Historische grond Twee brievenbussen Meningenmannetjes king met de lange zijde - twee bijzonder kleine staantribunes achter de doelen. Zoals alle voetbalstadions daalde in de loop der jaren vanwege de veiligheid de capaciteit: van 32.000 in 1975 tot 17.000 in 1996; oorzaken hiervan wa ren onder andere de door de UEFA afge dwongen omzetting van staan- in zit plaatsen (slechts zo'n achtduizend plaat sen in Olympia waren aanvankelijk om op te zitten). Met het oog op het EK 2000 werd het - inmiddels tot Jan Breydelstadion omge doopte - stadion grondig verbouwd. De toeschouwerscapaciteit steeg weer tot 30.000 door het bouwen van een extra ring achter de doelen. Opvallend was dat men niet, zoals bij vrijwel alle recente stadionverbouwingen gebruike lijk is, de tribunes volledig overdekte. In de hoeken is het stadion 'open' en staan toeschouwers in de regen. Hiervoor is gekozen om de wind de gelegenheid te geven lekker over de grasmat te razen, die daardoor genoeg 'zuurstof' krijgt. Voetbalbelangen werden dus boven consumentenbelangen gesteld, een zeldzaamheid anno 2004, maar zo hoort het wel. Grappig is wel dat tijdens de officiële opening, op 22 mei 1999, er niet gevoetbald, maar des te meer ge danst en gemusiceerd werd. En och, tijdens de officieuze (voetbal)opening gebeurde er al genoeg: op 29 januari vernielden Anderlechtsupporters 450 nieuwe zitjes na een rode kaart voor hun speler Lorenzo Staelens. De schade bedroeg één miljoen frank. Een dag later deed de burgemeester van Brugge de Anderlechtsupporters in de ban; ze waren niet langer welkom in het nieuwe stadion. De gemeente Brugge is eigenaar van het stadion en ontvangt van de twee bespe lers Cercle en Club huur. (Andere steden waarin twee profclubs het stadion delen zijn onder meer Rome, München, Milaan, Turijn en Verona.) Het samen zijn gaat over het algemeen goed. Zowel Club als Cercle Brugge beschikt in het stadion over een eigen ruimte. Dat be gint al met een brievenbus aan de linker kant (voor Cercle) en aan de rechterkant (Club) van het stadion. De harde kern van de supporters van Club Brugge staat aan de rechter- en die van Cercle aan de linkerkant achter het doel. Maar het is natuurlijk onmogelijk voor de beide clubs om te beschikken over een eigen exemplaar van alle onderdelen van het stadion. Dat begint natuurlijk al met de grasmat, die over het algemeen wonder wel bestand is tegen het wekelijks spe len. Wel beschikken beide verenigingen over eigen trainingsvelden. Veel ruimtes en onderdelen in het stadion ondergaan al naar de gelang de thuisspelende club een facelift. Logo's en clubkleuren wor den omgewisseld, prijzenkasten omge draaid. Een sponsorontvangstruimte voor Club Brugge is een week later het spelersrestaurant van Cercle Brugge en het spelershome van Cercle kan bij een Champions-Leaguewedstrijd van Club als televisiestudio dienst doen. Beide clubs beschikken over eigen stewards en kantoorpersoneel. Na afloop van iedere wedstrijd gaan drie mensen, namens de gemeente en beide clubs, het hele stadion door en blijkt er ergens schade te zijn, dan moet de 'vervuiler' (de club die thuis speelde) betalen en de schade herstellen. Alleen qua onderlinge resultaten is de verhouding scheef. Club Brugge won veel vaker van Cercle, dat ook enige tijd een divisie lager speelde. Het duurde na de opening zelfs dertien jaar voordat Cercle in het Olympia-stadion van Club Brugge wist te winnen. Beide clubs speelden één maal de bekerfinale tegen elkaar in hun eigen stadion: in 1986 was Club Brugge met 3-0 te sterk. De Europese thuisreputatie van Club Brugge mag er zijn; geregeld vinden er zeer meeslepende wedstrijden plaats. Zo werden Borussia Dortmund en Ipswich Town na een 3-0 overwinning thuis alsnog in een kolkend Olympia- stadion uitgeschakeld, met respectieve lijk 5-0 en 4-0. Ook Zenith Leningrad (5-0) en Rode Ster Belgrado (4-0) kregen er ooit flink op hun voetbalbroek. Maar toch, nadat op 28 augustus 2003 bekend was geworden dat Ajax in de Champioms-Leaguepoule AC Milan, Celta de Vigo en Club Brugge zou treffen, overheerste in Amsterdam de gedachte dat de Belgen de (relatief) ge makkelijkste tegenstander zouden zijn. En in de Aren A was Ajax, ondanks een rommelige tweede helft, inderdaad de betere ploeg: 2-0. Beide doelpunten werden gemaakt door Ajax-Belg Wesley Sonck. Na ook een overwinning tegen Celta de Vigo leek plaatsing voor de volgende ronde zeker, maar twee opeen volgende nederlagen deden die hoop teniet. De laatste wedstrijd, in het Jan Breydelstadion, zou de beslissing moe ten brengen. Zou Ajax winnen dan was men geplaatst, een gelijkspel zou ook ge noeg zijn als Celta de Vigo niet zou win nen bij AC Milan, maar bij een verlies zou Club Brugge Ajax passeren op de ranglijst en zou - afhankelijk van de uit slag van de wedstrijd tussen AC Milan en Celta de Vigo, zelfs de derde plaats (UEFA-Cupvoetbal) in gevaar komen. Het optimisme in Nederland was groot. Eind november had Rafael van der Vaart met een dansende hakbal tegen Feye- noord gescoord; Ajax was technisch gezien toch veel beter dan die arme Belgen? Een van de meest 'prominente' meningenmannetjes op televisie, Hugo Borst, verklaarde voor de wedstrijd de Belgen amper serieus te nemen. Een - zelfs in Nederland - zelden vertoonde aanval van misplaatste arrogantie, maar de pedante meningenmannetjes vergeten In de voorbereiding op het seizoen 1994-1995 speelde Ajax een oefenwedstrijd tegen Club Brugge. In het Olympia-stadion won de ploeg van Louis van Gaal na een 3-3 eindstand via strafschoppen van de Belgische bekerfinalist. Op de foto duelleert Nwankwo Kanu met zijn directe tegenstander Van der Heyden. februari 2005 31

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 31