'Bij Roda JC dronken we een pilsje met de supporters, bij Ajax ontmoetten we bekende sSëÜg Sten Ziegler Eentje! Hij was al teruggekeerd naar Denemarken, maar nadat Ajax gebeld had kon hij eenvoudigweg niet weigeren. Sten Ziegler maakte op zijn dertigste onverwacht de transfer van zijn leven. In 1980 werd de voormalige speler van Roda JC gehaald als opvolger van libero Ruud Krol, hoewel Ziegler in Amsterdam ook veelvuldig op het middenveld speelde. En al kwam het er niet helemaal uit, toch is de 54-jarige Ziegler trots op zijn Ajax-verleden, waarin hij één maal scoorde. tekst// Marcelle van Hoof Sten Ziegler was geen vreemde in Nederland toen Ajax hem benaderde. Men kende hem goed, omdat hij vanaf 1974 vijf seizoenen bij Roda JC had ge speeld. Ziegler was vertrouwd met het Nederlandse voetbal, dat hij hoog had en heeft zitten. 'Nederlands en Deens voetbal lijken wel op elkaar. De menta liteit is hetzelfde, de trainingsvormen, het publiek ook. We willen allebei aanvallen. 'Ik heb een schitterende tijd bij Roda JC gehad. De club was een jaar voor mijn komst in 1974 gepromoveerd naar de eredivisie en wilde hogerop. Ik wilde dol graag naar het buitenland; ik was al inter national, maar in Denemarken was er al leen maar sprake van amateurvoetbal. 'Ik was - op wat Duitse spelers uit de grensstreek na - de eerste buitenlander van de club. Roda JC was een kleine club, met een gezellige sfeer. Men was rustig, ontspannen, toonde belangstelling voor elkaar. Ik voelde me er thuis. Maar ik had wel altijd gezegd dat als onze eerste zoon de leerplichtige leeftijd zou bereiken, dat we dan naar Denemarken zouden terug keren. In 1979 ben ik derhalve vertrok ken bij Roda JC, hoewel ik er een nieuw langdurig contract kon tekenen. Ik ging in Denemarken voetballen bij mijn eerste club, Hvidovre. Daarnaast werd ik advertentieverkoper bij een krant.' Aan het eind van het seizoen 1979-1980 speelde Ajax een oefenwedstrijd bij Fremad Amager, de oude club van Frank Arnesen en Soren Lerby. Ziegler: 'Arnesen had me gebeld en van de be langstelling van Ajax op de hoogte ge bracht. Na afloop van die wedstrijd had ik een gesprek met voorzitter Flarmsen en penningmeester Bartels. Ik voelde me zeer vereerd door de interesse van Ajax. De club was weliswaar - zeker Europees gezien - wat weggezakt, maar had bij mij nog steeds een grote naam. Ik dacht: ik heb niks te verliezen. Het leek me mooi om bij een echte, grote professionele club te spelen. Die kans kon ik eenvoudigweg niet laten liggen. Ik tekende voor maar twee jaar. Als het niet zou lukken, was de schade te overzien geweest.' Ziegler kwam terecht in een club in tran sitie. 'Je had de oudere, ervaren spelers als Piet Schrijvers, Dick Schoenaker, Henning Jensen, Soren Lerby en Frank Arnesen, maar vanuit de jeugd kwamen er enorme talenten door: Wim Kieft, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg, Sonny Silooy en Marco van Basten later. De overgang van een kleine Deense club naar Ajax was erg groot. Ik had de pech dat ik in de derde competitiewedstrijd te gen Wageningen geblesseerd raakte aan mijn bovenbeen. Ik wilde me te gefor ceerd bewijzen, de club betaalde me immers een goed salaris, ik was nieuw, ik kon niet zomaar opgeven. Een tijd lang heb ik amper getraind, maar zondags wel meegespeeld. Bovendien was er een aan tal geblesseerden en vroeg trainer Beenhakker me om mee te doen. Maar ik speelde door die blessure niet altijd even goed. Ik kreeg kritiek over me heen van de pers, terwijl men niets van mijn blessure wist. Die blessure wilden we intern houden. 'De concurrentie binnen het team was groot. In mijn tweede jaar kreeg ik op de training een elleboogstoot van Kees Zwamborn. Ik was een concurrent van hem, want ik stond een tijdje voorstop per, met Wim Jansen als laatste man. Er moesten zeven hechtingen in mijn hoofd geplaatst worden. De sfeer was harder dan bij Roda JC. Winnen was bij Ajax normaal, bij Roda JC waren we blij als we gewonnen hadden, gingen we een pils drinken, meestal twee, drie vier. Bij Ajax douchte men, kleedde zich aan en ging naar huis. Bij Roda JC dronken we een pilsje met de supporters, en bij Ajax ontmoetten we bekende zakenmen sen. Bij Roda was ik twee maanden na mijn komst al bij alle spelers thuis ge weest, samen met mijn vrouw. Bij Ajax is dat in twee jaar nooit voorgekomen. Het was puur werk.' Biljart Ziegler heeft in zijn jaren bij Ajax twee maal, in een verschillende hoedanigheid, met Johan Cruijff te maken gehad. Gedurende het eerste seizoen, 1979- 1980, fungeerde Cruijff als 'adviseur' in de Meer. Daarnaast trainde hij mee. Beroemd - of zo u wilt berucht - is het moment dat hij tijdens Ajax - FC Twente bij een 1-3 stand van de tribunes af daalde, in de dug-out plaatsnam en aan wijzingen begon te geven. Ajax won met 5-3. Een speler als Tscheu-la Ling beweert sindsdien dat hij niet eens gemerkt had dat Cruijff Beenhakker 'ver vangen' had. Ziegler had het wel in de ga ten: 'Ik vond het niet kunnen tegenover Beenhakker wat Cruijff deed. Dat kan niet bij zo'n grote club. Natuurlijk had ik het in de gaten, het hele stadion zag het. Cr ui j ff s tactische aanwijzingen waren effectief, maar het kon gewoon niet wat hij deed. tade 73e fnr^S°erende "inn1, dal Te forgette eea Lee Bee'ehSj^. dat de bal na ppn°°rZaak Van Sten Ziegler in de wedstrijd AZ '67 - Ajax op 11 april 1981 Links Pier Tol, rechts Ronald Weysters. Ajax won het prestigieuze duel tegen de latere kampioen met 1 -0 door een doelpunt van Zieglers landgenoot Frank Arnesen. januari 2005 57

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2005 | | pagina 57