Jaarbeursstedenbeker
Ajax speelde in de laatste editie van het
Jaarbeursstedentoernooi. In 1970 nam
de Europese voetbalbond de organisatie
over en na een seizoen Runners-Up-
toernooi heette het toernooi (dat wil zeg
gen, de beker waarom gestreden werd)
vanaf 1971 officieel de UEFA Cup. Hoe
anders was het begonnen. In 1955 had
de Zwitser E. Thommen een toernooi
opgezet tussen steden met een jaarbeurs.
Het doel ervan was nobel, braaf en
zuiver, passend bij de jaren vijftig: het
bevorderen van sportieve contacten
tussen steden met een jaarbeurs.
Officieel heette het toernooi de
Internationaler Fussbal-Cup für Messe-
Stadte. Het duurde zeven jaar voordat
een Nederlandse stad met een jaarbeurs
meedeed: Utrecht. Een gelegenheidselftal
gerecruteerd uit spelers van DOS, Velox
en Elinkwijk kwam niet verder dan twee
ronden. Het toernooi bleek in deze vorm
niet te werken, want stedenelftallen
bleken - door de verdere professionali
sering van het voetbal - steeds moeilij
ker samen te stellen. Vanaf 1963
mochten 'gewoon' clubs uit jaar
beurssteden meedoen, zodat DOS acte
de présence gaf in de herdoopte
Internationaler Messe-Stadte-Cup. Tot
en met het seizoen 1968-1969 bevorder
de DOS ieder jaar 'de sportieve con
tacten tussen steden met een jaarbeurs',
maar het begrip jaarbeurs werd vanaf
1964 ruimer opgevat om ook meer gere
nommeerde clubs te kunnen laten
deelnemen. Immers, een club die tweede
was geworden in de nationale com
petitie en ook het bekertoernooi niet
had gewonnen, viel in de oude situatie
buiten al het Europa-Cupvoetbal.
Amsterdam, dat over een postzegelbeurs
beschikte, mocht vanaf 1966 ook mee
doen en de KNVB zond DWS drie jaar
achter elkaar Europa in om 'de spor
tieve contacten tussen steden met een
jaarbeurs te bevorderen'. Maar wacht
even: dat bleek weer niet voldoende.
Vanaf eind jaren zestig zond de KNVB
gewoon de runner-up (heerlijk ouder
wets woord) uit de competitie in om 'de
sportieve contacten tussen steden met
een jaarbeurs te bevorderen', en zo
doende deden ook clubs uit Enschede
(FC Twente) en Rotterdam (Feyenoord
en Sparta) mee, zonder al te veel succes
overigens. FC Twente reikte in 1971
nog tot de kwartfinale, maar er is maar
één Nederlanse club die het verder
schopte en u leest momenteel het lijfblad
van die club.
Tussenjaar
Achteraf gezien (en dat doen we nu
natuurlijk) was het seizoen 1969-1970
voor Ajax een tussenjaar. Verloren
Europa-Cupfinale in mei 1969, gewon
nen Europa-Cupfinale in juni 1971.
Het Jaarbeursstedentoernooi bleek een
perfecte overgang. De voornaamste les
die Rinus Michels uit de nederlaag tegen
AC Milan trok was dat een aantal
spelers niet het niveau haalde dat
bij de absolute Europese top hoorde.
Ton Pronk werd voor de tweede keer
binnen een jaar jaar niet goed
genoeg meer bevonden, maar dit keer
was de Amsterdammer zijn vaste
plek écht kwijt. Hetzelfde gold voor
Bennie Muller. Beide spelers zouden nog
wel sporadisch in actie komen, maar voor
Klaas Nuninga, Theo van Duivenbode
en Inge Danielsson zat hun Ajax-periode
er in 1969 op; ze vertrokken naar
respectievelijk DWS, Feyenoord en
Helsingborg. Henk Groot was nog wel
een zeer gewaardeerde speler, maar zijn
voetballoopbaan was na 7 september
1969 voorbij, toen hij in een interland in
Polen een trap tegen zijn knie kreeg.
Eind oktober speelde hij tegen DOS
zijn laatste wedstrijd voor Ajax; later
dat seizoen werd Groot afgekeurd.
Daarentegen zou het seizoen 1969-1970
de doorbraak betekenen van Ruud Krol,
Gerrie Mühren en de aankopen
Nico Rijnders en Dick van Dijk.
De status van het Jaarbeurssteden
toernooi was niet erg bijzonder, als we
clubbladredacteur B.S. Le Marché mogen
geloven. In het gedicht 'Meditatie'
schreef hij: 'Ajax moet in staat toch
wezen - vrij van kopzorg om die cup -
extra dubbelhard te pezen. De
Ajax-trein kan 't nieuwe baanvak
feilloos rijden, ongestoord, vrij van de
UEFA-zorgen zorgt het extra voor de
plaats waar het zich goed weet ge
borgen.' Met andere woorden: wat
Le Marché betrof speelde Ajax geen
Europees voetbal dit seizoen en was
landskampioen worden het enige doel.
Ook het bestuur deed niet moeilijk:
waar het een seizoen eerder nog veel
kritiek had gekregen omdat het de
toegangsprijzen voor Europa-Cup-wed-
strijden flink had verhoogd, mochten
voor de wedstrijden van het Jaarbeurs
stedentoernooi diploma- en seizoen
kaarthouders gratis het Olympisch
Stadion betreden.
Slechte winnaar
Hannover 96 was daar op 24 september
de tegenstander. De Duitse voetbalbond
bleek nog van de oude stempel, want
Hannover 96 was geen 'runner-up' (elf
de plaats in de Bundesliga) maar
Johan Cruijff scoort op karakteristie
ke wijze de 1 -0 in de thuiswedstrijd
tegen Hannover 96.
februari 2005 47