de pleziertraift^ Bericht uit Turijn Deceptie in Piemonte tekst David Endt Dutchbird vlucht 9058 zet de landing in en het van bovenaf fonkelende landschap komt binnen handbereik. Prachtig Piemonte, met zuidelijk de laagvlakte van de Po en noorde lijk de zwart-witte muren van de Alpen als stevige Juventini ter bescherming van Turijn. Met een slippend piepje zoeken en vinden de vliegtuigbanden contact met de landingsbaan en niet veel later is de Italiaanse lucht voor het eerst inge snoven en staan we op vliegveld Casale bij de lopende band te wachten op de bagage. De missie Juventus is goed op weg. In het najaar kan Piemonte een gebied zijn waar regen en mist hun stempel op het land drukken en de straten van de hoofdtad Turijn vullen met matheid. Dan is Turijn een weinig aantrekkelijke industriestad, de stad van Fiat, de stad waar de Agnelli's hun koninkrijk stichtten, de stad die tienduizenden arbei ders uit de meest zonnige streken naar zich trok en van werk, hard werk voorzag. Nu, onder de stralende hemel en met de ijsscherpe zon daar midden in, is Turijn een bijna frivole stad. Stad met prachtige pleinen en arcadestraten, stad met doorkijkjes naar de rivier, stad waar het vroegere Italiaanse konings huis Savoie zetelde. Een stad met rijkdom die zich schminkt met de Olympische Winterspelen 2006. Voor ons is Turijn vooral de stad van Juventus. De ovaal van het Delle Alpi-stadion hebben we vanuit de lucht al kunnen zien. Als een grote platgeslagen mot lag het daar tussen de parkeerplaatsen. We kennen de plek, we hebben er getri omfeerd, we hebben er geleden en de gedachten gaan naar nu naar morgen. Juventus - Ajax. Zij aan de hand van de Wet van Capello al geplaatst voor de achtste finales van het Champions-Leaguetoernooi en wij, slechts zoekend naar de verzekering van een nawinterse UEFA-Guppositie. De eer krimpt ineen bij gedachte aan de huidige bestaande orde. Maar de pijn moet worden omgezet naar eervolle re actie. Het proces dat nu is ingezet, dient zich verder te ont wikkelen. Dat Fiat nog steeds heerst in Turijn, wordt ook duidelijk door ons logement. Hotel Meridien Lingotto aan de Via Nizza is een door de Italiaanse architect Renzo Piano gehermodel- leerde Fiat-fabriek. Het moet gezegd: missie zeer geslaagd. Lingotto was ooit een pompeus fabrieksgebouw, de aller eerste Fiat-fabriek, waar mannen aan de lopende band hun uren vol maakten. Nu is het een trendy complex geworden. Met bovenop, een meter of zestig boven het maaiveld, de aloude en in ere herstelde testbaan. Een autopiste van een kilometer lang, op het dak met vandaar een majestueus uit zicht over stad en omgeving. Binnen in het hotel refereren oude prenten aan de oor spronkelijke functie van het gebouw. Het hotel mist iets familairs. Het vleugje warmte, nodig om je thuis te voelen. Het is avond. Nu de zon gezonken is, knijpt de kou. De bus nadert de Viale Grande Torino, een laan genoemd naar het legendarische elftal van Torino dat terugkerend uit Lissabon in noodweer nabij Turijn neerstortte. Het straatnaambord is uitgevoerd in Torino's clubkleuren, donkerrood en wit. Aan de Viale ligt het stadion. Van buiten is er nog iets van archi tectonische schoonheid, van binnen is het een barre klomp. Torino en Juventus delen het stadion en vrijwel niets wijst erop dat Juventus hier zijn gasten verwelkomt. Een wijde atletiekbaan die sinds de oplevering van het stadion, in 1990, slechts één keer is gebruikt en nu de af stand van tribunes tot veld accentueert. De leegte is enorm. De opgeroepen gevoelens zijn gemengd. Torino 1992, de eerste van de twee UEFA-Cupfinales. Later de oorvijgen van de Champions-Leagueontmoetingen met LaJuve... Na de training springen we snel de bus weer in, terug naar Lingotto. Na de maaltijd stapt een oudere man het hotel binnen. Ruud Krol herkent hem! Hij herkent Ruud Krol! Beiden voetbalden ooit voor Napoli. Niet gelijktijdig, maar het feit schept een hartelijke band. Omar Sivori (Europees voetballer van het jaar 1961) was van de generatie waar Ruud Krol met jongens-ogen naar keek. Sivori kende zijn glorietijd als Juventino, speelde als Maradona en is nog steeds een koning in deze stad. Hoe het met zijn landgenoot Rosales gaat? Hoe Ajax ervoor staat? Sivori leeft nog volledig in het voetbal. De dinsdag is de dag van het lange wachten op de avond die de wedstrijd brengt. Een wandeling rond het hotel, gesegmenteerde wedstrijdbesprekingen tegen het mid daguur, lunch, rusten, wachten. Ik ontsnap uit het hotel tij dens de siësta en stap met Simon Keijzer door de straten van Turijn. Met open ogen voor het moois. Het Piazza Castello, de Via del Po dalend naar de rivier, de Via Roma met haar elegante winkels. Als gisteren is de dag: briljant, vrolijkmakend bijna. Bijna? Ja, bijna, want de gedachten worden toch als door de hartslag bepaald door de onzeker heid van de avond. Hoeveel mensen trotseren de heldere Alpenkoude van het stadion? Veel te weinig voor een wedstrijd met de titel Juventus - Ajax. In 1996 nog finale. Rond de kleedkamers worden handen geschud, blikken van verstandhouding ge wisseld. De heren Gaudino en Agricola. De heren Moggi en Bettega. Heren van de Oude Dame. Maar er zijn ook de mediterrane omhelzingen met masseur Sergio Giunta en met speler Gianluca Pessotto, na zoveel ontmoetingen zijn zij iets meer dan kennissen geworden. De wedstrijd is na een kwartier gedaan. Zo voelt het. Juventus heeft een doelpuntcadeau uitgepakt en schroeft de deur kundig op slot. De Oude Dame zuigt de macht uit de Ajacieden. De hoop is niet genoeg, de wens is niet genoeg: Ajax kan Juventus geen pijn doen. En dat is heel pijnlijk. Terug in het hotel. Impotentie vuit het lichaam en zoals elke nederlaag haar eigen frustratie draagt, zo weegt ook dit 1-0 verlies als een berg prikkeldraad. Net als in München en inTel-Aviv weigert de slaap te fungeren als reddende en gel tegen het doemdoordrenkte denken. De uren kruipen naar de vroege morgen. Door het drukke ochtendverkeer knort de bus naar vliegveld Casale. De zwart-witte Alpen in de verte lijken spottend te lachen. Weg uit de zonovergoten Po-vlakte, weg uit de Champions League. Over de bergen, afstand nemend van het fonkelende landschap, terug naar Nederland... Ben ik vrij onverveer^^r Amsterdam 8 september 2004 Marco van Basten wint in zijn eerste serieuze wedstrijd als bondscoach met 2-0 van Tsjechië tekst Chris Willemsen zie hem daar toch staan niet al te groot van stuk maar zo stralend van geluk dat wat ook mag gebeuren hij in geen geval zal treuren omdat hij met ogen van een gier eerst zal speuren naar plezier en pas daarna blij van zinnen opdracht geeft te winnen zie hem daar toch staan veldheer in de hof van eden want liechtenstein en zweden waren slechts om te proberen geen seconde twijfelt hij eraan ook de tsjechen een les te leren zie hem daar toch staan vleesgeworden symbool van de hollandse school met wat jonge honden waarvan de meeste ook nog op hollandse velden gevonden zie hem daar toch staan zelf werd hij vaak al kampioen in stiekeme close-upjes niet-geregisseerde hupjes en het glanzen van zijn ogen zien we wat hij het allerliefste wil als dat van de bond zou mogen zelf nog even meedoen ^■KtoSomtólanoewad^. u. «orten. Geen seconde twijfelt hij eraan ook de Tsjechen een les te leren. januari 2005 61

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 61