn lijk".' Beenhakker kon de drieste buien van Wijnberg niet waarderen. 'Hij vond dat ik aan zijn spelers kwam. Hij begon me te kleineren. Hij riep voor de groep dat ze niet bang voor die Wijnberg hoefden te zijn: "Die Wijnberg is gekocht als num mer 16, maar momenteel is hij ook maar nummer 33." Vanaf dat moment hadden we veel woorden met elkaar. Een seizoen later werd hij hoofdtrainer en kon hij doen en laten wat hij wilde. In de gang van het stadion zei hij ooit tegen me: "Weet je waar ik zin heb?" Ik zei: "Zeg het maar". "Ik heb zin om je een stomp voor je harses te geven." Ik reageerde daarop met: "Dat lijkt me heerlijk, want dan stamp ik je het hele stadion door." Ik was voor niemand bang. Aan het eind van dat seizoen, voor de bekerfinale in de Kuip tegen Feyenoord, zei hij tegen me: als je één fout maakt, haal ik je eruit. Dat deed hij alleen bij mij.' Simpele zielen En dat terwijl Wijnberg en week eerder nog goud waard was geweest voor Ajax, in datzelfde Stadion Feyenoord. Ajax had in de laatste competitiewedstrijd tegen Excelsior aan één punt genoeg om AZ '67 voor te blijven in de strijd om het lands kampioenschap. Ajax was naar dat com- petitieslot gestrompeld en had vier van de laatste acht competitieduels verloren. Geheel in de lijn van die periode stond Ajax tegen Excelsior, dat vanwege een hogere recette en betere veiligheid naar de Kuip was uitgeweken, na amper twintig minuten al met 2-0 achter, onder andere door een eigen doelpunt van Pim van Dord. Bij deze stand zou AZ bij een zege bij NEC kampioen worden, en niet Ajax. Maar Ajax maakte nog in de eerste helft de achterstand goed. Frank Arnesen kopte de 2-1 binnen en gaf even later een diepe pass op de 'sterk opgekomen Piet Wijnberg' (Het Parool). 'Ik schoot vervolgens de bal hard onder de keeper door. Dat was heel leuk.' Ajax was bij deze stand kampioen en had achteraf nog kunnen verliezen omdat AZ verloor. Het zou Wijnbergs enige doelpunt bij Ajax blijken te zijn, althans in het goede doel. 'Ik had al twee keer eerder ge scoord, maar dan wel in het eigen doel. In het Amsterdam-toernooi viel ik in, en de eerste de beste bal schoot ik zó hard in achter Piet Schrijvers dat hij hem niet eens gezien heeft. Dat seizoen schampte ik ook bij NAC de bal achter Schrijvers. 'Bij de andere clubs waar ik gespeeld heb, Go Ahead, NEC en Sparta heb ik meer gescoord, mede omdat ik regelmatig de penalty's nam. Ik miste zelden. Een penalty is altijd heel beslissend. De span ning is hoog. De simpele zielen, zoals de verdedigers, missen dan niet vaak. Aanvallers durven minder, willen het vaalste mooi doen. Ik had sowiéso weinig last van zenuwen, wel een beetje wed- strijdspanning, maar dat is normaal. Je leeft van dag tot dag, je staat nergens bij stil. 'Nu ik erop terugkijk is op Beenhakker na, mijn Ajax-periode een mooie tijd ge weest. Ik heb op de training hele gevech ten met Lerby uitgevochten, lekkere duels waren dat. Mensen kwamen na afloop van een training naar me toe met de vraag of ik ruzie met Lerby had. Maar dat was helemaal niet het geval, dat scherpe hoorde er gewoon bij. Dat wilde Soren ook.' In 1990 stopte Wijnberg met betaald voetbal. Hij ging bij Hilversum voetbal len en vond via de voorzitter van die club een baan als timmerman bij zijn horeca bedrijf. 'Die hebben horecapanden en daar zetten ze gokkasten in uit. Maar die panden moesten regelmatig verbouwd worden. En dat verbouwen deden wij dan, binnen zes weken. Dat was in hotels, cafés, snackbars. Ik ben iemand die graag bezig is. Ik heb ook altijd mijn poten op de grond gehouden, ben normaal blijven doen. Ik begin nooit over mijn Ajax-tijd, maar mensen herkennen me. Ik heb heel veel in Amsterdamse cafés gewerkt en dan vroegen ze "Wie ben je ook alweer?" Dat is leuk.' Disco-Pietje En de bijnaam Disco-Pietjedie je in je Ajax-tijd kreeg, is mooi uitgekomen, als je nu nog in de horecagelegenheden komt. 'Ach, dat waren van die verhalen. In die tijd was ik twintig jaar. Na een wedstrijd had je vrij, dan ging je het café in, in Hilversum, waar alle media zaten. Dus ie dereen lette op je. Ik ging vaak drieban den in een kroegje, ik dronk niks, maar dan komen toch die verhalen in de wereld, maar dat vond ik wel leuk. Ik wist immers hoe het echt zat.' Afgelopen januari begon Wijnberg zijn eigen timmermansbedrijf. Verder is hij nog elftalleider van Hilversum, waar oud-teamgenoot bij Ajax, Karei Bonsink, trainer is. 'Ik vind het leuk om van alles te regelen en een beetje psychologisch bezig te zijn, een beetje te dollen. Dan zeg ik tegen een speler: "Dit is je laatste kans vandaag, anders ga je naar het tweede." Dat soort dingen.' Maar dat zei Beenhakker toch ook tegen jou 'Ja, maar Beenhakker meende het, deze spelers weten dat ik het niet meen. Dat is het verschil. Ik ben goedmoedig, wil ze al leen scherp houden.' Wijnberg is ook lid van Lucky Ajax, maar voetballen doet hij sinds drie jaar niet meer. 'Mijn nekwer- vels zijn versleten. Misschien door het vele koppen, maar het kan ook ge woon slijtage zijn. Ik had veel pijn, slikte zes tot tien aspirines per dag. Ze hebben me helemaal onder zocht. Mijn fysio therapeut zei: "Piet, je mag alles doen, maar probeer geen bal te koppen. Want iedere keer als je kopt, druk je die nekwervels in elkaar." Werner Schaaphok van Lucky Ajax vertelde me daarop eenvoudigweg gewoon geen bal meer te koppen in de wedstrijden. Maar als je er drie keer onderdoor gaat en er wordt gescoord, krijg je toch gemopper. Bovendien ziet dat er toch raar uit voor het publiek: een Piet Wijnberg die loopt te bukken.' Zo ver liet Ajax het niet komen, ook al zou een nieuwe nederlaag de kampioenskans dan weer niet heb ben verknald, door het eindresul taat in De Goffert van Nee. Maar daar wenste de lang stijf van de zenuwen staande roodwitte briga de zich toch niet nóg eens afhanke lijk van te stellen. Uit een diepte pass van Sören Lerby opnieuw de meest opmerkelijke vechtjas in Ajax' rijen kopte Franks Arne sen de bal knap voorbij René Ver munt in de 21e minuut. Dezelfde Arnesen bediende zes minuten la ter de sterk opgekomen Piet Wijn berg op maat. Met een droog schot in de verste benedenhoek produ ceerde die verdediger de broodno dig geachte gelijkmaker. Notabene in de minuut, waarin ook de 1-0 van NEC/AZ voor het eerst oplichtte op Piet Wijnberg valt om van vreugde na zijn gelijkmaker tegen Excelsior. Karei Bonsink probeert de verdediger nog overeind te houden, Simon Tahamata (10) snelt toe om te delen in de vreugde. Toeschouwers: 17.011 Scheidsrechter: Van Ettekoven Scoreverloop: 13. Pot 1 -0; 18. Van Dord 2-0 (ed); 21Arnesen 2-2; 27. Wijnberg 2-2 Excelsior: Vermunt; Van Tour, Struis, Van de Munnik, Ridderhof, Pattinama Waslander, Kraay, Nijssen (Tabbernee), Pot, Ernst Ajax: Schrijvers; Wijnberg, Krol, Van Dord, Boeve; Schoenaker, Lerby, Arnesen; Ling, Bonsink, Tahamata februari 2005 59

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 59