'Een topclub als Ajax moet altijd twee gelijk waardige selectiekeepers hebben' Michels Heinz Stuy in 1971 met zijn eerste Europa Cup. duidelijk aan het dubben over wie zijn toekomstige goalie moest worden. 'Ajax speelde goed voetbal, maar was nog niet dé ploeg die Michels voor ogen stond,' blikt Stuy terug. 'Er werd meestal wel gewonnen, maar uitslagen als 5-3 of 4-2 toonden aan dat het achterin niet hele maal goed zat.' Aangetrokken spelers als Johan Neeskens en Nico Rijnders brachten al meer balans in het elftal. Dat de kee perskeuze uiteindelijk in het voordeel uitviel van Stuy, verbaasde laatstge noemde niet. Vooral niet omdat Ajax in het bekertoernooi met Stuy eenmaal on der de lat verder ongeslagen bleef. 'Michels zocht ook een keeper die mee kon voetballen. Een speler die, vooral om internationaal mee te kunnen komen, fysiek sterk moest zijn. Bals was een van de oudsten en daardoor ook wel de godfather van het team, maar hij was ook nogal tenger. Dat ik het zo lang heb uitgehouden als reservekeeper, vind ik zelf niet zo gek. Een topclub als Ajax moet altijd twee gelijkwaardige selectiekeepers hebben.' Vooral de waardering vanuit de spelers groep hield het moreel van reservekee per Stuy op peil. 'Waardering vanuit de club en de spelers is er altijd geweest. Als Johan Cruijff en Piet Keizer tijdens een training hadden gepoot en spelers mochten kiezen, werd ik als keeper vaak eerder gekozen dan Bals. Ook dat gaf natuurlijk veel vertrouwen.' Naast de beker bood vooral ook het landskampioenschap (Stuy keepte die competitie opvallend genoeg slechts twee wedstrijden, waaronder de kampi oenswedstrijd) perspectief voor de toekomst. In de vier seizoenen met Stuy in de basis won Ajax vervolgens alle beschikbare voetbalprijzen. De band die Stuy had met de architect van de successen, Michels, is altijd speci aal geweest. Net als veel ploeggenoten was ook Stuy op zijn hoede voor de trai ner. Misschien zelfs wel een tikkeltje angstig. Een gevoel dat vooral voort kwam uit het feit dat de trainer zijn club radicaal professionaliseerde en in dat proces geen naam of reputatie ontzag. 'Michels had als trainer natuurlijk ont zettend veel macht binnen de club. Ajax werd voorheen ook vrij amateuristisch geleid; onder Michels werden bijvoor beeld de eerste trainingskampen georga niseerd en individuele gesprekken gevoerd. Ik heb van dichtbij meege maakt hoe oudere spelers, soms met grote verdiensten voor de club, ernaast werden gezet. Iedereen moest het ook elke training weer laten zien. Er werd al tijd super scherp getraind, agressief soms. Ik heb echt op mijn tenen gelopen om maar geen fouten te maken. Alles om het vertrouwen te behouden en teleurstellingen te voorkomen.' Buffelen werd een tweede natuur van de keeper. Zo vocht Stuy regelmatig diverse persoonlijke wedstrijdjes uit met Michels en zijn assistent Bob Haarms. Na afloop van een 'normale' training op het veld naast de Meer werd Stuy vaak gevraagd nog even in het doel te blijven staan. 'Dan werd ik bij wijze van straf- training nog even flink onder vuur geno men door Michels en Haarms. Omdat er altijd wel wat supporters toekeken, werd het al snel een wedstrijdje tussen mij en de trainers. Als je er een paar goede ballen uit hield, applaudisseerden de supporters. Michels motiveerde de straftraining na afloop vaak met dezelfde woorden.' Stuy zet een basstem op en imiteert Michels: 'Je had het effe nodig..., zei hij dan.' Na 193 officiële wedstrijden als keeper in Ajax 1 zijn er twee zaken die niemand Stuy ooit meer af kan nemen. Allereerst natuurlijk de trilogie die de club in Europa-Cupverband voltooide. De drie Europa Cups zijn nog steeds de kroon op zijn carrière. Ook de bijnaam 'Heinz Kroket' blijft onlosmakelijk verbonden aan de oud keeper. Wat is er, dik 28 jaar na zijn laat ste wedstrijd voor Ajax, nu eigenlijk waar van het verhaal dat Stuy een bal letje nog weieens losliet of anderszins liet glippen? De keeper legt uit dat hij zich bediende van een onorthodoxe techniek om ballen te stoppen. Een bal vol effect ving Stuy vaak met de vuisten op, waarna de bal richting grond werd gestuurd en - inmiddels van het effect ontdaan - opgeraapt. 'Eerlijk gezegd ging dat ook weieens mis,' lacht hij. Toch was zijn regelmatig van de tribune rollende bijnaam 'Heinz Kroket' schro melijk overdreven, vindt de oud-keeper. 'Zijn de ballen vandaag weer heet, Heinz, werd er soms geroepen. Er was weieens paniek, ja. Maar die werd ook vaak gemaakt door de pers.' Het record dat hij tussen 7 februari en 27 mei 1972 vestigde door liefst 1082 minuten lang geen doelpunt toe te staan, staat nog steeds als een huis. Elf wed strijden op rij werd de Ajax-keeper niet gepasseerd. Stuy denkt er nauwelijks meer aan terug. Slechts als een hedendaagse keeper zijn record dreigt te verbreken, wordt de restauranthouder automatisch - door diezelfde pers - opnieuw geconfronteerd met de unieke prestatie. Meest recentelijk lagen Edwin Zoetebier en Edwin van der Sar op koers om het record te verbreken. Stuy: 'Toen 60 Ajax Magazine

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2004 | | pagina 60