'In elke groep waarin wordt samengewerkt,
moet het doel groter zijn dan het ego'
Gijs Scholten van Aschat:
Buitenstaander
Gijs Scholten van Aschat mag zich in Nederland met recht een van de meest succesvolle acteurs van dit moment
noemen. Zijn spel, op tv en het witte doek alsook op het toneel, wordt alom geroemd. Scholten van Aschat is
drager van de prestigieuze Albert van Dalsum-toneelring, die hij dit jaar kreeg doorgegeven en uitgereikt uit
handen van vriend en collega-acteur Pierre Bokma. Een gesprek met een acteur/regisseur/schrijver over het
Ajax van nu en vroeger, maar ook over de verwantschappen tussen toneel en sport.
tekst Jeroen van den Berg
fotografie Wanda Tuerlinckx
Hij komt wat verlaat de lobby
van het Hilton binnensnellen.
Het is nog vroeg in de ochtend
en de acteur verontschuldigt
zich beleefd. Net zo beleefd
stemt hij in met het verzoek om te begin
nen met de fotosessie, ondanks het tijd
stip ('Ik ben nog niet zo heel lang wak
ker'). Terwijl om hem heen veel mensen
uit veel verschillende landen zaken met
elkaar aan het doen zijn, poseert
Scholten van Aschat schijnbaar onbewo
gen. De nieuwsgierige blikken van de
vooral buitenlandse gasten doen hem
weinig. Eenmaal in de bar bestelt hij cap
puccino met croissants en zit hij ont
spannen in de luxe fauteuil. 'Hartstikke
leuk toch, praten over voetbal!'
De voormalige rechtsbuiten, die het
vooral van zijn conditie en doorzettings
vermogen moest hebben, vertelt hoe het
allemaal is begonnen: 'Hoe ik fan van
Ajax ben geworden, weet ik niet eens zo
precies meer. Als ik nu aan die begintijd
terugdenk, zie ik vooral zwartwitbeelden
van voetbalwedstrijden voor me.
Ik woonde in Tiel en heb in die tijd heel
veel verzameld. We hadden thuis de
NRCDe Telegraaf en de Tielse Courant.
Ik knipte me helemaal suf en heb vele
plakboeken gemaakt. Ik was vooral ge
ïnteresseerd in foto's van doelpunten.
Veel van die beelden uit die tijd kan ik me
ook nu nog goed herinneren. Helaas heb
ik nog maar één van die plakboeken in
mijn bezit, want mijn vader heeft ze een
keer aan Bennie Muller gegeven, die
woonde toen achter hem. Ik was daar
niet bepaald gelukkig mee.
'Zelf hockeyde ik in clubverband.
Voetballen deed ik op straat en in het
schoolteam. Aan één kant was het
misschien raar dat ik lid was van een
hockeyclub, want voetballen vond ik leu
ker. Maar hockey is bij mij cultureel be
paald, want veel van mijn vriendjes de
den het, terwijl ook mijn vader en broer
tje hockeyden. Op mijn dertigste heb ik
één seizoen bij Zeeburgia gespeeld, met
een paar acteurs en enkele jongens van
de VPRO. Het werd geen succes. Op het
lage niveau waar ik toen voetbalde, kwa
men regelmatig opstootjes en vechtpar
tijen voor. Zelfs in mijn eigen team speel
den jongens die heel lichtgeraakt waren
en veel moeite met verliezen hadden.
Bovendien, als ik zelf een keer flink werd
geraakt, stond ik een week lang mank op
de planken. Dat risico wilde ik niet meer
nemen. In mijn hoofd voetbal ik nog
steeds heel erg goed, maar op het veld
merk ik dat het lichaam achterblijft bij
de ideeën.'
Na Zeeburgia heeft hij nog wel wedstrij
den in artiestenteams gespeeld. Scholten
van Aschat: 'Met Wilbert Gieske en
Pim Vosmaer heb ik meerdere malen ge
voetbald, ook op toernooien in het
Veronica-elftal. Speelden we tegen
Baantjer, dat Van 't Schip en Lerby in de
basis had. Toch leuk om tegen die men
sen te mogen voetballen. Spelen met ex-
internationals is sowieso een geweldige
ervaring. Heerlijk gevoel om die passes
precies op maat ingespeeld te krijgen.
Ik heb trouwens de laatste wedstrijd van
Epi Drost meegemaakt. Hij speelde op
een toernooi bij mij in het team en over
leed een week later. Heel bizar.
'Mijn eerste voetbalwedstrijd die ik in
het stadion beleefde, was Ajax -
Independiente, de wedstrijd om de
Wereld Beker in 1972. Het was een ca
deautje voor mijn dertiende verjaardag.
Een geweldige ervaring, het begin van
een echte hobby en zo is het altijd geble
ven. Mijn oudste zoon is nu zelf een
goede voetballer, hij speelt bij Swift in de
AlAls ik met hem in de ArenA zit, merk
ik dat hij feller en fanatieker is dan ik
vroeger was. Maar ja, hij is ook een be
tere voetballer. Ik vind het leuk dat hij
het zo goed doet en ga regelmatig naar
zijn wedstrijden kijken.'
Leiderschap
Sinds twee jaar heeft Scholten van
Aschat een seizoenkaart. De wedstrijden
in het huidige seizoen zijn hem nog niet
bepaald meegevallen. Volgens hem ont
breekt het Ajax aan routine. Hij zegt:
'Elke goede trainer heeft een verlengstuk
op het veld nodig. Zoals Van Gaal vroe
ger Blind, Litmanen en Rijkaard had,
daar heeft Koeman nu niemand. Ja,
Galasek, maar die is erg vriendelijk.
Chivu was ondanks zijn jeugdige leeftijd
een enorm goede leider. Dat natuurlijke
leiderschap hebben de jonge spelers
van het huidige Ajax niet. Omdat
het leiderschap hen min of meer wordt
opgedrongen, gaat dat ten koste van
hun ontwikkeling als talent. Sneijder,
Van der Vaart, De Jong, Pienaar en
Heitinga zouden een zekere vrijheid
moeten genieten, waarbij ze zich ge
steund weten door drie gelouterde routi
niers. De jonge spelers van Ajax dreigen
hun originaliteit en spiritualiteit nu kwijt
te raken, doordat ze in een rol komen die
ze (nog) niet aan kunnen. Heitinga zou
het op termijn kunnen en misschien Van
der Vaart ook, maar hij mist Witschge in
z'n rug, die hem twee jaar geleden volle
dig verrot schold als dat nodig was. Ik
vind het overigens onterecht dat met
name Sneijder en Van der Vaart zo hard
worden aangepakt. Ik scheld ook wei
eens op ze, maar je mag niet vergeten dat
ze veel te snel omhoog zijn geschreven.
Waar ik wel moeite mee heb, is het ge
brek aan zelfkritiek en zelfrespect bij de
jonge spelers. Al die bombarie bij een
wissel... Daar zit weinig trots in. Iemand
die wordt gewisseld, moet uitstralen dat
november 2004 41