De aftrap Een waardige opvolger van Schuils klassieker DeAFC-ers Opgedrongen leiderschap in twee werelden samenstelling Mik Schots Jan Luitzen In 1912 wond de recensent van het Haarlemsch Dagblad, J.B. Schuil, zich zó op over de onmogelijke dialogen en de kleinburgerlijke geest van kinderboe kenschrijvers als Chr. van Abkoude (Pietje Bell en Kruimeltje) en Johan Kieviet Dick Trom), dat hij besloot daar betere boeken tegenover te stellen. Dat leidde tot klassiekers als De Katjangs (1912) en De Artapappa's (1920), maar ook, in 1915, tot DeAFC-ers, dat sindsdien heeft gegolden als hét voetbalboek voor de jeugd vanaf 9 jaar. En terecht. Nog steeds leest het boek smeuïg weg omdat Schuil in De AFC-ers de aantrekkelijkheid van het voetbal - inclusief de knokpartijen die er toen ook al bij hoorden - weet te verwoorden in aanstekelijke spreektaal: 'Mannus heeft de bal! Daar rent-ie, hele maal alleen door alles heen! Kijk hem es vliegen! Wat kan die kerel drijven! Zou d'ie 't halen? Hè?? Precies in de rechterhoek! Hoe is 't mogelijk! Zuiverder kon het niet. 3-2!!' Scenarist en filmmaker Jan Eilander heeft zijn boek Rafael in de geest van Schuil geschre ven: wie wat wil bereiken moet tegenslagen overwinnen. Net als in DeAFC-ers kiest de ver teller partij voor de jeugd - in dit geval voor de 11 -jarige tweeling Rafael en Gabi - bij de onvermijdelijke botsingen met ouders en het gezag. En ook bij Eilander kun je tussen de re gels door lezen dat zijn opstandige hoofdpersonen, die ondanks hun gekibbel en onderlinge rivaliteit verstandige beslissingen nemen, later heus wel zullen uitgroeien tot solide pijlers van de Nederlandse maatschappij. De plot van Eilanders voetbalboek voor jongens - met een schitterende omslagtekening van Peter van Dongen - is niet zo ingewikkeld. Rafael is een groot voetbaltalent. Hij droomt van een profcarrière bij Ajax, maar helaas heeft zijn moeder de pest aan voetbal omdat haar vader, vroeger een befaamd speler bij Blauw Wit, zijn gezin voor het voetbal in de steek heeft gelaten. '"Waarom heb je zo'n hekel aan opa, mam?" Tessel zucht: "Dat snap je nog niet, maar neem maar van mij aan datje grootvader een hele nare egoïstische man was... en meer wil ik er niet over kwijt." Maar Rafael wil wel meer weten. Al die elftalfoto's, z'n opa op de schouders van de supporters: "Was opa goed?" "Je opa was goed... fout.'" Geholpen door zijn tweelingzus Gabi wordt Rafael stiekem lid van de plaatselijke voetbal vereniging Het Begon Op Klompen. Als hij HBOK zo ongeveer in z'n eentje kampioen heeft gemaakt en de scouts zich verdringen, geeft zijn moeder haar verzet op: Rafael mag Ajacied worden. In het begin heeft hij het zwaar: de trainingen zijn zeer vermoeiend en zijn con current voor de spitspositie, het ettertje Zico, neemt het 'boertje van buut'n' genadeloos op de hak. Pas als Rafael vriendschap sluit met Nando, een Albanese jongen die door een lou che spelersmakelaar wordt geterroriseerd, komt hij los. Rafael en Nando worden een sco rend koningskoppel. Als de club Nando wegstuurt omdat hij van diefstal beschuldigd wordt, kan Rafael zich niet meer op het voetbal concentreren. Verdrietig omdat hij zijn maatje kwijt is, realiseert hij zich dat hij zijn vrienden in het dorp, maar ook zijn ouders en zus, hopeloos heeft verwaarloosd. En dan is er ook nog de vreemde oude man, die bij de trainingsvelden van Ajax rondhangt. Hij maakt Rafael duidelijk dat Nando in groot gevaar verkeert. Wie is die in raadselachtige spreuken sprekende man ('wie voor zichzelf zorgt, zorgt voor een goede vriend') en waarom kan alleen Rafael Nando redden? Afijn, hoe dat allemaal afloopt moet u zelf maar gaan lezen, want Rafael is ook voor volwassenen leuk. Of u leest het in etappes voor aan uw kinderen of kleinkinderen. Of, beter nog, de kids gaan het zelf lezen. Daartoe zal het hedendaagse taalgebruik zeker uitnodigen: 'Ze doen aan gallery play. Heen en weer, heen en weer, ze tikken de hele verdediging zoek. Het doel is leeg. Rafael, die de bal er zo in kan piesen, legt 'm terug. De aanstormende Dirk maakt een buikschuiver en glijdt met bal en al het doel in. 2-2!' Het beeldend geschreven Rafael kan net zo'n onderhoudende en geestige film opleveren als In Oranje en Lang leve de koningin. Wordt het niet tijd dat een alerte producent de rechten koopt? Het moest meer worden dan een boek over voetbal. Chivu wilde 'a football book about life'. Dat was zijn ver zoek aan sportjournalist Nando Boers die hem eerder twee jaar intensief gevolgd had voor een groot artikel in het voetbalblad Johan in mei 2002. Dus beperkte Boers zich niet tot Chivu's voetbaldaden, maar probeerde hij een beeld te schetsen van de twee werelden waarin Chivu moest zien te overleven: Roemenië, dat nog altijd kampte met de erfenis van de communistische dictatuur, en het vrije Westen, waar eenzaamheid gepaard ging met onbegrensde keuzemogelijkheden en verlokkingen. Om het brede perspectief van de overstap van een jonge, Oost-Europese voetballer naar Nederland te tonen kiest Boers ervoor om delen van het verhaal te beschrij ven vanuit de beleving van Mircea Petescu, die in 1973 als Roemeens international naar Nederland vluchtte en een belangrijke rol speelde in de transfer van Chivu naar Ajax. Uitvoerig belicht Boers hoe Petescu de scouts van Vitesse en Ajax op Chivu's spoor zette. Net zo uitvoerig komt aan bod hoe Petescu vervolgens naar Roemenië terugkeerde om als technisch directeur van FC Baia Mare nieuwe talenten klaar te stomen voor de West- Europese markt. Behalve een boek over Chivu is het daardoor ook voor een deel een boek over Petescu geworden en juist in dat deel wordt het nog altijd troosteloze Roemenië zicht baar. Lastig is dat de verteltrant van Boers wat omslachtig is, en switcht daarbij bovendien in de tijd, zodat de verhaallijn niet altijd even gemakkelijk te volgen is. Het leven in Roemenië van voor en na de omwenteling komt ook tot uiting in de terugblik op de jeugd van Chivu en in zijn frustraties in 2001 over het gebrek aan verandering. 'Hij is niet alleen boos op het voetbal, maar vooral op de oude machthebbers van voor de re volutie die nog steeds aan de touwtjes trekken,' noteert Boers. 'Maar hij blijft het moeilijk vinden met mensen te moeten omgaan die niet inzien dat er iets in Roemenië moet veran deren. Hij heeft inmiddels het gevoel dat hij zo langzamerhand de banden met zijn vaderland moet gaan verbreken. Hij voelt zich steeds minder Roemeen en steeds meer Amsterdammer. Hij moet zijn eigen doelen stellen, en die niet door anderen laten bepalen.' Het beeld van Chivu als mens is soms ontroerend. Met name de kracht en vastberadenheid die hij ontleent aan de relatie met zijn vroeg overleden vader worden benadrukt. Toch komen we verder weinig wezenlijks over zijn innerlijke roerselen te weten. Daarvoor zijn de persoonlijke indrukken en interpretaties van Boers te beperkt weergegeven en voert de oppervlakkige communicatie van Chivu met zijn medespelers, met bijbehorende krachtter men, te veel de boventoon. Zijn leiderschap, zowel bij Ajax als in het Roemeense elftal, lijkt daardoor eerder opgedrongen - bij gebrek aan beter of als plicht tegenover zijn vader - dan voortkomend uit zijn eigen behoefte. Hij blijft de kwajongen die in Roemenië noodgedwon gen de aanvoerdersband van de oude Hagi overnam en in het jonge Ajax-elftal op initiatief van Koeman het leidersvacuüm opvulde. Een onverschrokken kwajongen, dat wel, maar een die op grond van de beschrijving van zijn persoonlijkheid meer ontzag inboezemt door zijn trouw en vasthoudendheid dan door zijn flair of natuurlijke overwicht. Typerend is dat Co Adriaanse geen leider in hem ziet. Als voetbalboek geeft het portret van Chivu een fraai overzicht van de wijze waarop Ajax tussen 1999 en 2003 de trainers Wouters en Adriaanse versleet en het nuanceert op prettige wijze de Europese successen in de eerste periode van Koeman, voor wie Chivu een mateloze bewondering koestert. Aanvoerder Chivu gaat voor hem door het vuur, als een zoon voor zijn vader, en blijkt toch een leider. Het boek eindigt met het vertrek van Chivu naar Roma in de zomer van 2003, waarna hij voor Nederlanders uit beeld verdwenen is. Toch is het boek uitermate actueel en interessant van wege de recente, nieuwe dip in de prestaties van Ajax, waarbij trainer Koeman wanhopig een beroep deed op jonge spelers om overtuigend en respectvol een leidende rol op zich te nemen. Met Van der Vaart gedurende anderhalfjaar in de rol van dolende aanvoerder. februari 2005 13

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 13